Het hbo is geen tweederangs universiteit

Nieuws | de redactie
20 december 2016 | Het hbo wordt onterecht afgeschilderd als het kleine broertje van de universiteit. Kersverse columnist Lisa Westerveld vindt dat het wo op het gebied van diversiteit en emancipatie nog veel kan leren van zijn partner in het hoger onderwijs.

In Nederland wordt vaak gedaan alsof het hoger beroepsonderwijs ondergeschikt is aan het wetenschappelijk onderwijs. Als je naar de inrichting van ons stelsel kijkt, is dat niet gek: los van promotietrajecten geldt de masteropleiding als het hoogste opleidingsniveau en die masteropleidingen zijn in het beroepsonderwijs schaars.

De vooropleiding is wellicht nog relevanter: met mbo of havo kom je terecht in het hoger beroepsonderwijs, het wetenschappelijk onderwijs met vwo of een afgeronde propedeuse.Dit is een lacune in ons stelsel. “Bachelorniveau” zou hetzelfde niveau aan moeten duiden in het wo en hbo, maar in de praktijk zien we forse inhoudelijke verschillen.

Ondanks het feit dat vwo + een driejarige bachelor even lang duurt als havo + een vierjarige bachelor is bij die laatste het instapniveau lager. In 4 en 5 vwo kreeg ik regelmatig een havo-eindexamen als schooltoets voorgeschoteld. En ik begrijp dat dit nog steeds met enige regelmaat gebeurt. Doorgeredeneerd is het dus misschien niet eens zo vreemd dat een hbo-opleiding in de beeldvorming onderdoet voor een universitaire opleiding. De vraag is of we hier kunnen spreken van een verkeerde invulling van het stelsel. Maar omdat niemand in het onderwijs behoefte heeft aan een grote stelselwijziging, kan ik me niet voorstellen dat dit de komende jaren gaat veranderen.

Kortom: het hbo moet veel meer werk verzetten om een student op bachelorniveau te krijgen dan het wo. Vanuit die optiek worden onze hogescholen voor een Herculeaanse taak gesteld.

Ook is het hbo is massaler en vooral gericht op onderwijs en een soepele toetreding tot de arbeidsmarkt, waar het wetenschappelijk onderwijs meer is geworteld in het onderzoek. Men maakt zich aan universiteiten minder druk over de vraag of de opleiding wel genoeg binding heeft met de sector waarvoor het toekomstig personeel oplevert. Vaak bestaat zo’n sector overigens ook niet. We hebben bijvoorbeeld geen historische of filosofische sector.

Aan de ene kant is dat een kracht. Universiteiten kunnen zich concentreren op inhoud zonder dat ze door VNO-NCW worden gestalkt met de vraag of hun aanbod wel rekening houdt met de wensen van het werkveld. Althans, momenteel nog wel. Aan de andere kant is het ook een zwakte. Een universitaire opleiding loopt sneller het risico wat verder af te staan van de samenleving doordat het minder binding heeft met de praktijk van alledag.

Dit vraagt van wetenschappers die aan een opleiding verbonden zijn om voldoende voelsprieten in de samenleving te hebben. Alleen op die manier is het mogelijk kennis te blijven nemen van de voor hun opleiding relevante ontwikkelingen. Toch lijken universiteiten in de belevingswereld van veel mensen een soort onneembare vesting.

Het raakt ook aan de uitstraling van het onderwijs, want hoe je het ook went of keert, ook de wetenschap heeft baat bij een zo’n breed en divers mogelijke aanwas. Op dat punt moet het wetenschappelijk onderwijs echt de hoed afnemen voor het hbo. Naast de klassieke route van havo naar hbo bestaat de route die scholieren via het vmbo naar een volwaardige bacheloropleiding leidt. Lang traject? Zeker, maar bedenk even wat zo’n tocht doet met het karakter van een student. Volhouders en doorbijters maken de maatschappij.

De routeopties en de omvang – pakweg 450 duizend hbo studenten tegenover ruim 260 duizend universitaire studenten – maken de hogescholen diverser. Daar slaagt men er in de samenleving over de volle breedte kansen te bieden en daar boort men talent aan dat grotendeels buiten het bereik van de universiteiten blijft.

Natuurlijk, deels komt dat omdat de mensen die van start gaan op de hogeschool niet per se geschikt zijn voor wetenschappelijk onderwijs. Maar universiteiten laten in de minder geëmancipeerde en vermogende lagen van de samenleving talenten lopen die het hbo wel vangt. Dit succes wordt voor een groot deel bepaald doordat hogescholen zich de afgelopen jaren etaleerden als toegangspoort tot het hogere segment van de arbeidsmarkt. Tekenend was dat de Vereniging Hogescholen niet zonder meer was voor het afschaffen van de basisbeurs. Terwijl de universiteitsbestuurders de opbrengst onderling al aan het verdelen waren. Het hoger beroepsonderwijs heeft ook in die zin meer oog voor emancipatie.

En wat te denken van de commotie die ontstond toen de Universiteit van Amsterdam een diversiteitscommissie instelde. Deze commissie keek naar de positie van minderheden op de universiteit en deed voorstellen om diversiteit te bevorderen. Niet alleen op schreeuwsites als GeenStijl, ook op het online forum van universiteitsblad Folia werd de commissie verguisd. Hatelijke en persoonlijke aanvallen op Gloria Wekker, de voorzitter van deze commissie, werden niet geschuwd. Dat terwijl (culturele) minderheden op de UvA zich juist enorm herkenden in de analyse van de commissie en de voorstellen breed worden gedragen.

Ik ben er van overtuigd dat we er met zijn allen beter van worden wanneer we mensen in staat stellen zich zo goed mogelijk op te leiden. En zoveel mogelijk mensen de kans geven onderwijs te volgen dat bij haar of zijn capaciteiten past. Dit is een taak voor het hele onderwijsstelsel: laten we vanaf groep 1 in het basisonderwijs mensen uitdagen zelf te denken en niet kijken op een jaar meer of minder in het voortgezet onderwijs.

Kortom, laat het hoger onderwijs vooral een plek zijn waar niet alleen jonge mensen zelf hun pad kiezen, hun mening leren motiveren en van elkaar leren. Laat ook het beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs elkaar aanvullen en van elkaar leren. Het beroepsonderwijs is geen tweederangs universiteit, maar zou juist trots moeten zijn op de eigen bijzondere kenmerken. En universiteiten moeten uitkijken dat ze de emancipatoire functie van het hoger onderwijs niet helemaal uitbesteden. In die zin valt er veel te leren van het beroepsonderwijs.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK