Bussemakers ongeduld met het WO

Nieuws | de redactie
11 februari 2016 | Minister Bussemaker wil echt werk gaan maken van de positie van vrouwen aan de universiteiten. In het beleidsdebat over emancipatie en ‘vrouwen in de top’ in de Kamer noemde zij hun plek in het hooglerarencorps "zeer treurig”.

De minister is met werkgeversvoorman en bondgenoot Hans de Boer al langere tijd bezig van mooie voornemens concrete actie te maken op dit terrein en gaf aan dat haar eigen sector hierin geen stralend voorbeeld is. Zo is het aantal vrouwen in wetenschappelijke topposities nog steeds erg laag in ons land en wees Bussemaker erop, dat “vrouwelijke hoogleraren – zo blijkt uit onderzoek – ook nog altijd meer uren werken dan hun mannelijke collega’s. De deeltijdfactor kan daar in ieder geval geen verklaring zijn. Ik vind dat dit om aandacht en maatregelen vraagt en ga daar afspraken over maken met concrete doelstellingen.” Dus toch prestatieafspraken, zoals recent met Wageningen is bereikt? 

Zij noemde het WO een sector van de samenleving “waar echt nog een enorme slag te slaan is.” Het ergert haar merkbaar te moeten constateren “dat er 17% vrouwelijke hoogleraren is, terwijl er tegelijkertijd het aantal vrouwelijke studenten de mannen overtreft. Ze studeren ook sneller en vaak beter af. 43.5% van de promovendi is vrouw! Dan steekt die 17% daarmee vergeleken wel zeer, zeer treurig af.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK