Kwaliteitsafspraken in strijd met grondwet

Nieuws | de redactie
30 maart 2017 | De 25 procent ‘extra’ die de commissie Van de Donk het hoger onderwijs in het vooruitzicht stelt is volgens Sander van den Eijnden (Hogeschool Leiden) geen extraatje maar een broodnodige investering in onderwijskwaliteit. Bovendien is kwaliteitsbekostiging in strijd met de Grondwet.

Hieronder leest u de open brief van Sander van den Eijnden.

 

“Aan de bestuurders van universiteiten en hogescholen, beste collega’s,

 

De commissie Van de Donk stelt voor dat het volgende kabinet ons tot 25 procent extra budget geeft, bedoeld voor kwaliteit en missie. Het is een sympathiek gebaar, maar ik stel voor dat we dat geld aan een goed doel geven.

In artikel 23 van de Grondwet is de zorgplicht van de overheid voor het onderwijs bepaald. De overheid moet zorgen voor voldoende, goed en toegankelijk onderwijs voor haar burgers. Onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg. Daarom moet het onderwijs door de overheid worden bekostigd en mag de overheid er eisen van deugdelijkheid aan verbinden. Maar het geven van onderwijs is ook vrij, de maatstaven voor de bekostiging zijn daarom van algemene aard.

Voor zoiets als missiebekostiging  of kwaliteitsbekostiging door tussenkomst van een autoriteit (de minister of een commissie) biedt de grondwet geen ruimte. De commissie Van de Donk legt daarom uit dat die 25% extra budget extra is. Niet nodig om de basiskwaliteit of de toegankelijkheid te waarborgen, niet nodig voor de aanhoudende zorg van de regering. Extra geld voor extra dingen.

Dat lijkt me een ondoelmatige aanwending van rijksmiddelen. Als we het samen met 75% van het beschikbare budget kunnen doen, besteedt dan die andere 25 procent aan het beveiligen van spoorwegovergangen, het NATO-budget of – mijn eigen voorkeur – de salarissen van leraren in het primair onderwijs.

Maar het is geen extra geld, het is onderwijsgeld en broodnodig voor kwaliteit, voor toegankelijkheid, voor de rechten van studenten en voor de aanhoudende zorg van de regering.

Gelijke bekostiging van het onderwijs kwam in 1917 na 80 jaar schoolstrijd tot stand. Socialisten en liberalen schikten met de christelijke partijen en kregen er de invoering van het algemeen vrouwenkiesrecht voor terug. Het zijn twee belangrijke democratische beginselen en ze zijn het allebei waard om voor op te komen.

Dus toch maar niet weggeven die 25 procent, maar opeisen. Wat mij betreft net als gelijke beloning van leraren op de basisschool. 

Vriendelijke groet, 

Sander van den Eijnden, Voorzitter Hogeschool Leiden”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK