Shell: technici niet technisch genoeg

Nieuws | de redactie
27 januari 2006 |

“Het probleem bij Nederlandse afgestudeerde technici is niet een gebrek aan communicatieve vaardigheden, maar juist een gebrek aan technische kennis”. David Pappie Global Manager Attraction & Recruitment van Shell zet het debat over de technische ‘verbredingsstudies’ nog eens aan. Op het wo-seminar van Deltapunt Bèta-Techniek kreeg hij daarop al veel kritische reacties en hij wil daarom zijn betoog verder uitdiepen. Hij wil niet stellen dat universiteiten zulke studies niet moeten aanbieden: “Ik zeg alleen dat als je zo’n studie doet, je kansen op een baan bij Shell niet omhoog gaan. Ik denk dat het goed is studenten die duidelijkheid te bieden, ze te laten weten naar wat voor profiel wij op zoek zijn”.


“Zowel op de energiemarkt als op de chemiemarkt zie je steeds meer een beweging naar globalisering. Het is belangrijk daarop in te spelen. Daarom zijn vrijwel alle productielijnen binnen Shell inmiddels wereldwijd georganiseerd, zodat we productieprocessen wereldwijd kunnen aansturen en klanten ook wereldwijd kunnen bedienen. En als je dat doet, dan is het logisch om ook de HR wereldwijd te organiseren. Want ook de mobiliteit van talent is enorm toegenomen.

Voor mij als Global Manager Attraction & Recruitment is het belangrijk toptalent naar Shell te krijgen. Ook dat is een wereldwijde uitdaging. Waarbij het natuurlijk een strategisch voordeel is als je het talent achterna kunt; we zitten namelijk in 145 landen. Je kunt dan veel talent aantrekken waar veel talent is.

In de westerse wereld zie je een continue afname van wetenschappers en mensen met een technische achtergrond. Dit speelt niet alleen in Nederland, maar ook in landen als Engeland en de USA. Het heeft ook wel met vergrijzing te maken. Maar Nederland loopt in die afname van technici wel voorop, qua aantal bètastudenten is Nederland in Europa hekkensluiter samen met Italië.

Heeft Nederland te weinig bètastudenten? Dat is een keuze die de Nederlandse samenleving zelf moet maken. 20% van de studenten die we recruteren van Nederlandse universiteiten, komt tegenwoordig uit het buitenland. De vraag is of dat erg is. Op de conferentie van het Platform Bèta/Techniek zeiden sommige universiteiten dat ze er zich juist op richten om meer buitenlandse studenten op te leiden. En dat is natuurlijk prima. In Engeland is overigens al 50% van de studenten die van de universiteiten daar recruteren, van niet-Engelse afkomst. Je ziet ook dat met name Engeland en de VS steeds meer technische studenten uit het buitenland gaan opleiden. Met steeds meer buitenlandse studenten in Nederland kun je rustig stellen dat Nederland een attractief land is. Onze universiteiten staan goed aangeschreven in de wereld. Ook voor de studenten is Nederland denk ik wel interessant. Nederland is een open maatschappij.

Voor Shell maakt het eerlijk gezegd niet zoveel uit hoeveel bètastudenten we hier kunnen recruteren, omdat we toch wereldwijd opereren. Daarom heeft het CPB ook ongelijk wanneer hij stelt dat de lonen voor bèta’s vanzelf zullen stijgen wanneer er een tekort is aan bèta’s hier. Dat is natuurlijk niet waar; bij een tekort aan bèta’s hier gaan we die meer in andere landen recruteren. Je moet ook oppassen dat je je als Nederland qua lonen niet uit de markt prijst. Wel vinden we het belangrijk om ook voldoende Nederlandse mensen binnen te halen. In Nederland zit namelijk wel 10% van ons personeel; alle businesses zijn vertegenwoordigd en we hebben hier twee belangrijke onderzoekscentra (Amsterdam & Rijswijk) en een internationaal hoofdkantoor (Den Haag). Bovendien liggen onze “roots” nog steeds hier in Nederland.

Bij Shell maken we ons wel bezorgd over de diepte van de kennis van afgestudeerde technici in Nederland. Op dit moment zie je allerlei verbredingsstudies, zoals Techniek en Maatschappij in Eindhoven en Innovatiewetenschappen in Twente. Ik begrijp wel waarom universiteiten dit doen: ze willen natuurlijk aansluiten bij trends in de samenleving, en ontwikkelen daarom opleidingen die aanspreken bij een zo breed mogelijke groep studenten. Maar als recruiter ben ik hier vrij sceptisch over. Wij vinden het belangrijk dat je hebt aangetoond dat je eerst de diepte in kan. Als je eenmaal een differentiaalvergelijking kan, dan komt de rest vanzelf wel. Die managementvaardigheden komen later wel. Die kun je bij ons wel leren. Wel is het natuurlijk belangrijk dat je de mogelijkheid en capaciteit hebt je daarna te verbreden. Er moet sprake zijn van een gezonde balans. Op de conferentie heb ik dat aangeduid met “T-shaped”.

Overigens werd ik op de conferentie wat dat betreft verkeerd begrepen. Ik ben er niet op tegen dat de universiteiten zulke verbredingsstudies aanbieden. Ik zeg alleen dat als je zo’n studie doet, je kansen op een baan bij Shell niet omhoog gaan. Ik denk dat het goed is studenten die duidelijkheid te bieden, ze te laten weten naar wat voor profiel wij op zoek zijn. Ook is het een misverstand te denken dat wij op zoek zouden zijn naar ‘nerds’ of iets dergelijks. De Nederlandse studenten behoren wereldwijd bij de groep met de breedste belangstelling. Nederlandse studenten zijn bijvoorbeeld heel goed in debatteren. Dat valt zeker op in vergelijking met studenten uit bijvoorbeeld Azië. Laten we niet vergeten dat studeren voor mensen in Azië ook heel duur is; zij hebben dan ook geen tijd voor veel extracurricullaire activiteiten of zelfs frivoliteiten. In de Westerse wereld hebben studenten meer de luxe voor studentenverenigingen en dergelijke. Overigens vinden we dat ook heel goed, dat moedigen we ook aan. Over de communicatieve vaardigheden of de brede belangstelling van de Nederlandse afstudeerders maken wij ons niet ongerust, maar we moeten er wel voor blijven waken dat de specifieke technische kennis ook gewaarborgd blijft.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK