Is kennis nog een thema bij de verkiezingen?

Nieuws | de redactie
7 december 2016 | Het hoger onderwijs is af, en er hangt de zweem van elite rond de kennissector waar partijen liever wegblijven. Wie springt er bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart nog op de bres voor de kennissector? Een analyse van ScienceGuide.

De verkiezingen zijn nog meer dan een kwartaal van ons verwijderd maar de campagne is al in volle gang. Elke dag komt er wel een politieke partij bij en de stellingnames voorspellen een ongekend felle verkiezingsstrijd. In deze verkiezingen zullen normen en waarden, nationale identiteit en inkomensongelijkheid prominente thema’s zijn. Ondertussen rijst bij ScienceGuide de vraag tot in hoeverre het hoger onderwijs en de wetenschap nog thema’s zullen zijn bij deze verkiezingen.

Welke politieke partijen de dienst uit zullen maken na 15 maart blijft nog even in het ongewisse, maar wie de aandacht zullen trekken in de verkiezingsstrijd is bij voorbaat al helder. Het zullen de niet-traditionele partijen zijn zoals DENK en de PVV, die een groot deel van het politieke debat naar zich toe zullen trekken. Beiden hebben gemeen dat  ze zich afzetten tegen ‘de kosmopolitische elite’ en deze partijen besteden relatief weinig aandacht aan onderwijs en wetenschap. Als het onderwerp al opgebracht wordt dan gaat het voornamelijk om het basis- en middelbaar en beroepsonderwijs en over de toegangkelijkheid van het onderwijs. Wetenschap heeft al helemaal het nakijken in de meeste partijprogramma’s.

Het HO is af

Wellicht is het wel terecht dat het hoger onderwijs en de wetenschap geen grote voorvechters hebben in de aanloop naar 15 maart. Ambtelijk OCW draagt de gedachte uit dat het hoger onderwijs zo goed als af is, en in het algemeen kan gesteld worden dat het bewind van Bussemaker en Dekker naar omstandigheden mild was voor de sector. Tevens geeft de hoge plaatsing van de vaderlandse wetenschap op internationale ranglijstjes beleidsmakers weinig aanleiding om te investeren.

Als het soelaas geboden zou moeten worden door de traditionele partijen dan is het sprokkelen geblazen om spannende standpunten over de kennissector te ontdekken. In de nogal brave onderwijs- en wetenschapsparagrafen valt er, op wat kleine aanpassingen aan bestaand beleid na, weinig prikkelends in te ontdekken. Veel partijen, inclusief de regeringspartners, willen nog wel wat geld uittrekken voor wat gelijke kansen is gaan heten om de effecten van het leenstelsel te verzachten. Slechts in bijzinnen staat iets over investeren in wetenschap, maar daar is toch vooral de teneur dat het bedrijfsleven en bijdrage moet leveren aan middelen voor R&D.

Anti-elitair

De weerzin tegen, en de angst om vereenzelvigd te worden met, de elite kleurt de verkiezingsinzet van de politieke partijen. Deze weerzin kan inmiddels niet meer als verrassing komen aangezien bij de laatste high profile verkiezingen (het Oekraïne referendum, de Brexit, de verkiezing van Trump en het referendum in Italië) ‘de kosmopolitische elite’ het genadeloos aflegde tegen de wil van het ‘gewone volk’.

Alhoewel niemand er echt zeker van lijkt te zijn waar de begrenzing van beide groepen, de elite en het volk, precies ligt is een gezonde afkeer voor de elite blijkbaar een voorwaarde om nog serieus mee te kunnen doen. In het kielzog van deze afkeer tegen de elite lijken ook het hoger onderwijs en de wetenschap gevaarlijke thema’s te zijn geworden om voor op de bres te springen.

Tijdens de Brexitcampagne suggereerde Michael Gove in niet mis te verstane woorden dat (zelfs) hij dacht dat het publiek wel even genoeg had van die zogenaamde experts. Hiermee speelde hij in op de verdachtmakingen aan het adres van academische experts en financiele instellingen, die hun belangen zouden verstoppen achter hun titulatuur. Ook in Nederland klinkt deze weerzin steeds vaker door in de media. Sterker nog, Kamerlid Harm Beertema (onderwijswoordvoerder PVV) richtte eerder dit jaar nog zijn pijlen op de onbetrouwbare elite van onderwijsbestuurders en hoogleraren in een oproep om zich neutraal te houden in het politieke debat.

De afbrokkelende kenniscoalitie

Waar verschillende partijen eerst nog samen optrokken voor investeringen in innovatie brokkelt ook deze coalitie nu langzaam af. De roep om ‘het miljard’ die de kenniscoalitie van de vereniging hogescholen, de VSNU en de werkgevers eerder dit jaar deed is verstomd en ook is onduidelijk waar het miljard nu gedeeld moet worden met het onderwijs? Hoe dan ook hebben slechts een paar partijen (CU, D66) deze oproep letterlijk omgezet in partijpunten en een ontbijtbijeenkomst over de NWA in de Tweede Kamer, die vandaag plaats zou vinden, werd afgeblazen door een gebrek aan animo. Blijkbaar hadden de Kamerleden belangrijkere dingen aan hun hoofd.

Wellicht dat de publicatie van het AWTI-rapport, dat gepland staat voor donderdag 8 december, nog wat partijen kan enthousiasmeren voor een grote investering. Ondertussen wordt de kenniscoalitie aan verschillende kanten ingehaald door individuele initiatieven. Ook over toekomstige investeringen in het onderwijs bestaat onenigheid. Inmiddels zijn er drie commissies ingesteld (Van Vught, Slob en Van der Donk) om de prestatieafspraken te evalueren en/of te bepalen of een volgende ronde prestatieafspraken nodig is. Ondertussen leiden onderhandelingen over kwaliteitsafspraken tot grote verdeeldheid in de Polder.

Leenstelsel

Het enige onderwerp waar het gros van de partijen een standpunt over heeft is het leenstelsel. Terwijl steeds meer mensen zich afvragen of er werkelijk een miljard vrij gaat komen uit het studievoorschot lijkt het geld in de programma’s al dubbel en dwars verdeeld te zijn. Als er wordt geïnvesteerd in het hoger onderwijs dan moet dit namelijk gebeuren vanuit de middelen vrijgespeeld uit het leenstelsel die, afhankelijk van de partij, bekend zijn komen te staan als het ‘studievoorschot’ of de ‘Bussemakergelden’

Dit is grappig genoeg ook gelijk het punt waar de verschillende partijen nog wel eens de deksel op de neus zouden kunnen  krijgen. Een van de weinige concrete onderwerpen waar partijen een standpunt over innemen is namelijk precies dat gelaakte leenstelsel. Ouderenpartij 50plus is tegen het sociaal leenstelsel, evenals de ChristenUnie en de SP. Ook het CDA stelt voor om basisbeurs weer terug te brengen in de bachelor, mits de deze wordt bekostigd uit het OV-jaarproduct. Opvallend is dat veel van de onderwijs-woordvoerders van deze partijen moeten duimen dat hun lijstnotering hoog genoeg is.

GroenLinks ziet binnen haar partij nog steeds weerstand tegen het leenstelsel maar de kans is klein dat Klaver medewerking verleent aan het terugtrekken van eigen beleid, voor de partij van Pechtold geldt hetzelfde. Regeringspartijen PvdA en VVD kiezen er voor om het stelsel te behouden en delen van het studievoorschot in te zetten om de problemen met de doorstroom van onder andere MBO-HBO te verzachten.

De wensen van de anti-elite

De goedbedoelde aandacht van de traditionele partijen ten spijt zal een groot deel van het electoraat ongetwijfeld zijn heil ergens anders zoeken. Het is daarom interessant om te bekijken hoe de andere, anti-elitaire partijen, hun aandacht verdelen over de het hoger onderwijs en de wetenschap.

Alhoewel DENK het onderwijsdebat in nieuw vaarwater brengt met het openlijk ter discussie stellen van kolonialiteit, diversiteit en toegankelijkheid van het onderwijs is de inzet op hoger onderwijs zeer beperkt. Veel van hun voorstellen sluiten aan bij het thema gelijke kansen, en richten zich op verbeterde doorstroom naar de arbeidsmarkt en de problemen met de dominante cultuur die heerst op de Nederlandse onderwijsinstellingen.

De andere grote favoriet voor de verkiezingen, de PVV, laat onderwijs en onderzoek vooralsnog compleet links liggen. Het voorlopige partijpamflet stelt: “Geen geld meer naar kunst, innovatie, windmolens, omroep en ontwikkelingshulp, enz.” Het voorlopig meest concrete aanknopingspunt voor hun inzet voor de kennissector heeft dus niet erg veel te bieden.

Van de verdere anti-establishmentpartijen (VNL, Forum voor Democratie) noemt voorlopig geen enkele wetenschap expliciet in het programma en het valt niet te verwachten dat zij dit platform kiezen als uitgangspunt voor de verkiezingen. Het is dan ook de vraag of er een discussie aangezwengeld kan worden over Nederland kennisland als andere partijen dit al zouden willen.

Al met al zijn er weinig tekenen dat de grote favorieten voor de verkiezingen veel zendtijd in zullen ruimen voor de kennissector. De vraag is of de traditionele partijen het hun campagne in deze richting durven te bewegen. Op het afgelopen VVD-partijcongres in november sprak partijleider Rutte niet een keer over onderwijs of wetenschap en ook al mocht de aftrap van de campagne van Lodewijk Asscher in de herfstvakantie dan wel plaatsvinden in een ROC in Amsterdam, over onderwijs werd nauwelijks gesproken. 

Sicco de Knecht


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK