Lector krijgt nog geen toga

Nieuws | de redactie
21 juni 2017 | “Mijn collega’s uit het hbo mogen zelfs niet in stola meelopen bij de inaugurele rede op de universiteit.” De uitbreiding van het promotierecht is dan wel wettelijk aangenomen, maar wat valt er in de praktijk te verwachten? ScienceGuide sprak onderzoekers uit het hbo over de ontwikkelingen in het ius promovendi.

Waar de uitkomst van de behandeling van het ius promovendi in de Tweede Kamer nog ruimte liet voor elke gepromoveerde onderzoeker om promotierecht te krijgen, werden er in de Eerste Kamer concessies gedaan door demissionair minister Bussemaker. Het promotierecht blijft door deze restrictie behouden voor universiteiten, maar via een nulaanstelling aan een universiteit kunnen lectoren toch promotierecht bemachtigen.

Lees verder over de behandeling van het promotierecht in de Tweede en Eerste Kamer.

Dat de deur nu op een kier staat is volgens veel onderzoekers in het hbo een stap in de goede richting, zo blijkt uit gesprekken die ScienceGuide met hen had. Toch blijft er bij in de sector een wrange nasmaak hangen bij de behandeling en de uiteindelijke vorm van de wet. Een “U-bocht constructie”, zo noemde Ron Bormans (vz. Hogeschool Rotterdam) deze mogelijkheid voor lectoren om promotierecht te krijgen op Twitter kort geleden nog.

Betere promovendi

“Het verbaast me keer op keer wat de positie van lectoren is in het wetenschappelijk landschap is.” Masi Mohammadi is sinds 2012 lector aan de HAN en sinds 2016 hoogleraar aan de TU Eindhoven en vervult daarmee een brugfunctie tussen de werelden van de universiteit en hogeschool. Op zich is Mohammadi blij dat er een discussie op gang is gekomen over het onderwerp, maar ze had wel meer van de discussie verwacht: “Een discussie als deze moet over de inhoud gaan.”

Die inhoud is volgens haar de vraag op welke manier er betere promovendi opgeleid kunnen worden. “Wat ik vanzelfsprekend vind is dat je mensen niet uitsluit omdat ze bij een andere instelling zitten, dat heeft niets met je staat van dienst of je sterke eigenschappen.” Volgens haar is er natuurlijk wel een onderscheid tussen onderzoek op de universiteit en hogeschool “Maar dat betekent niet dat de een ondergeschikt is aan de ander.” 

Toch kiest de wetgever er nu duidelijk voor om het recht van promotie te beperken houden tot universiteiten. Die logica kan dan ook niet iedereen volgen. “Het is voor Nederland gewoon iets nieuws, en ik geloof ook wel in kleine stapjes, maar ik geloof dat je nog een stap verder moet gaan.” Aldus Welmoed van der Velden, lector maritiem recht en bestuurslid van de Vereniging van Lectoren. “Je moet het recht ook direct toe kunnen kennen aan lectoren.”

Volgens Welmoed moet de kwaliteit van de begeleiding leidend zijn in de invulling van de volgende stap. “Als je internationaal de vergelijking wilt maken, dan kun je een voorbeeld nemen aan Ierland.” In het Ierse systeem kijk men per onderzoeker of diegene geschikt is om als promotor op te treden en die persoon wordt dan vervolgens geaccrediteerd. “Van zo’n inhoudelijke kwaliteitscheck ben ik wel gecharmeerd. Dat zou een veilige eerste stap zijn om hier mee verder te maken.”

Op dit onderdeel krijgen beiden bijval van onderzoeker Jeroen van den Berg, oud-manager van EnTranCe en nu werkzaam bij TNO. “Als we kijken naar de eisen die gesteld worden aan lectoren dan gaat het net zo hard om de vraag of ze gepromoveerd zijn, en zelfstandig onderzoek kunnen begeleiden. Als ze zouden solliciteren bij de universiteit zouden ze ook promotierecht krijgen.” 

Oplossing in de praktijk

De functie-eisen voor een lector zijn volgens Van den Berg zelfs zwaarder dan op de universiteit dan op een hogeschool. “Je moet met je poten in de klei staan om ook die vertaling naar de praktijk te kunnen maken.” Ook wijst hij er op dat er grote voordelen aan uitbreiding van het promotierecht naar lectoren zitten voor de promovendus op het hbo, die in de praktijk vaak twee verschillende broodheren heeft waarvan er een onderwijs en de ander onderzoek belangrijker vindt.

“Als ik kijk naar de samenwerking tussen de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen dan zitten de promotor en promovendus gelukkig dicht bij elkaar, en werkt die samenwerking tussen instellingen goed.” Maar volgens hem is dat is lang niet altijd het geval. “Soms zit een promotor zelfs helemaal in het buitenland. Dat maakt zo’n spagaat alleen maar groter en dan kan de promotie van de voorgrond verdwijnen. ”

Ook volgens Van der Velden is dit een probleem. Alhoewel de oplossing met een nulaanstelling voor sommige vakgebieden soelaas zal bieden geldt dit lang niet voor alle gevallen. “Neem nu mijn eigen vakgebied, de maritiem operationele opleidingen, daar is in Nederland geen universitaire equivalent voor.” Deze studenten worden wel begeleid door de lector maar deze verleent de graad via een aanstelling bijvoorbeeld aan een universiteit in Kenia. “Dat lijkt in alles op een 100% Nederlandse promotie, alleen we hebben het recht niet om dat toe te kennen: wel het werk, niet de beloning.”

Mohammadi is bang dat deze wetgeving willekeur in de hand zal werken omdat het uitmaakt van wat iemand ‘kan regelen’ bij een instelling. “Ik vind het ook een nogal bureaucratische oplossing en de eerste gedachte die bij mij binnenkomt is dat het nu dus heel erg af gaat hangen van wie je kent.” Op deze manier worden we een ander soort land. Ik zeg niet dat mensen bezig zijn met vriendjespolitiek, ik kom vooral integere mensen tegen in mijn vak, maar je zet op deze manier de deur wel open voor dat soort praktijken.”

Academische status

Voor sommigen lijkt de waarde van de titel toch echt samen te hangen met de instelling waar deze verleend is, en daar lijkt de wetgever rekening mee te hebben gehouden. Van de Berg begrijpt dit wel. “Als ingenieur ben ik ook erg trots op het feit dat ik ir. ben en geen drs.” Toch zou ook hij er niet voor willen gaan eventueel in doctorstitels te gaan differentiëren.

“Ik zie meer in het systeem waarin iedereen gewoon dezelfde titel heeft, maar dat het gewoon uitmaakt waar je die titel behaald hebt.” De kaders voor het behalen van een titel zijn wat hem betreft helder, maar zijn die sowieso in elk vakgebied anders. “Als ik vergelijk wat een doctor in het recht en een natuurkundige moeten doen dan zie ik enorme verschillen, maar toch dezelfde titel. Dat zou dan net zo goed kunnen opgaan voor hogescholen versus universiteiten.”

Mohammadi, die eind deze maand haar intreerede uitspreekt aan de TU Eindhoven, kwam er in de voorbereiding op deze gelegenheid nog achter dat volledige acceptatie van hbo-onderzoekers op de universiteit voorlopig nog geen sprake is. “Ik vroeg aan het bureau pedel of mijn hbo-collega’s ook in hun stola [hbo equivalent van toga] mee konden lopen in het cortège: dat mocht niet van de universiteit.”, vertelt ze. “Dit is een kwestie van een mind set en het gaat niet over de inhoud. We zijn aan vernieuwing toe.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK