Wees een vent wordt docent

Nieuws | de redactie
9 februari 2017 | Gemiddeld zitten er 24% mannen op de pabo. Dat percentage moet omhoog. Volgens de minister kan er geleerd worden van de pabo’s waar dit percentage oploopt tot 40%. Dit werd duidelijk tijdens de bespreking in de Kamer van de initiatiefnota ‘Kerels voor de Klas’ van Eppo Bruins (CU).

Aan het begin van het debat over het lerarenbeleid dreigde het een verkiezingsdebat te worden. Er werden zelfs krachttermen gebruikt door Pieter Duisenberg (VVD) in de richting van Jasper van Dijk (SP). Nadat de verkiezingskoorts gedaald was ging het debat over de inhoud. Namelijk de initiatiefnota ‘Kerels voor de klas’ van Eppo Bruins (CU).

Academici verleiden

Michel Rog (CDA) wilde niet zoals Bruins alleen meer mannen, maar ook meer academici voor de klas. “Als een kind nooit ziek wordt in zijn schoolcarrière dan bestaat de kans dat die nooit een academicus tegenkomt. Ik denk daarom dat wij de verantwoordelijkheid hebben om academici te verleiden voor het onderwijs.”

Om meer academici voor de klas te krijgen verwees Rog naar het moeizame initiatief van de Radboud Universiteit om een driejarige universitaire pabo op te richten. “Wat je nu ziet is dat er een Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) bezig is met die aanvraag maar die lijkt de keuze steeds uit te stellen. Wat je ook ziet is dat de Vereniging Hogescholen ernstige bezwaren heeft en de universitaire wereld dit wil. Kortom hoe moeten wij een academische pabo of een universitaire pabo inrichten? Ik snap de kritiek van de hogescholen want die universitaire pabo van drie jaar die mist weer de beroepsgerichte component.”

In elkaars vaarwater zitten

Minister Bussemaker die zei de inspanningen van de Radboud Universiteit te steunen. “Dit kan helpen om een meer diverse groep studenten naar de pabo’s en naar het onderwijs te krijgen. Een universitaire pabo kan aantrekkelijk zijn voor een groep die is aangewezen op een academische pabo. De vraag is wel: voegt het iets toe of gaan het hbo en wo in elkaars vaarwater zitten? Dat moet de CDHO bekijken en die adviseren mij en op grond daarvan neem ik een besluit. Maar in algemene zin het is wenselijk dat er meer vwo’ers naar de pabo gaan of dat nu de academische of universitaire pabo is.”

Ook de indiener van de initiatiefnota Eppo Bruins mocht uitgebreid reageren. “Ik kreeg veel reacties uit het onderwijs na het indienen van mijn nota, veel mensen in het onderwijs herkennen het probleem. Weinig mannen op de werkvloer leidt tot een monocultuur en monoculturen zo weten wij uit het bedrijfsleven zijn niet goed voor organisaties. Ook mannelijke pabo-studenten die meldde mij dat ze mijn oproep als steun in de rug ervaren. Zoals de Moppers, een studievereniging van de Hogeschool Utrecht, voor mannen op de pabo die enthousiast reageerden. Daarnaast zijn er ook tal van andere lokale en landelijke initiatieven, zoals Veel Meer Meester en Rotterdam Meestert. Het is nu niet de politiek die de leiding moet nemen, maar de politiek moet deze ‘Urban Movement’ mogelijk maken.”

Zorgelijk dat het verschil zo groot is

Ook de minister was blij met de inzet van Bruins voor meer mannen voor de klas. “Ik vind het een mooi initiatief en eerlijk gezegd sluit het naadloos aan waar wij mee bezig zijn geweest. Ik vind het zorgelijk dat het verschil zo groot is tussen het aantal mannen en vrouwen in het onderwijs. We zien wel een positieve ontwikkeling, het aantal mannen op de pabo is heel lang gedaald, ik kan nu constateren dat in de periode dat ik verantwoordelijk ben er sprake is van een stijging. In 2000 zaten 14% mannen op de pabo dat zijn er nu 24%.”

“Maar met intensief beleid kan dit nog verhoogd worden. Er zijn pabo’s die weten 30 tot 40% mannen te werven. Daarom moeten andere pabo’s die het op dit punt nog niet goed leren van de andere pabo’s.”

Miljoenen toegezegd

Michel Rog vroeg ook aan de minister hoe de inspanningen voor meer vrouwelijke hoogleraren zich verhielden tot de inzet van de bewindsvrouw voor meer mannen voor de klas. “Deze minister heeft miljoenen toegezegd om voor meer diversiteit te zorgen waar het gaat om vrouwelijke hoogleraren. Ik zou toch ook haar reflectie willen hebben hoe die miljoenen voor 4500 posities zich verhouden tot de inspanningen voor 130.000 leraren in het basisonderwijs, waar een omgekeerde man/vrouw verhouding is.”

De minister weersprak dat. “Dit zou ik toch wel even willen corrigeren, ik maak mij over beide druk. Ik vind zowel het gebrek aan mannelijke leraren als vrouwelijke hoogleraren dramatisch, want ik ben tegen monoculturen. Ik vind het urgent in verband met diversiteit in organisaties, maar ook vanwege de identificatie van leerlingen. Ik zie bij beide toch ook wel verschillen.”

“Bij de universiteiten hebben we veertig procent vrouwelijke docenten en zeventien procent vrouwelijke hoogleraren. Vergelijk ik dat met het basisonderwijs dan hebben we zeventien procent mannelijke docenten, maar in het basisonderwijs hebben wij 50% mannelijke directeuren die je zou kunnen zien als hoogleraren. Het probleem is dan ook anders. Op de universiteiten staan mensen klaar om benoemd te worden, maar die kunnen niet die laatste stap nemen. In het basisonderwijs zien we dat er heel veel vrouwen lesgeven, relatief weinig daarvan worden schooldirecteur.” 

De Tweede Kamer bleek tevreden met de antwoorden van de minister. Paul van Meenen (D66) kon alleen aan het eind van het debat de oproep doen. “Wees een vent wordt docent.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK