Bureaucratie van Rutte en Tjeenk Willink

Nieuws | de redactie
22 mei 2006 |

De staatssecretaris van Onderwijs en kandidaat-VVD-lijsttrekker Mark Rutte wil de bureaucratie in onderwijs en gezondheidszorg drastisch terugbrengen. Maximaal 15 procent van de uitgaven in die sectoren mogen worden besteed aan management en administratie, zo stelt hij in zijn Negen Punten Verkiezingsplan. Het aardige van plannen van een politicus die al een paar jaar bestuurder is, zit hem erin dat je kunt kijken wat de man zelf al heeft gedaan om zijn plannen te verwezenlijken. Als het om bureaucratie gaat, is het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een van de beruchtste in Den Haag.  De afgelopen jaren, waarin Rutte daar mede de scepter zwaaide, hebben op dit punt nog weinig verbetering laten zien.

Onlangs maakte ik als bestuurder van een grote universiteit weer een staaltje OCW- bureaucratie mee dat in zijn Kafkaiaanse schoonheid te mooi is om niet te vermelden. De regelgeving (Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) wil dat iedere universiteit die een nieuwe masteropleiding wil starten, door ten minste twee hoepels moet springen. De eerste hoepel is die van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), die de gewenste opleiding kwalitatief moet keuren en, bij gebleken goedkeuring, accrediteren. De tweede hoepel is van de staatssecretaris van OCW, die de zogeheten macrodoelmatigheidstoets uitvoert. Doel hiervan is te bezien of de gewenste opleiding niet al ergens anders in Nederland in voldoende mate aanwezig is, zodat er geen dubbeling ontstaat. De ene hoepel staat opgesteld in het verlengde van de ander.

Het ging in casu om de masteropleiding International Development Studies, een bij nationale en internationale studenten gewilde masteropleiding gericht op internationale samenwerking en ontwikkelingssamenwerking. De eerste hoepel was genomen, de NVAO had de masteropleiding geaccrediteerd. Vervolgens macrodoelmatigheidstoetsing aangevraagd, en daar gebeurde het volgende. De wet schrijft voor dat als de staatssecretaris niet binnen vier maanden na indiening van de aanvraag beslist, de aanvraag geacht wordt te zijn goedgekeurd. Toen wij derhalve vier maanden in de tweede hoepel bij OCW hadden gehangen en de termijn verstreken was, bevestigden wij aan de staatssecretaris dat de termijn verstreken was, zonder bericht zijnerzijds, en dat we er op grond van de wet vanuit gingen dat de macrodoelmatigheidstoets positief was.

Maar daar hadden wij toch buiten de bureaucratische waard van OCW gerekend. Ja, de vier maanden waren verlopen, maar …de termijn waarvoor de NVAO de goedkeuring had verleend, was óók verlopen. Dat kwam, ons inziens, omdat OCW zo traag was geweest met het uitvoeren van de macrodoelmatigheidstoets. Een eenmaal door de twee hoepels gekomen opleiding moet vervolgens worden geregistreerd in het Centraal Register voor Opleidingen Hoger Onderwijs, het CROHO. Die registratie gebeurt door de Informatie Beheer Groep (IBG) in Groningen. Wij beschikten nu over een geaccrediteerde masteropleiding, een door het verstrijken van de maximum termijn van rechtswege verkregen macrodoelmatigheidstoets, een IBG dat de opleiding wilde registeren, en een sputterend OCW dat alsnog zelf wenste te beslissen hoewel de daarvoor gestelde termijn verlopen was. De beslissing zou overigens naar alle waarschijnlijkheid positief uitvallen. Het hoepelspringen ging dus nog even door. Betrokkenen: een medewerker van de IBG, een medewerker van de NVAO, een medewerker van de UvA, de rector van de UvA, een medewerker van OCW, en een directeur van OCW. Zes administratieve medewerkers, allemaal tijdverspillend aan het hoepelspringen omdat het ministerie van de staatssecretaris Rutte een termijn had laten verlopen en zich daar niet bij neer wilde leggen.

Waarschijnlijk zal het velen van de lezers weinig moeite kosten om vergelijkbare of erger voorbeelden van OCW-bureaucratie te detecteren. Joviaal als hij is, zal Rutte de eerste zijn om geconfronteerd met een dergelijk voorbeeld te zeggen dat dat nu juist de reden is waarom hij de bureaucratie wil verminderen. Mooi gebruld, denken wij dan, maar waarom zou in een komende kabinetsperiode gelukken wat in de afgelopen jaren zo taai bleek? Enkele maanden geleden sloeg het hele kabinet Balkenende II alarm, juist omdat het met de vermindering van de regels en de bureaucratie nog niet erg was opgeschoten in de afgelopen periode. Veel wordt er de afgelopen tijd geschreven en gediscussieerd over een toename van het management en administratief personeel ten opzichte van het uitvoerend personeel. Dat doet waar het om gaat: onderwijs geven, gezondheidszorg verlenen.

Een van de belangrijkste redenen achter deze scheve verdeling is gelegen in de Haagse regelzucht, die weer het gevolg is van het gegeven dat in de ogen van onze politici publieke en semipublieke organisaties te wantrouwen in plaats van te vertrouwen zijn. Zo lang daar geen verandering in komt, is het vechten tegen de bierkaai. Ook Vice-president Tjeenk Willink van de Raad van State vroeg in zijn laatste jaarverslag hier aandacht voor. Wetgever en bestuur hebben zich, in zijn ogen, afhankelijk gemaakt van de bureaucratisch-bedrijfsmatige logica. Als men werk aan de uitvoerders wil overlaten, zal men ook risico moeten durven nemen. Het volledig wegtimmeren van risico’s aan de bovenkant door controle op controle te stapelen betekent dat de uitvoerders hun werk niet kunnen doen en dat er permanent veel administratieve ondersteuning nodig is om alle rapporten waartoe de controlitis leidt, te produceren.

Hopelijk neemt Mark Rutte ook kennis van het jongste jaarverslag van de Raad van State en de wijze woorden van zijn Vice- president. Of er nu een ‘big government’ is zoals de sociaal-democratische leider Wouter Bos lijkt te willen, of een afgeslankte overheid naar de VVD-traditie wil, de taaie werkelijkheid laat bij iedere kleur hetzelfde zien: steeds meer bureaucratische hoepels waardoor gesprongen moet worden om te kunnen functioneren. Daar een eind aan maken zou de topprioriteit voor de komende vier jaar moeten zijn.

Prof. mr. Paul F. van der Heijden

Rector Magnificus van de UvA
(Dit artikel publiceert prof. Van dr Heijden deze maand tevens in het NJB)











«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK