OCW verdedigt Chinese campus RUG

Nieuws | de redactie
1 februari 2017 | De nevenvestiging van de RUG in Yantai zal moeten bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek in Nederland. Dat schrijft minister Bussemaker aan de Tweede Kamer in antwoord op een reeks kritische vragen vanuit de Kamer over de risico’s van een dergelijke branche campus.

In de Tweede Kamer wordt er door de oppositie met veel aandacht gekeken naar de plannen van de Rijksuniversiteit Groningen om in de Chinese stad Yantai een branche campus te starten, om daar volledige opleidingen te verzorgen, die ook al in Groningen worden aangeboden. De SP probeerde onlangs het Kamerdebat over de wet die dit mogelijk moet maken nog over de verkiezingen te tillen, maar dat werd op het laatste moment nog voorkomen.

Het ministerie van OCW legt in een nota naar aanleiding van nadere vragen vanuit de Kamer uit dat transnationaal onderwijs nu ook al plaatsvindt. “Er zijn succesvolle voorbeelden van instellingen die gebruik maken van de mogelijkheid om, zonder toestemming, tot drie kwart van opleidingen op buitenlandse vestigingen aan te bieden, zoals hogeschool Stenden in Qatar, Zuid Afrika, Thailand en Indonesië doet. Dat biedt studenten in het kader van de zogenaamde Grand Tour interessante en laagdrempelige uitwisselingsmogelijkheden.”

Internationale netwerken versterken

Bovendien heeft transnationaal onderwijs ook voordelen voor Nederland zo legt OCW uit. “Het kan bijdragen aan de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland, doordat het de uitwisseling van studenten, docenten en onderzoekers kan vergemakkelijken en instellingen de mogelijkheid kan bieden om internationale netwerken te versterken.”

De regering geeft ook aan dat dit transnationale onderwijs altijd het Nederlandse hoger onderwijs moet versterken. “Toestemming voor het verzorgen van de volledige opleiding in het buitenland, zal pas worden verleend als uit de aanvraag van een instelling expliciet blijkt wat de meerwaarde zal zijn van het initiatief voor het onderwijs in Nederland. Zo zouden er afspraken gemaakt kunnen worden waarbij de tijdelijke uitwisseling van Nederlandse studenten en docenten gestimuleerd wordt, onderwijskundige inzichten uitgewisseld worden en researchgroepen kunnen groeien.”

Het ministerie legt uit dat de RUG niet de enige universiteit is die dergelijke plannen heeft. “De regering is daarnaast bekend met initiatieven van andere instellingen in Nederland, die ook gebaat zouden zijn bij de mogelijkheid om een opleiding volledig in het buitenland te mogen aanbieden. De Universiteit Maastricht zou bijvoorbeeld graag een volledige opleiding op Aruba willen aanbieden, en de Universiteit van Amsterdam heeft dergelijke plannen op Curaçao.

Noch van het Rijk

Vanuit de Kamer werden veel vragen gesteld over de financiële risico’s specifiek die voor de RUG. De regering legt uit dat dit private activiteiten zijn van de instelling. “De activiteiten die door de instelling in het kader van het verzorgen van opleidingen in het buitenland worden verricht, zijn zogenoemde private activiteiten. Zoals reeds geregeld is, zijn instellingen verplicht zich aan het ministerie van OCW transparant te verantwoorden over de publieke en private activiteiten en bijbehorende geldstromen in het financieel jaarverslag en het bestuursverslag.”

“In ieder geval zal gelden dat negatieve resultaten niet ten laste van de publieke middelen gebracht mogen worden, noch van de Nederlandse instelling, noch van het Rijk. Positieve resultaten hoeven niet per se terug te vloeien naar het Nederlands hoger onderwijs.”

Ook geeft het ministerie aan dat deze opleidingen onder de Nederlandse kwaliteitsnormen van de NVAO. “Voor de borging van de kwaliteit van de opleidingen die in het buitenland verzorgd worden, geldt dat voor een nevenvestiging in Nederland geen afzonderlijke accreditatie nodig is. Van dit uitgangspunt wordt niet afgeweken als het om een nevenvestiging in het buitenland gaat. De nevenvestiging in het buitenland zal dus meelopen met de accreditatie van de opleiding in Nederland. Wel zal een instelling in haar aanvraag moeten aantonen welke maatregelen men getroffen heeft om de kwaliteit van de opleiding op afstand te borgen.”

Academische vrijheid is een kernwaarde

In de Kamer zijn er ook zorgen over de mensenrechtensituatie in China en wat dit voor gevolgen heeft voor de Groningse branchecampus. Het ministerie zegt dat de academische vrijheid in geen geval in het gedrang mag komen. “De academische vrijheid is een kernwaarde van het Nederlands hoger onderwijs, of dit nu in Nederland of in het buitenland wordt verzorgd. Hier mag geen enkele concessie aan worden gedaan en hier dienen dan ook heldere afspraken over te worden gemaakt tussen de RUG en haar Chinese partners. In de algemene maatregel van bestuur zullen voorschriften worden opgenomen om de inachtneming van de academische vrijheid te waarborgen.”

Zoals de minister onlangs ook al aangaf in een interview aan ScienceGuide, dient transnationaal onderwijs primair een maatschappelijke doel. “Voor de regering is het belang van het openen van vestigingen in het buitenland primair maatschappelijk, en niet economisch. De regering ziet hoger onderwijs niet als een markt van vraag en aanbod, gericht op winst. Internationalisering in brede zin draagt bij aan het creëren van een international classroom en aan het contact tussen studenten uit verschillende landen en met diverse achtergronden. In dat licht ziet de regering ook de branch campus, als vergaande vorm van internationalisering.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK