Uitval voorkomen met digitaal onderwijs

Nieuws | de redactie
6 maart 2017 | "Onderwijstechnologie kan echt een kwaliteitsimpuls betekenen." dat is de overtuiging van lector Fleur Prinsen (Hogeschool Rotterdam). Zij ziet in de sociale aspecten van digitaal leren een manier om uitval te voorkomen.

Sinds half oktober is Fleur Prinsen lector Digitale Didactiek bij Hogeschool Rotterdam. Een van de onderwerpen die zij vanuit haar lectoraat onderzoekt is het creëren van een betere binding met de student. “Je ziet dat bij hogescholen de uitval te groot is. De vraag is waarom er uitval is; wat doen we als onderwijs niet goed?”

“Een element hierin is de binding met de student. Dit bestaat uit een aantal lagen: bijvoorbeeld de relatie tussen de student en de docent is van belang, de binding met de hogeschool als organisatie, maar ook is het van belang om lesstof in actieve leer- en werkvormen aan te bieden.”

Ze zijn van invloed op de leer- en werkidentiteit die studenten gedurende hun opleiding ontwikkelen. “Sommigen zien zichzelf als student en identificeren zich daarmee. Anderen willen een vak leren. Het is belangrijk om contextrijk onderwijs aan te bieden waarin de verbinding met de praktijk binnen het onderwijs wordt gelegd. De onderwijsinstelling moet een sociale leergemeenschap zijn waarin studenten een band opbouwen met docenten, medestudenten en de praktijk, en ze langzaam een professionele identiteit vormen. Vaak is de leerpraktijk gericht op het halen van studiepunten, niet op het ontwikkelen van de juiste professionele identiteit in een bepaalde beroepspraktijk.”

Digitale leeromgeving als sociale ruimte

In de brede opdracht waar hogescholen zich voor gesteld zien, bijvoorbeeld om naast het overbrengen van kennis ook een professionele identiteit te ontwikkelen, kan digitale didactiek een rol spelen volgens Prinsen. “Een gedeelte van de uitval kan worden tegengegaan door studenten meer betrokken te maken. Bijvoorbeeld door authentiek en contextrijk onderwijs aan te bieden en de sociale componenten van het ontwikkelen van een positieve leer- en werkidentiteit te ondersteunen.”

Daarmee doelt Prinsen op de sociale interactie die onderwijsleertechnologie kan faciliteren. “Bijna elke school heeft tegenwoordig een online leer-werkomgeving, maar die is doorgaans zeer passief ingericht. Je kunt er documenten downloaden, maar mogelijkheid tot interactie is er niet. Het zou mooi zijn als studenten binnen zo’n omgeving een sociale presence hebben, dat het aanvoelt als een sociale ruimte. Dat je elkaar vragen kunt stellen, ziet wie er online is, en het dynamisch is. ICT is  er nu vaak om de docent te ondersteunen, maar niet om het (sociale) leerproces te ondersteunen.”

Daar richt het lectoraat van Prinsen zich op: het herontwerpen van bestaand onderwijs naar onderwijsvormen waarin onderwijsleertechnologie kan worden toegepast die een inhoudelijke meerwaarde heeft. “Als ik bij docenten zit die onderwijs herontwerpen willen ze vaak iets met blended-learning. Maar waarom, vraag ik dan. Wat wil je ermee bereiken? Dan willen ze bijvoorbeeld dat studenten beter voorbereid in de les komen en zetten ze alvast informatie online. Maar hoe zorg je voor de activatie, dat ze ook echt actief met die stof aan de slag gaan? Daar hebben ze vaak geen goed beeld bij.”

Veel meer dan efficiëntie 

Om docenten te ondersteunen digitale werkvormen beter te gebruiken ontwikkelt Prinsen een toolkit. “De toolkit helpt bij het nadenken over wat pedagogisch-didactische doelen zijn, hoe je die omzet in activerende leer-werkvormen, en hoe onderwijsleertechnologie precies dat kan ondersteunen. Als je er met digitale, activerende werkvormen voor zorgt dat studenten voorbereid in de les komen kun je de kleine hoeveelheid contacttijd die je hebt zo productief mogelijk gebruiken, dat is de kracht van blended learning.”

Vaak wordt ICT gezien als een manier om kostenefficiënter te gaan werken, om hetzelfde op een effectievere manier te organiseren. Prinsen wil laten zien dat er veel meer mogelijk is. “Met onderwijsleertechnologie kun je beter aansluiten op de beleving van de student. Daarnaast maakt het plaats- en tijdonafhankelijk leren mogelijk. Dat kan de kansen op uitval bij bepaalde groepen verkleinen.”

Maar vooral kan onderwijstechnologie ook een kwaliteitsimpuls betekenen, benadrukt de lector. “Je kunt bijvoorbeeld inzicht krijgen in het leerproces van studenten, al vóór de contactmomenten. Het kan daarmee ook de professionele ontwikkeling van docenten stimuleren, doordat ze zien waar studenten afhaken, of welke methode juist veel effect heeft.”

De weerbarstige praktijk

Prinsen heeft wel een waarschuwing want er is nog een hoop werk te verzetten. De onderwijswetenschap en technologie zijn dan misschien wel rijp voor digitale didactiek, de praktijk is nog wel eens weerbarstig. “De meerwaarde moet zich bewijzen wanneer de wetenschappelijke kennis samenkomt met de praktijkkennis en -mogelijkheden. Sommige ideeën zijn in de praktijk niet gemakkelijk te realiseren. Mobiele technologie bijvoorbeeld kan contextrijk onderwijs ondersteunen. Studenten kunnen de klas uit gaan, het werkveld in, en vervolgens door middel van augmented reality begeleiding krijgen in de praktijkcontext. Technisch gezien kan dit al, maar dan moet iedereen de beschikking hebben over de juiste devices, om maar iets te noemen. Docenten kunnen met de technologische mogelijkheden  op een andere manier hun onderwijs benaderen en creatief hun onderwijs herontwerpen.”

Er zijn dus nog flink wat stappen te zetten om digitale didactiek in de dagelijkse onderwijspraktijk een meerwaarde te laten worden en studenten beter en uitdagender onderwijs te bieden, en daarmee de onderwijsprestaties te verbeteren. Maar dát het een kwaliteitsimpuls kan betekenen staat voor Prinsen vast. “Je kunt met mobiele technologie authentieke leerproblemen aanpakken. Vragen die bij studenten opkomen, en hun praktijk-impressies, kunnen mee teruggenomen worden en in klassikaal verband besproken worden. De kracht van mobiele technologie ligt in de interactiviteit.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK