Strategie houdt excellent

Nieuws | de redactie
8 juni 2016 | Hoe organiseren toponderzoeksgroepen zich en welke rol speelt het excellentiebeleid in die dynamiek? Rathenau Instituut legde vier van zulke teams onder de loep. “De studie laat zien dat onderzoeksgroepen zich als collectief richten op het verwerven van persoonsgebonden financiering.”

Het Rathenau Instituut constateert dat de afgelopen 25 jaar “het aantal beleidsinstrumenten dat wetenschappelijke excellentie moet stimuleren, zowel in hoeveelheid als in budget toegenomen.” Dat is reden geweest in hoeverre de competitie om die instrumenten – onder andere de Spinozapremies, Zwaartekrachtsubsidies en ERC Grants – invloed heeft op de werkwijze van onderzoeksgroepen.

Samen met het Centrum voor Wetenschap en Technologie Studies (CWTS) onderzocht het Rathenau Instituut daarom vier gerenommeerde onderzoeksgroepen uit verschillende disciplines. Hieruit komt een zeer divers beeld naar voren over de werkwijze van die verschillende groepen, maar toch zijn er enkele gemene delers.

Geld voor slagkracht

Zo blijkt uit het rapport dat “de excellentiegelden een groepsdynamiek creëren waarmee een excellente status in stand wordt gehouden én wordt verstevigd. Groepsleiders beschikken over sterke strategische en sociale vaardigheden, waarmee zij voortvarend opereren binnen hun wetenschappelijke gemeenschap, hun institutionele omgeving en het systeem van financieringsinstrumenten.”

Het is de groepsleider die een belangrijke rol speelt in het bewaken van de status van de onderzoeksgroep, maar het verwerven van gelden uit de verschillende instrumenten ter bevordering van excellentie is nadrukkelijk geen individuele aangelegenheid. “studie laat zien dat onderzoeksgroepen zich als collectief richten op het verwerven van deze persoonsgebonden financiering.”

In alle vier de groepen is te zien welke invloed de beschikbaarheid van externe financiering heeft op de slagkracht van het onderzoek. “Die financiering maakt het mogelijk om promovendi en postdocs aan te stellen, apparatuur aan te schaffen en van hooggekwalificeerd personeel te voorzien en geeft de mogelijkheid om onderwijstaken ‘af te kopen’ ten behoeve van meer tijd voor onderzoek of om een grootschalige survey uit te zetten.”

De excellentiesubsidies stellen de groepsleiders en daarmee de onderzoeksgroepen tevens in staat “een groepsdynamiek op gang te brengen waarmee ze de excellente status verder kunnen uitbouwen, waardoor ze een grote kans hebben om nieuwe (excellentie) subsidies te verwerven.” Goed scorende onderzoeksgroepen hebben derhalve een grote kans hun positie blijvend te versterken.

Vier lessen

Op basis van de vergelijkende analyse van de vier onderzoeksgroepen en hun beleid, komt het Rathenau Instituut tot vier algemene conclusies:

1: Excellentiegelden bevorderen excellentie: ze creëren een groepsdynamiek om de excellente status in stand te houden en te verstevigen.

2: Groepsleiders van excellente groepen combineren wetenschappelijke kwaliteiten met strategische en sociale vaardigheden.

3: Het verwerven van persoonsgebonden excellentiegelden is onderdeel van de groepsstrategie.

4: Excellentiegelden worden voor risicovol onderzoek gebruikt, alhoewel de projectvoorstellen soms behoudend zijn.

U leest het hele rapport hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK