NVAO onder druk in Vlaanderen

Nieuws | de redactie
7 december 2016 | In Vlaanderen is onrust ontstaan over de kwaliteitszorg nadat de Vrije Universiteit Brussel een onwelgevallig visitatierapport over de opleiding rechten onder het tapijt heeft geveegd. Het Vlaams Parlement maakt zich zorgen dat een Nederlandse visitatieorganisatie nogmaals mag kijken naar de kwaliteit.

Onlangs werden alle rechtenopleidingen van alle Vlaamse universiteiten doorgelicht door een onafhankelijke commissie van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad. (VLHUR). Alle opleidingen kregen een voldoende maar de Vrije Universiteit Brussel was niet akkoord met één aspect uit hun visitatie. Dit betrof het oordeel ‘onvoldoende’ bij het gerealiseerde eindniveau: de belangrijkste van alle standaarden van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De VUB trok naar de rechter middels een kort geding, die een dwangsom van €250.000 oplegde aan de VLHUR als het visitatierapport toch gepubliceerd zou worden.

Binnen de VLUHR is inmiddels overeengekomen dat de andere universiteiten hun rapporten publiceren op hun eigen website. Dat is noodzakelijk omdat de NVAO slechts een accreditatiebesluit kan nemen op basis van een openbaar rapport.

Brussel dreigt hiaat bloot te leggen

De VUB reageerde op de berichtgeving in de Vlaamse media door te stellen dat de visitatiecommissie te weinig rekening heeft gehouden met de inspanningen die de instelling heeft geleverd op het vlak van de formalisering van de processen voor de evaluaties. De VUB zou verder gedreigd hebben om een hiaat binnen het systeem van de visitaties bloot te leggen, die de rechtsgeldigheid van alle visitaties in het gedrang zou brengen.

De VUB heeft geëist dat er een andere visitatieorganisatie onderzoek gaat doen naar de kwaliteit van de opleiding rechten. Omdat de NVAO een binationale kwaliteitszorginstantie is, zoekt de VUB zijn heil nu verderop en wordt het Nederlandse QANU benaderd om de visitatie over te doen. De QANU is in Nederland onder andere verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de universitaire opleidingsvisitaties.

Politieke onrust

In het Vlaams Parlement is onrust ontstaan over de deugdelijkheid van het gehele kwaliteitszorgsysteem. Hier is het beeld ontstaan dat wanneer het oordeel van een visitatie niet bevalt, de instelling kennelijk de resultaten via de rechter achter kan houden. Ondertussen wordt er ogenschijnlijk tijd gerekt om een andere organisatie nogmaals te laten kijken naar de onderwijskwaliteit. Kort geleden werd daarom de minister van onderwijs, Hilde Crevits (CD&V) ontboden door het Vlaams parlement om tekst en uitleg te geven.

Koen Daniëls van de Vlaams Nationalisten (N-VA) vond deze gang van zaken curieus: “Ik vind in de huidige regelgeving niet terug dat na een visitatie en het niet akkoord gaan, er een nieuwe instantie kan worden aangeduid. Ik vraag me af waarop dat is gebaseerd. Als er dan een nieuwe visitatie is, kan ik rechtsgeldig alleen maar vaststellen dat het een niet-rechtsgeldige nieuwe visitatie is die bijgevolg geen waarde heeft. Hoe past dit in de vigerende regelgeving?”

Crevits gaf aan dat dit geen bezwaar zou kunnen zijn omdat een instelling ieder jaar een rapport kan opstellen als zij dat zouden willen. “Mijnheer Daniëls, het decreet stelt enkel dat er een visitatierapport moet zijn. Instellingen mogen er bij wijze van spreken ook jaarlijks eentje laten opstellen en daarmee naar de NVAO gaan. Dat is op zich geen probleem.”

Heel lapidair zeggen

Daniëls was niet tevreden met dit antwoord en hield vol dat dit een vreemde gang van zaken is. “Ik vraag me af of dat wel kan, ook naar de precedentswaarde toe – en vergeef mij, collega’s, ik zal het nu heel lapidair zeggen –: als er een stuk is waarmee je het niet eens bent, stap je naar de rechter, dan wordt het niet gepubliceerd en kun je een nieuwe visitatie aanvragen. Ik vind dat een rare manier van omgaan met de regels die we eigenlijk hebben afgesproken.”  Ik blijf zitten met de vraag: wat is de juridische waarde van het nieuwe rapport in het licht van de vigerende regelgeving rond accreditatie? Ik maak mij daar wat zorgen over.”

Crevits die draaide de argumentatie om en die stelde dat de QANU wellicht helemaal niet tot andere conclusies zal komen dan de Vlaamse commissie van de VLUHR. “Je kunt het ook omdraaien, mijnheer Daniëls. Je zou kunnen zeggen: als de bureaus die erkend zijn ‘à la tête du client’ andere resultaten hebben, is dat ook wel vreemd. Het zou ook kunnen dat de VUB ondertussen een en ander heeft bijgestuurd omdat er wat tijd tussen zit. Maar dat kan niet, dat weten we niet.”

Frans van Heest


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK