Onwetendheid in klinische praktijk groot

Nieuws | de redactie
23 mei 2006 | Artsen volgen maar mondjesmaat professionele standaarden, stelt hoogleraar Gert Westert (UvT) in zijn oratie. Aanbieders van zorg worden gevraagd hun kwaliteit, toegankelijkheid en prijskaartje te tonen, zodat verzekeraars en burgers kunnen kiezen voor een optimaal product. Maar volgens professor Westert is de roep om prestaties vooral luid als prestaties achterwege blijven of onvoldoende (kunnen) worden getoond.

In zijn oratie toont Westert aan dat het collectieve ‘medisch weten’ in de laatste decennia sterk is gegroeid, maar dat tegelijkertijd de individuele onwetendheid in de klinische praktijk van alledag onverminderd groot is. De bekendheid met best evidence kennis volgens de laatste stand  is beperkt. Er zijn grote niet direct verklaarbare verschillen in medisch handelen tussen artsen. Patiënten met een vergelijkbaar ziektebeeld worden dus in verschillende ziekenhuizen niet uniform behandeld.

Een voorbeeld. Door een aantal Nederlandse chirurgen werd onderzocht of de behandeling van acute appendicitis (ontsteking van de blindedarm) bij kinderen wel volgens de laatste stand der wetenschap gebeurt. De studie gepubliceerd in de World Journal of Surgery laat zien dat de meest actuele kennis, en overigens slechts deels, wordt toegepast in een klein deel van de Nederlandse ziekenhuizen. Overzichtstudies laten zien dat professionele standaarden of behandelrichtlijnen maar mondjesmaat door artsen worden gevolgd, terwijl in een aantal concrete gevallen bekend is dat patiënten dan veelal beter af zouden zijn. De MAHLER-studie, een omvangrijk internationaal onderzoek onder cardiologen, liet bijvoorbeeld zien dat patiënten met chronisch hartfalen die worden behandeld volgens de Europese richtlijn minder vaak hoeven te worden gehospitaliseerd in verband met hartklachten.

Artsen lijken richtlijnen te zien als een optie en niet als een echte standaard, waarnaar ze zich zouden kunnen richten. In zijn oratie probeert Westert met enkele stellingen de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Niemand is gebaat bij kookboekgeneeskunde, stelt hij, maar aversie tegen dit type kennis uit kookboeken geeft wel te denken. Van patiënten verwachten artsen therapietrouw, van dokters wordt (eigen) richtlijntrouw gevraagd en verwacht. Om effect te sorteren in de praktijk, dienen alle stakeholders betrokken te worden bij de ontwikkeling en implementatie van richtlijnen de patiënt niet te vergeten.

Kwaliteitsverbetering gaat niet zonder uitgebreid meten en gegevens verzamelen, ook niet in de gezondheidszorg. De chronologie in de kwaliteitscyclus is op dit punt zeer dwingend, stelt Westert: meten, leren en verbeteren. Systematisch verzamelde ervaringen van patiënten over de genoten zorg zijn een belangrijk feedback middel. Naast dat artsen zich aan elkaar spiegelen, is het goed dat patiënten hiermee artsen de spiegel voorhouden. Kwaliteit moet je (willen) laten zien, aldus Westert, anders neemt de roep om prestaties alleen maar verder toe.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK