Interview met Hans van Mierlo

Nieuws | de redactie
15 februari 2006 |

‘Wat verstaat u onder analytisch vermogen?’
Voor mij omvat analytisch vermogen de capaciteit om via de logica de weg zichtbaar te maken naar een conclusie. Een primair aspect daarbij is een onderscheid te maken naar hoofd- en bijzaken. Dat vermogen kent succes als het lukt om de conclusie te laten voortvloeien uit de voorafgaande analyse. Je moet dat vrij zien te houden van een teleologische dimensie waarbij je de analyse invoegt om een al getrokken conclusie te rechtvaardigen. In zuivere vorm behoort analytisch vermogen het onvermijdelijke bloot te leggen en niet het gewenste.

Het startpunt bij analytisch vermogen, de probleemstelling, zal onmiskenbaar een zekere persoonlijke kleuring inhouden en hetzelfde geldt voor het einde, de conclusie. Het grote middenstuk, de eigenlijke analyse, dient echter een zo objectief mogelijk proces te zijn.
In de alledaagse, vooral in de politieke, werkelijkheid zie ik nogal eens dat de analyse wordt overgeslagen. Mensen beginnen met een conclusie in plaats van daarmee te eindigen. Met de analyse is het vaak dramatisch gesteld: die ontbreekt of is er maar half en aan halve analyses heb je niks.

‘Moet een minister over analytisch vermogen beschikken?’
Dat zou één van de allerbelangrijkste competenties voor een bewindspersoon moeten zijn. Voor een analyse heb je echter tijd nodig en die ontbreekt meestal. De praktijk is dat je onder grote tijdsdruk enorme hoeveelheden stukken tot je moet nemen. Je zet een paraaf maar dat betekent dat je een stuk gezien hebt en niet dat je de inhoud je echt eigen gemaakt hebt. De befaamde loodgieterstassen dicteren je werk. Dat bewindspersonen tijd krijgen en nemen voor het maken van analyses zou pas echt een belangrijke bestuurlijke vernieuwing betekenen.

Ook het Parlement is meedogenloos. Hoe vaak heb ik als minister van Buitenlandse Zaken niet meegemaakt dat onderweg in een vliegtuig het bericht kwam dat ik door de Kamer werd ontboden. Kort daarna kwamen de eerste indicaties over de vragen die voor mij bedoeld waren en kort daar weer na de aanzetten voor de antwoorden. Zo verschraalt en verpaupert het werk van een minister.
Natuurlijk staan er ambtenaren tot je beschikking om je te ondersteunen. Sommigen van hen voelen goed aan wat je wilt en helpen je bij de voorbereiding maar alles staat onder grote tijdsdruk. Het snelle woord maakt de dienst uit en in de diplomatieke wereld kunnen ze dat ook nog hullen in een elegant jasje. Aan diepte komt een minister nauwelijks toe.

‘Waar liggen uw inspiratiebronnen?’
Als anderen mij analytisch vermogen toedichten dan kan ik dat niet zo makkelijk inzichtelijk maken. Ik denk zoals ik denk en volgens mij doe ik dat al mijn hele leven langs dezelfde lijn. Kennelijk voel ik de behoefte dat zo te doen. En als iemand de behoefte voelt om op een bepaalde manier te denken dan zal die behoefte wel het vermogen daartoe scheppen.

Verder denk ik dat de rechtenstudie een bijdrage heeft geleverd. Dat is een vak waarin de discipline tot logisch denken ruimschoots aan bod komt. Voor mij zal ook de journalistieke achtergrond een rol hebben gespeeld. Van 1960 tot 1966 was ik redacteur bij het Algemeen Handelsblad. De wijze waarop een journalist een betoog opbouwt, heeft als het goed is verwantschap met hoe een politicus dat doet. Ik herinner me dat er naar aanleiding van politieke bijdragen in mijn beginperiode wel gewezen werd op een parallel met een hoofdredactioneel artikel in de NRC. Die twee betogen kwamen volledig onafhankelijk van elkaar tot stand maar droegen waarschijnlijk wel de sporen van een zelfde manier van analyseren en redeneren.

Een recent voorbeeld van sterk analytisch vermogen vind ik het boekje van Geert Mak ‘Gedoemd tot kwetsbaarheid’. Ik wil dat noemen omdat Mak een andere kant van analytisch vermogen laat zien dan waar ik eerder over sprak. Mijn omschrijving had betrekking op de verticale vorm van analytisch denken. Je begint met het probleem en daalt af naar de conclusie. Dat gaat van boven naar beneden en tree voor tree. Het is essentieel om onderweg geen stap over te slaan.
Wat Mak laat zien is een horizontale vorm van analytisch denken. Hij haalt diverse verschijnselen, wisselend naar tijd en plaats, aan om die in verbinding te brengen met het perspectief van de Nederlandse situatie van nu kort na de moord op Theo van Gogh.

Wat beide vormen van analytisch vermogen gemeen hebben is hun logische inbedding in een feitencomplex. Voor de foto heb ik een keuze gemaakt uit twee beeldjes en wel van Thorbecke en Machiavelli. Beide zijn mij ooit als prijs overhandigd en hebben een relatie met het gespreksonderwerp. Omdat het nog heel vers is dat de politieke partij, die het wetsontwerp over de gekozen burgemeester gelanceerd had, daar nu in de Eerste kamer de doorslaggevende tegenstem op heeft uitgebracht, vind ik het wel voor de hand liggen om met Machiavelli te poseren. Dat beeldje betrof trouwens een prijs voor overheidscommunicatie.

‘Wat dient een communicatieprofessional aan analytisch vermogen in huis te hebben?’
Ik heb altijd moeite gehad een compleet beeld te krijgen van wat dat vak nu precies allemaal inhield. In ieder geval heeft het te maken met de manier waarop zaken in de openbaarheid komen. Ik signaleerde al dat de ruimte die analyse krijgt onder druk staat. Dat geldt in verhevigde mate bij de media.
We zien bij ons de veramerikanisering van de politiek met veel aandacht voor oneliners. Tijd voor analyse ontbreekt want tijd is geld. Ik denk daarom dat het communicatievak bij uitstek gevaar loopt dat de analyse aangepast wordt aan de gewenste conclusie. Op zoek naar winst en niet naar waarheid.

‘Hoe kun je analytisch vermogen ontwikkelen?’
Ik durf op dit punt geen duidelijke uitspraken te doen. Voor mijn gevoel hangt dit sterk af van de vraag of een dergelijk vermogen op jonge leeftijd wel of niet tot ontwikkeling is gebracht. Je zult het ongetwijfeld in bepaalde mate kunnen bevorderen door het denken te stimuleren en door het te doen. Iemand die zichzelf voortdurend vragen stelt als “waarom vind ik dit” en “klopt het wel wat ik vind” zal de eigen talenten op dit vlak stellig bekwamen.

‘Wat is de belangrijkste reparatie aan het huis van Thorbecke?’
De verbinding tussen het huis en de burgers zal opnieuw gelegd moeten worden. Het architectonisch bijzondere van het huis is dat het van bovenaf is gebouwd bestemd voor een autoritaire samenleving. Inmiddels is de samenleving totaal veranderd. Het huis is zo lang in stand gebleven door de kwaliteit van de binnenmuren. Dat waren de zuilen.
Nederland raakte ontredderd toen de zuilen instortten. De politieke partijen wilden geen consequenties verbinden aan die omstandigheid of konden het niet eens worden over die consequenties. Dat is de situatie waar we ons nu al geruime tijd in bevinden. De zuilen zijn verdwenen al staan sommige staketsels zoals omroepen, politieke partijen en vakbonden nog overeind. We hadden het mooiste sociale stelsel ter wereld maar op het moment dat de sociale controle erodeert is het stelsel tot ondergang gedoemd.

De band tussen burgers en instituties is verbroken. We hebben een zeer indirecte vorm van democratie. Indirecter dan enig ander land, zie maar eens het gebrek aan invloed van de kiezer op de regeringsvorming. In een verzuilde structuur functioneerde die indirectheid. Mensen voelden verbondenheid met de zuil waar zij toe behoorden en hadden vertrouwen in hun voorlieden die onderling tot zaken kwamen. Dat is verdwenen en we moeten onze indirecte democratie directer maken. Twee bewegingen kunnen daaraan bijdragen: het persoonlijker maken van ons stelsel en de lijnen tussen kiezer en gekozene korter maken.
Er bestaan talloze voorstellen om daar invulling aan te geven. Een districtenstelsel is een voorbeeld maar ook de mogelijkheid voor de burger om twee stemmen uit te brengen: één voor de macht en één voor de controle op de macht. Alleen door de burger opnieuw aan te hechten komt de verbinding met ons staatsbestel tot leven. Als we daar niet in slagen zal uiteindelijk de samenleving zoals we die hebben opgebouwd verloren gaan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK