Hbo heeft zichzelf aan de haren overeind getrokken

Nieuws | de redactie
8 maart 2017 | “Het is niet niks wat daar gebeurd is in het hbo, dat is echt heel erg knap.” Vier jaar na het rapport ‘Vreemde Ogen Dwingen’ is er in het hbo volgens auteur Jan Anthonie Bruijn veel gebeurd om de examinering te professionaliseren. Ook Paul Rullmann die de evaluatie uitvoerde vindt het een “knappe prestatie.”

Naar aanleiding van de maatschappelijke en politieke onrust over de kwaliteit van hbo-diploma’s, ontstond in 2011 discussie over de wenselijkheid van centrale examinering in het hbo. De toenmalige hbo-raad stelde daarop een commissie in, om alternatieven voor centrale examinering te onderzoeken.

Bij de instelling van die commissie werd ook al besloten dat de aanbevelingen geëvalueerd zouden moeten worden. Deze evaluatie is uitgevoerd onder voorzitterschap van Paul Rullmann  en is deze week aangeboden aan de minister. Uit de evaluatie blijkt dat het hbo zelf met goede alternatieven is gekomen voor centrale examinering. Rullmann en Bruijn lichten toe aan ScienceGuide wat het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’ heeft opgeleverd.

Rugdekking voor docenten

Rullman vindt dat er niet achterovergeleund kan worden. “Het is nu ook volhouden. Er is nu overleg tussen opleidingen en tussen hogescholen. Daar moet je dan ook ruimte voor maken en heb je dus ook middelen voor nodig. Docenten moeten rugdekking krijgen om daar ook daadwerkelijk mee bezig te kunnen zijn.”

De auteur van de evaluatie benadrukt dat hier zowel docenten als bestuurders een rol spelen. “Het was de bedoeling dat de werkvloer dit zelf zou oppakken. Er is nadrukkelijk gekozen voor een aanpak waarbij iedere hogeschool zelf de verantwoordelijkheid neemt voor dit traject. Het is ook iets wat onderin de opleiding bij docenten moet worden opgepakt. Dat is gelukt. Je kunt als bestuurder wel zeggen dat je commitment wil, maar ergens moet dat beginnen in de opleidingen zelf. Dat dit gelukt is vind ik heel erg knap.”

Geen afvinklijstjes

In het rapport wordt gewaarschuwd dat het hele traject van professionaliseren van de examinering niet tot afvinklijstjes moet leiden. Rullmann legt uit waarom. “Dit traject leidt ertoe dat je heel veel gaat structureren. Je gaat er voor zorgen dat bij de beoordeling van eindwerken structuur wordt aangebracht. Je gaat nadenken hoe het in elkaar zit en je volgt hoeveel gesprekken je hebt. Dat geldt ook voor de examinering. Je gaat het proces ontleden en je kijkt of je dat zorgvuldig op touw kunt zetten.”

“Voor je het weet heb je dan een formulier met vinkjes en als je die allemaal ingevuld hebt dan is het ook zogenaamd goed. Dat is natuurlijk alleen maar operationaliseren van de kwaliteit, maar dat is niet de echte kwaliteit. Ik zie dat meer als een soort fase. Je begint met het uiteenzetten van onderwerpen en als je dat een tijd hebt gedaan dan gaat dat weer losser en kijk je naar de kwaliteit achter de lijstjes.” 

Ook behulpzaam voor universiteiten

Het rapport van Jan Anthonie Bruijn kwam ook met de aanbeveling voor een Basiskwalificatie Examinering (BKE) en Senior Kwalificatie Examinering (SKE). Rullmann zegt dat dit tot discussie heeft geleid ook met het oog op het wo. “De vraag was of dit niet onderdeel moest worden gemaakt van de didactische bevoegdheid in het hbo. Dat zie je ook bij universiteiten. Daar zitten aspecten van de examinering in de Basiskwalificatie Onderwijs. Als je stelt dat ‘Vreemde ogen dwingen’ behulpzaam is voor de hogescholen, dat kan dat ook behulpzaam zijn voor universiteiten.”

In de evaluatie worden tien aanbevelingen gedaan, volgens Paul Rullmann zitten daar drie grote lijnen in. “Eigenlijk vallen de tien aanbevelingen in drie onderdelen uiteen. De eerste is ga zo door en zorg voor de middelen, tijd en bestuurlijke rugdekking. Tweede is zorg dat je ook het proces verbreedt, het rapport van Bruijn geeft een aantal aanbevelingen maar het is breder dan dat. Kijk bijvoorbeeld wat er in SURF-verband aan digitaal toetsen gebeurt.”

“Het laatste punt is dat je ook in het jaarverslag moet verantwoorden wat je doet. Daar zou een handreiking komen. Die is er nu nog niet en dat is toch wel van belang. Als je zelfsturing zo nadrukkelijk oppakt, dan geef je elkaar ook de gelegenheid om daar op te reageren en met elkaar in discussie te gaan. Anders blijft het te veel in de hogeschool hangen. Het gaat mij erom dat je aan elkaar laat weten wat de vorderingen  zijn die je hebt gemaakt. Daar kun je elkaar ook mee inspireren.”

Te veel enthousiasme

Ook de schrijver van het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’, Jan Anthonie Bruijn, is blij met de evaluatie die er nu ligt. “Daar waar het nog niet helemaal zo loopt als je graag zou willen, komt dat bijna door een te veel aan enthousiasme. Wij hebben destijds als commissie het advies gegeven om samen met andere opleidingen studenten instellingoverstijgend te examineren.”

“Dat betekent dat studenten voor de helft door andere instellingen geëxamineerd. Dat is een manier van ‘Vreemde ogen’ laten meekijken. Dit is soms ook opgepakt met veel meer dan twee of drie instellingen. Wij zeiden altijd: ‘doe dat niet met te veel instellingen’. Daar waar er dus nog ruimte is voor verbetering, komt dat vaak door een te veel aan enthousiasme.” 

Bruijn is vooral blij dat de aanbevelingen voor een BKE en SKE zo succesvol zijn opgepakt. “Die BKE en SKE is een enorm succesnummer. 91 procent van de hogescholen doet daar aan mee. Wij hebben dat aangereikt als een soort minimaal scholingsniveau voor mensen die gaan examineren. Dat zou bij een BKE minimaal een uur scholing zijn en bij de SKE zou dat iets zwaarder zijn, omdat die mensen in een examencommissie zitten. Wat je nu ziet is dat dit veel zwaarder en breder wordt ingezet dan wij ooit als minimum hadden voorgesteld. Dat is natuurlijk prachtig.”

Bruijn benadrukt tot slot dat deze kwaliteitsverbetering vooral te danken is aan de mensen op de werkvloer. “Ik hoop dat de hogescholen naar de tien aanbevelingen van Rullmann kijken en trots ontlenen aan de constateringen die gedaan worden in het rapport. Het is niet niks wat er gebeurd is in het hbo. Het hbo heeft zichzelf aan de haren overeind getrokken. De kwaliteit is een stuk beter geworden. Daar moeten wij echt bij stilstaan. Dat komt niet van deze twee commissies maar van studenten en docenten op de werkvloer die dit met veel commitment en bevlogenheid hebben opgepakt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK