Middelmaat versus gelijke kansen

Nieuws | de redactie
1 februari 2017 | “'Gelijke kansen' gaat niet om het creëren van de grootste middelmaat voor iedereen, gelijke kansen gaat soms ook om het verschil maken.” Minister Bussemaker wil dat ook University Colleges hun best doen om eerstegeneratiestudenten aan te trekken, bleek tijdens een Kamerdebat over gelijke kansen.

Meerdere politieke partijen (SP, PvdA, D66) hadden een initiatiefnota ingediend voor meer gelijke kansen in het hoger onderwijs. De Tweede Kamer vergaderde er een hele dag over. Ook naar aanleiding van het initiatief van OCW met een gelijke kansen alliantie. Dit om de toenemende kansenongelijkheid in het onderwijs tegen te gaan.

Indianen verhalen

Vanuit het CDA en de SP kwam al snel de kritiek dat vooral het leenstelsel voor meer ongelijke kansen had gezorgd. Mohamed Mohandis (PvdA) wees dit van de hand en wees daarbij naar recente cijfers van de koepels. “Toen wij begonnen aan de megaopdracht van het studievoorschot met partijen die meer wilden investeren in het hoger onderwijs hebben wij altijd aandacht gehad voor gelijke kansen. Zo hebben wij een systeem dat voor iedereen algemeen toegankelijk is. Ik bestrijd het beeld dat dit leidt tot ongelijke kansen. Deze partijen zeggen dat nu omdat ze balen van de berichtgeving dat de studentenaantallen nu weer aan het stijgen zijn. Ook de mbo-instroom stijgt weer. Het studievoorschot is toegankelijk voor iedereen en die indianenverhaal dat het studenten zou afschrikken zijn gewoon niet waar.”

Minister Bussemaker was het daarmee eens. “Nu blijkt dat we grosso modo weer op het niveau van instroom van 2012 zitten, dat was precies het moment dat bekend werd gemaakt dat de studiefinanciering zou veranderen. Wij kunnen nu met die extra middelen die we hebben meer investeren.”

Michel Rog (CDA) vond het nodig om de minister op dit punt te corrigeren. “Het is wel aardig, vorig jaar hadden wij ook de instroomcijfers van de Vereniging Hogescholen en de VSNU. Die cijfers waren toen voor mij aanleiding om een debat aan te vragen. Dat mocht toen niet plaatsvinden van de leenstelselcoalitie, omdat ze nog niet definitief waren. Ik merk op dat er nu maar al graag over geciteerd wordt. De uiteindelijke cijfers pakten dat jaar negatiever uit dan de voorlopige cijfers. De instroom bleek 8.6% lager te zijn dat werd 9%. Daarnaast is het niet zo dat de instroom weer gelijk is met 2012 het ligt 2000 jongeren lager.”

Ik wil blijven meten

De minister moest erkennen dat de recente cijfers van de koepels nog geen compleet beeld geven. “Er komt in april een uitgebreider rapport en dan weten wij ook meer over de specifieke groepen. Het zou raar zijn als er helemaal nergens meer een ‘hiccup’ zou zitten zoals bij studenten met een beperking. Ik wil blijven meten wat de effecten van het studievoorschot zijn.”

Rik Grashoff (GL) vroeg aan de minister of de University Colleges in Nederland ook niet een uitvloeisel zijn van kansenongelijkheid, omdat de minister aangaf dat de AUC’s ook meer studenten willen aantrekken uit lagere economische milieus. “Zijn University colleges eigenlijk naar hun aard en hoe het is opgezet het summum van eliteonderwijs in Nederland? Nu gaat de minister noodverbanden aanleggen om die uit de hand gelopen kosten van dat eliteonderwijs in bedwang te krijgen.”

Bussemaker erkende als dit het geval zou zijn het een probleem is. “University Colleges kunnen van enorme betekenis zijn, omdat zij op een andere manier onderwijs aanbieden en ook buitengewoon intensief onderwijs. Het zou een probleem zijn als dat tot een enorme bias zou leiden wanneer alleen nog maar kinderen van de allerhoogste opgeleide daar naartoe zouden kunnen. Ik erken dat juist hier nog wel werk te doen is. Gelijke kansen gaat niet om het creëren van de grootste middelmaat voor iedereen. Gelijke kansen gaat soms ook om verschil maken. De University College moeten daarom eerste generatiestudenten aantrekken, dat is een opdracht voor die University Colleges.”

Ook weersprak de minister het verwijt van het CDA dat zij studenten zou ontmoedigen om hogerop te komen en dat een mbo-opleiding toch ook wel voldoende was. “Het is niet mijn opvatting dat MBO’ers niet naar het hbo zouden mogen. Wat ik wel vind is dat als ik met MBO-studenten spreek die gemotiveerd zijn, maar één manier hebben om hoger te komen en dat is een vierjarige hbo-opleiding te volgen. Iedereen die dat wil en dat kan die moet kunnen doorstromen. Ik vind wel dat wij MBO’ers meer te bieden moeten hebben, dan alleen die vier jaar.”

Het gaat gewoon goed

Pieter Duisenberg (VVD) kwam tot slot van het debat tot de conclusie dat er in de Kamer wel erg veel gesomberd werd. “Als je vandaag naar dit debat zou luisteren dan zou je denken dat het waanzinnig slecht gaat, maar niets is minder waar.  Het gaat gewoon goed met het Nederlandse onderwijs. De OECD geeft aan dat wij in de topgroep zitten van excellentie en gelijke kansen. Het woord tweedeling is een grove overschatting, het gaat eerder om 17 miljoen kansen dan om twee groepen.”

Ook Harm Beertema (PVV) toonde zijn zorgen op dit punt en was bang dat het onderwijs overstelpt zou worden met veranderingen. “Er worden nu allemaal voorstellen gedaan via moties die leiden tot bijna stelselwijzigingen. Wij hebben een fantastisch onderwijssysteem dat we voorzichtig met kleine stapjes beter moeten maken. Het onderwijs wordt geteisterd door deze leden van de vaste Kamercommissie onderwijs. Die hun nalatenschap moeten nalaten en zes weken voor de verkiezingen nog met ronkende nota’s komen om zo over hun graf heen te regeren. Het veroorzaakt alleen maar onrust, het onderwijs heeft er helemaal niets aan.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK