“Rutte kan het”

Nieuws | de redactie
27 april 2006 | Wat vinden liberale toppers uit het hoger onderwijs van de partijstrijd Mark-Jelleke-Rita? Wie vinden zij dat het moet worden? ScienceGuide heeft bij de actieve VVD’ers in de sector als CvB-voorzitters en oud-bewindslieden die vraag neergelegd en de reacties zijn soms onthullend.
Om te beginnen de voorzitter zelf van de Onderwijscommissie van deze partij, prof. Jan Anthonie Bruijn. Hij is ook lid van de Onderwijsraad en hoogleraar immunopathologie te Leiden. Bruijn is lovend over Mark Rutte: “Rutte doet het prima. Hij is heel vernieuwend bezig. Hij heeft een aantal heel goede discussies vlot getrokken. Dat zie je bijvoorbeeld in de discussie over binariteit.

Op zichzelf is dat natuurlijk een heel ingewikkelde discussie, maar hij gaat het gesprek daarover tenminste niet uit de weg. Dat zie je ook met de nieuwe wet HOO: dat is een heel moeilijk proces, waarbij hij afspraken moet maken met allerlei verschillende mensen. Het is logisch dat Rutte daarbij weerstanden ontmoet. Maar hij gaat er wel goed mee om.” Maar de commissievoorzitter wil zich (nog) niet in de kaarten laten kijken als het het leiderschap van zijn partij betreft. “Rutte en Verdonk zijn allebei kanjers. We moeten rustig bekijken hoe ze zich ontwikkelen. Ze zijn natuurlijk allebei goed. Ik heb nog geen voorkeur voor Rutte of Verdonk, want ik heb hun inhoudelijke standpunten nog niet gezien.”

Heel anders is in dat opzicht de inbreng van Avans- voorzitter Harry Koopman. Die draait er niet om heen en zegt: “Rutte moet wat laten zien. Hij kan het.” Maar dat blijkt niet ingegeven door een groot enthousiasme voor het liberaal HO-beleid van het voorbije decennium. “Ik ben echt teleurgesteld in wat de VVD klaarspeelde in deze jaren,” onderstreept Koopman. “Het Hoop 2000 van Loek Hermans bood ruimte, gaf de indruk dat het die kant op zou gaan, zoals dat voorheen niet kon. Dat sprak mij bijzonder aan, het werd aan instellingen zelf ook overgelaten op welke manier zij zouden willen samenwerken tussen hbo en wo, waarbij intensievere vormen ook duidelijker pluspunten met zich mee zouden brengen. De liberalen hadden het kortom kúnnen klaarspelen. En daarom ben ik juist bitter teleurgesteld dat het wenkend perspectief voor het hoger onderwijs en de kennissector er uiteindelijk niet gekomen is. Loek Hermans, noch Nijs of Rutte hebben dit waar weten maken. Rutte heeft in dit opzicht weinig verkeerd gedaan, maar dat komt ook omdat hij zo weinig gedaan heeft.”

Dat wil voor Koopman niet zeggen, dat Rutte daardoor niet gekwalificeerd of geschikt zou zijn voor het leiderschap van zijn partij. “Hij kán het wel, daar ben ik van overtuigd. Hij heeft laten zien, dat hij zo’n goed punt als ‘meer Begeisterung’ ook weet vol te houden en in te vullen, bijvoorbeeld.” Daarom is de keuze voor Koopman duidelijk: “Mijn stemadvies is: steun Rutte.”

Vice-voorzitter Hein Dijkstra van VU/Windesheim rekent zichzelf tot de stroming van Voorhoeve en Rutte: “Ik ben geen conservatief en daarom steun ik Rutte.” Ook zou hij het “jammer” vinden als Rutte weggaat als staatssecretaris. Maar hij vraagt zich af of Rutte al klaar is voor het leiderschap van de VVD: “Ik zou hem graag nog wat zwemwater gunnen om te oefenen”. Dijkstra vond Rutte vooral sterk als staatssecretaris van Sociale Zaken: “Hij was daar echt trendsettend bezig, hij toonde zich iemand met ballen”. Maar op OCW heeft Rutte het er na een “veel belovend begin” wat bij laten zitten. “Als je kijkt naar het vraagstuk van de widening participation, waar het Innovatieplatform ook op heeft aangedrongen, en naar de emancipatie van het hbo naar het wo, dan moet je zeggen dat Rutte een gouden kans heeft gehad. Hij straalde in het begin ook uit dat hij die kansen echt zou benutten. Maar als je dan naar de concepten van de WHOO kijkt, dan vind ik dat hij daar onvoldoende werk van heeft gemaakt. Hij heeft zijn oren te nadrukkelijk laten hangen naar bepaalde vertegenwoordigers van het wo. Rutte is onvoldoende progressief gebleken om als breekijzer te dienen bij het realiseren van de Lissabondoelstellingen en de invoering van het Angelsaksische model in Nederland”.

Meest uitgesproken voorstander van Rutte is Nel Ginjaar , ooit zelf bewindspersoon op O&W en later lid van de Onderwijsraad en voorzitter van de RvT van de HZ. Op de vraag van ScienceGuide zegt zij: “Mark. Natuurlijk! Hij is een echte liberaal en ik ben er zeer op gesteld, dat onze lijsttrekker die overtuiging weet uit te stralen. Daarbij komt dat een nieuwe generatie het roer moet gaan overnemen, daar is de tijd rijp voor. Mark is zonder meer het gezicht van die nieuwe generatie liberalen en dat kun je van Rita Verdonk moeilijk zeggen. Daarbij komt dat hij in zijn beleid op twee ministeries heeft laten zien dat hij wat in zijn mars heeft, ook als je in het hoger onderwijs op punten kritisch over zijn beleid zou willen zijn.”

Ginjaar geeft daarbij toe, dat zij met Rutte’s tegenkandidaat Verdonk weinig op heeft. “Een buitengewoon rechtse dame is dat die bovendien een bijna onmenselijk beleid heeft gevoerd. Zoals zij in de zaak rond Taida Pasic opereerde, dat is toch vreselijk. Je kunt de Wet-Cohen over toelating echt op verschillende manieren uitvoeren, zó kil is nergens voor nodig. Daardoor merk je meteen dat zij aan het tweede deel van haar portefeuille, de integratie, geen lor heeft gedaan. In de debatten blijkt nu, dat zij van onderwerpen buiten het toelatingsbeleid geen kaas gegeten heeft en dat zij de liberale traditie, de tradities van de VVD gewoon niet kent.”






«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK