Interview met Mark Rutte

Nieuws | de redactie
15 februari 2006 |

‘Wat verstaat u onder analytisch vermogen?’
Onder analytisch vermogen versta ik de vaardigheid om complexe problemen aan te pakken, die vanuit verschillende invalshoeken te belichten met het doel een oplossing te bereiken. Ik wil daar aan toevoegen dat mijn denken over wat analytisch vermogen inhoudt de laatste jaren wel is gaan schuiven. In de klassieke benadering, die volgens mij veel mensen hanteren, hak je een probleem in mootjes om die stuk voor stuk tegen het licht te houden. Als je dat gedaan hebt dan veeg je die afzonderlijke stukken weer bijeen en dan heb je de analyse van het probleem.

In mijn laatste periode bij Unilever en helemaal nu in mijn politieke leven heb ik ontdekt dat die benadering maar ten dele werkt. Dat komt omdat de problemen daarvoor meestal te complex zijn. Het ontleden verduistert het zicht op het probleem. Een integrale of holistische benadering past beter. Daarbij probeer je het probleem in zijn eigen volheid te doorgronden. Behalve de toegenomen complexiteit is er een tweede reden om aan een dergelijke benadering de voorkeur te geven.
De klassieke benadering heeft een eenzijdige oriëntatie op rationaliteit. Een probleem kent echter ook irrationele kanten die, wil je tot een goede conclusie komen, ook in je afweging thuishoren. Dat is te vergelijken met wat in onderwijskringen wel de verschuiving van IQ naar EQ genoemd wordt, aandacht voor de emotionele dimensie van intelligentie.

‘Moet een bewindspersoon over analytisch vermogen beschikken?’
In mijn werk probeer ik aan analytisch vermogen een invulling te geven die aansluit bij de bovengeschetste benadering. Dat wil zeggen dat ik streef naar een paradigmaverschuiving of anders gezegd ik beoog een andere manier om naar ons onderwijs te kijken ingang te doen vinden. Ik weet dat in veel statistische lijstjes ons onderwijs redelijk scoort. Die informatie laat slechts een deel van de werkelijkheid zien. Het is mijn overtuiging dat ons onderwijs te weinig inspireert en te weinig creativiteit losmaakt bij hen die daaraan deelnemen. Ik kijk met wat kritische zin naar de rol van bestuurders in het onderwijsveld. Zij zouden meer ter verantwoording mogen worden geroepen door medewerkers en studenten. Blijft dat uit dan krijgt hun handelen iets conserverends.

Ik kan de veranderingen die ik voorsta deels rationeel met cijfers onderbouwen. In mijn zienswijze is dat ook niet erg. Het is mijn ambitie om ook een emotioneel appel op het onderwijsveld te doen om vernieuwingen door te voeren. Leiderschap houdt in dat je de mensen daar warm voor krijgt. Dat is waar ik aan wil werken. Daarnaast kun je een dergelijke beweging met gerichte beleidsmaatregelen versterken. Zo kun je denken aan reputatieschalen en betere systemen om de ontwikkeling van studenten te volgen. In ons huidige systeem van diplomafinanciering huizen sterke nadelen. Via een combinatie van rationele en emotionele prikkels wil ik samen met het veld de gewenste richting inslaan.

‘Waar liggen uw inspiratiebronnen?’
Mijn studie geschiedenis in Leiden heeft me vertrouwd gemaakt met het hanteren van een diversiteit aan invalshoeken. Gelukkig heb ik verschillende inspirerende docenten getroffen zoals onder anderen de hoogleraren Pleket en Versnel bij oude geschiedenis.
Een leerzaam voorbeeld ter illustratie van mijn betoog, dateert uit mijn periode bij Unilever eind jaren negentig. Tex Gunning was divisiedirecteur en verantwoordelijk voor wat daar heet de niet-ingevroren levensmiddelen. Unilever is marktleider in margarine met een aandeel van 70% maar wel in een krimpende markt. Jaarlijks daalde die markt met 3%. Verschillende ontwikkelingen liggen daaraan ten grondslag: qua imago had margarine een jeneverprobleem; de groeiende populariteit van alternatieve producten zoals olijfolie; veranderingen in leefpatronen waardoor ontbijten er bij inschiet enz. Al die ontwikkelingen cumuleren tot een majeure maatschappelijke trend: de afname van het aantal smeermomenten.

Dat proces was al twintig jaar aan de gang en gold inmiddels bij Unilever als een onwrikbare natuurwet. Echter niet in de ogen van Gunning. Hij weigerde zich neer te leggen bij de langzame sloop van Unilevers citadel. Allereerst begon hij intern het roer om te gooien door niet meer te accepteren dat businessplannen een teruggang vermeldden. Dat leidde tot veel commotie waarbij door sommigen zelfs openlijk getwijfeld werd aan zijn verstandelijke vermogens. Vervolgens werd de nieuw lijn zichtbaar in externe activiteiten. Het 75-jarig jubileum van Blue Band werd groots aangepakt, er werd aansluiting gezocht bij Finse experimenten met cholesterol verlagende margarine en de reclame werd uitgebreid. Vrij snel werden resultaten zichtbaar. Na decennia van teruggang stabiliseerde de markt om in de jaren daarna met indexcijfers van 103 en 107 zelfs stijging te vertonen. In marketingtermen betekende dit een ware paradigmaverschuiving.

‘Wat dient een communicatieprofessional aan analytisch vermogen in huis te hebben?’
Mag ik misschien eerst als terzijde opmerken dat ik de benaming adviseur voor een communicatieprofessional ongelukkig vind. Dat associeer ik te veel met schone handen aan de zijlijn om na afloop te roepen “ik had nog zo geadviseerd om het anders te doen”. Communicatieprofessionals behoren een sterk besef te hebben dat boodschappen niet louter rationeel hun werk doen. We kunnen niet windstil besturen. Ik heb dat ook zelf mogen ervaren toen ik in de afgelopen periode botste met studenten. Vanaf mijn entree in de politiek heb ik dikwijls een welwillende pers gehad maar nu liep ik ook zelf schade op. Daar kun je echter van leren. Storm is niet altijd te vermijden en communicatieprofessionals moeten zich dat realiseren en ermee om kunnen gaan. Ik heb daar vertrouwen in want dit departement heeft in het verleden met storm het nodige leergeld betaald.

Een andere opmerking heeft te maken met het grote belang om altijd dicht bij de kern van een persoon te blijven. Een politicus moet geen dingen doen die zich slecht verdragen met zijn karakter. Dan gooit iemand zijn geloofwaardigheid te grabbel. Dat betekent voor communicatieprofessionals kies een holistische invalshoek. Als je partituren van Beethoven en Mozart vergelijkt dan zie je de verschillen. Die van Mozart zijn in één keer uitgeschreven en weerspiegelen de perfectie maar die van Beethoven laten met alle doorhalingen zien dat meesterwerken zwoegend tot stand komen.

‘Hoe kun je analytisch vermogen ontwikkelen?’
Hiervoor geldt hetzelfde als bij andere competenties te weten mensen uitdagen en stimuleren. Voor een deel is dit een kwestie van beleidsmaatregelen maar voor een heel groot deel van inspirerende mensen in het onderwijs. We moeten bij studenten nieuwsgierigheid prikkelen zodat zij warmlopen voor de vragen naar het waarom en niet alleen voor een diploma. Als departement kunnen wij een bijdrage leveren bijvoorbeeld met het indammen van de bureaucratische rompslomp.

‘Wat is de belangrijkste reparatie aan het huis van Thorbecke?’
Het grootste probleem van ons staatsbestel is de acceptatie van en het draagvlak voor de politieke elite bij de bevolking. Je kunt dat zien aan het grote electorale succes van stromingen die zich profileren tegen het establishment. De tragiek is dat je dat slechts eenmalig kunt doen. Als je door je electorale succes deel mag nemen aan de macht ben je meteen je credo kwijt. In mijn ogen vormt het gebrek aan inspirerend politiek leiderschap de belangrijkste verklaring voor het gebrek aan vertrouwen bij burgers.

Er zijn weinig politici die dat in huis hebben. Wiegel vormt een uitzondering. Als hij terloops laat doorschemeren een terugkeer in de politiek niet uit te sluiten, domineert dat wekenlang de publieke discussie. Dat is allemaal toe te schrijven aan zijn communicatief vermogen. Om diezelfde reden zou ik in Engeland als overtuigde VVD-er altijd Tony Blair stemmen.

Clinton kon het ook. Hij hanteerde in zijn soundbytes een vast stramien. Eerst vertelde hij wat het probleem was en waarom. Vervolgens vertelde hij dat er twee oplossingen waren en waarom de zijne de beste was. Hoewel je het leiderschapsprobleem niet oplost met staatkundige aanpassingen geloof ik wel dat we op dat punt veranderingen moeten doorvoeren. Het kiezen van de burgemeester vergroot zijn legitimatie bij de burger. Ook de variant om bij verkiezingen twee stemmen te laten uitbrengen op de formateur en op een partij vind ik een experiment dat overweging verdient. Het risico dat de formateur een stroming representeert die in het parlement niet op een meerderheid kan bogen, zoals Israël laat zien, moeten we maar op de koop toe nemen.

Roelf Middel


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK