HU-lector pleit voor invoering preventief recht

Nieuws | de redactie
29 juni 2006 | Juridische hulpverleners moeten niet alleen gericht zijn op het juridische probleem van hun cliënt, maar handelen vanuit een totale visie op de problemen van hun cliënt. Daarom zouden juristen in teamverband moeten werken, zodat ze zich vanuit verschillende disciplines kunnen inzetten voor het welzijn van de cliënt.

Volgens lector Eric van de Luytgaarden van de Hogeschool Utrecht is het tijd om in Nederland te gaan werken vanuit een benadering van preventief recht, omdat voorkomen beter is dan genezen. Deze vernieuwing zal volgens Van de Luytgaarden niet zonder slag of stoot gaan. “Dit vereist een mega- omslag in de juridische wereld. De juridische wereld moet veranderen en dan doen ze absoluut niet graag”.

Lees hier de analyse van Van de Luytgaarden





PREVENTIEF RECHT: voorkomen is beter dan genezen
In de Verenigde Staten aan de Californian Western School of Law in San Diego is al enige tijd een onderzoeksteam preventive law opgericht. Onder leiding van prof. Thomas Barton houden onderzoekers zich bezig met het bestuderen van het totale voortraject [1] , voordat een cliënt zich tot de jurist wendt met het verzoek hem bij te staan in zijn juridische problemen. Dit staat naast de herstructurering van het rechtsbedrijf, met WO-juristen, HBO-juristen en MBO-juristen. Allerlei nieuwe wendingen in het juridische beroep dus. Informatie daarover is vooral op internet te vinden het duurt meestal even voordat handboeken verschijnen met als onderwerp de innovatie van de beroep van jurist. Terecht stelt Christ’l Dullaert op de advocatie.nl site[2] dat advocaten niet voor de troepen uitlopen als het om vernieuwingen gaat. Zij gebruikt als voorbeeld het vermoeden van de advocatuur vijf tot tien jaar geleden, dat email-verkeer geen wezenlijk onderdeel van hun activiteiten zou uitmaken vanwege het gevaar van inbreuk op de vertrouwelijkheid. Het aantal e-mails in de advocatuur in inmiddels ontelbaar en als we ze op geld waarderen (wat doorgaans het geval is) gaat het om een mega bedrag in declarabele euro’s.

Vernieuwingen moeten we de advocatuur (overigens ook de gemiddelde jurist) aanreiken.

Ik vestig de aandacht op de vermelde stroming van preventive law en herstructurering van het rechtsbedrijf. Mijns inziens is het dermate belangwekkend dat preventive law en de stratificatie van de juridische beroepen ook iets zou kunnen betekenen voor ons land. Wat is preventive law en is het Nederlandse juridische werkveld toe aan zoiets als preventief recht en de verandering van de beroepsgroep?

Ik zal in dit artikel aangeven wat de ontwikkelingen rondom preventief recht zijn, waarom er behoefte aan preventief recht zou kunnen zijn en wat leefregels rondom preventief recht kunnen betekenen voor de rechtsbeoefening. Daarnaast geef ik halverwege een uitgewerkte casus van het juridische dreamteam. Ik zal me in dit artikel voornamelijk tot de advocaat als juridische beroepsbeoefenaar richten.

Het is in zekere mate koffiedik kijken. De toekomstgerichtheid is echter nodig om het rechtsbedrijf voortdurend nieuwe perspectieven te geven. Perspectieven gericht op de beroepsuitoefening van de juridische professional zowel als op het welzijn van de cliënt.

Wat is preventief recht: de jurist gaat ‘zijn boekje te buiten’.
Zoals het woord preventief al suggereert is preventief recht een vorm van met het recht bezig zijn voordat het recht er eigenlijk aan te pas komt. Flauw gesteld zou men kunnen zeggen dat preventief recht alle acties rondom een casus zijn voordat het eigenlijke juridische werk begint. Maar het is meer. Preventief recht is anders denken en anders handelen. Een jurist die niet zozeer oplossingsgericht de cliënt te woord staat maar meer preventief, proactief werkt.

De preventieve jurist is met andere woorden gericht op een meer sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid om de cliënten te helpen met het oplossen van hun juridische problemen. En tegelijkertijd andere doelen te realiseren zoals betere cliënt-jurist verhoudingen, geluksbeleving van zowel de cliënt als de juridische hulpverlener[3], conflictvermindering, organisatieverandering en –verbetering alsook economische en financiële innovatie.

De preventieve jurist zal iemand zijn die deel uitmaakt van een team omdat het bijna onmogelijk is alle doelen te realiseren door de ingreep van één juridische professional alleen. De jurist die zich bezig houdt met preventief recht zal dus al zijn competenties op zakelijk, juridisch, sociaal en emotioneel vlak inzetten voor de verbetering van de positie van de cliënt. In die zin is de jurist maximaal cliënt- en minder zaakgericht.

Een ware omslag in het denken. Daar waar juridische hulpverleners als advocaten in het verleden karikaturaal gesteld vooral gericht waren op het juridische probleem van de cliënt en bij wijze van spreken niet eens wisten hoe de cliënt eruit zag. Is de toekomst aan een meer totale visie op de cliënt en hoe hem of haar te helpen de problemen te tackelen en in de toekomst te voorkomen[4].

Dit vereist een mega-omslag in de juridische wereld. Waarbij de creativiteit voor het rechtsbedrijf van eminent belang is.

Preventief recht valt uiteen in twee soort werkzaamheden: stabiliserende en dynamiserende. Dat zijn de twee krachten die een preventief jurist nodig heeft om zijn werk goed te doen.

Het stabiliserende is vooral verzorgend, van cure naar care. Juridische professionals helpen cliënten en organisaties problemen nog voordat ze gejuridiseerd zijn aan te pakken. Daarbij horen zaken als bijvoorbeeld het verzorgen van communicatiestromen en het voeren van visie- gesprekken. Ook hoort daarbij het aanleren van vaardigheden zoals het geven en ontvangen van feedback, het leren formuleren van vragen en het leren analyseren van probleemsituaties om die vervolgens te stroomlijnen en te verbeteren.

Het dynamiserende is ook verzorgend maar dan in verkennende zin. Er wordt gezamenlijk met de cliënt (en niet vóór de cliënt, het samen is erg belangrijk) gezocht naar nieuwe wegen, oplossingen, producten, diensten en middelen om te veranderen. Kortom: het met de cliënten ontwerpen van een nieuwe toekomst. Gericht op wat zij nodig hebben in hun situaties in hun werk- en privé- leven.

Een verhouding hebben tot de toekomst is dus essentieel voor de preventieve jurist. Die verhouding mag niet te eenzijdig of begrensd zijn. Dan zou immers het gevaar van het goeroeisme op de loer liggen. Voor de toekomstvisie moeten zowel cliënt als juridische professional goede notie hebben van maatschappelijk- culturele, politieke, persoonlijke, economische en commerciële ontwikkelingen. Eenzijdigheid is een gevaar waar en wanneer het gaat om werkelijk ondernemende stappen te nemen in een mensenleven of in organisaties in ontwikkeling. Om die eenzijdigheid te doorbreken zoeken preventief jurist en cliënt naar een gemeenschappelijkheid in gedachten en voorstellingen. Die gemeenschappelijkheid is gericht op de privé- problematiek of op de bedrijfsvoering maar ook op de maatschappij als geheel. Dat laatste is van groot belang omdat de verantwoordelijk naar de samenleving als geheel voor juristen als bevoorrechte beroepsgroep altijd zwaar weegt. Juristen geven de grenzen aan van wat rechtens mogelijk en onmogelijk is. En bepalen in die zin de inhoud van onze samenleving, getuige bijvoorbeeld het recente debat omtrent het Nederlanderschap van het gewezen kamerlid Ayaan Hirsi Ali..

Preventief recht is als het ware het hele voortraject in bewustzijn nemen voordat de cliënt bij de jurist (advocaat) aanklopt. Dus alles kan daaronder worden verstaan inclusief de voorbereiding op de juridische hulpverlening. Dit is nieuw voor juristen. Tot op heden hield de jurist zich vooral niet bezig met dat voortraject maar wist zich sterk, bijna te sterk, te richten op de juridische casus die voor hem lag. Deze casus werd ontdaan van alle franje en menselijkheid en werd vervolgens juridische aangevallen met argumenten ontleend aan wetgeving, rechtspraak, wetenschap et cetera.
De preventieve jurist gaat dus zijn ‘boekje te buiten’ en dat is mooi want daarin is maatschappelijk gezien behoefte. De beroepsgroep is –als ik me even beperk tot de advocatuur- toe aan veranderingen. De komst van de HBO- jurist[5] en andere ontwikkelingen in de juristerij geven daar aanleiding toe.

Ik zal daar wat over uitweiden.

Ontwikkelingen in de juridische beroepsgroep: de teamgedachte als casus 
Het gaat niet goed met de juridische beroepsgroep. Het aantal (mannelijke) WO juristen neemt gestaag af en de studie wordt steeds minder populair op WO- niveau in vergelijking met bijvoorbeeld studies als bedrijfskunde en bestuurs- en organisatiewetenschappen. Terwijl de studie steeds populairder wordt op HBO en MBO niveau in vergelijking met bijvoorbeeld HEAO of  bestuurskunde. Daardoor neemt het gemiddelde niveau van de rechtsbeoefenaar (WO, HBO en MBO) af [6].

Het aantal vrouwelijke juridische studenten neemt enorm toe en er is nu al een verhouding van 65% vrouw en 35% man gemiddeld aan de Nederlandse juridische opleidingen[7]. Hierdoor feminiseert de beroepsgroep en dat betekent een totale verandering in cultuur. De toekomst zal zijn dat de meerderheid van de juridische professionals vrouw zal zijn, voorlopig nog in de advocatuur onder de bezielende leiding van een groot aantal maatschappen die gerund worden door ‘wat oudere’ grijze heren. Dit zal een cultuurschok teweeg kunnen brengen. Vooral omdat vrouwelijke professionals toch anders in hun werk staan en voor hen bijvoorbeeld deeltijdwerk echt deeltijdwerk is en niet van 7 dagen naar 6 dagen per week gaan[8].

Daarnaast is er een stratificatie in de juridische beroepsgroep ophanden. Door de ondertekening van de verklaring van Bologna in juni 1999 is het systeem van hoger onderwijs in Europa en dus ook in ons land ingrijpend gewijzigd. De ministers van onderwijs van de Europese unie hebben gekozen voor het Angelsaksisch model: de bachelors/masters structuur.

Voor het juridische vak betekent dit dat er bachelors and masters of law door universiteiten en hogescholen worden afgeleverd. Daarnaast kennen we de middelbare beroepsopleidingen in het recht met als belangrijkste focus voor het juridische werkveld, de zakelijke juridische dienstverlening gericht op de traditionele onderdelen van het rechtsbedrijf: de advocatuur, het notariaat, de deurwaarders, banken, verzekeringsmaatschappijen, juridische afdelingen van bedrijven en in de publieke sector.

Wat betekent dit nu aan kansen voor het rechtsbedrijf in brede zin.

Het recht is traditioneel een closed shop. Academische juristen weten al eeuwenlang een mystieke sfeer om zich heen te creëren als het gaat om de uitoefening van hun beroep. De jurist waar u en ik mee te maken hebben in onze rechtszaken lijkt een soort tovenaar. Uit een wirwar aan regels en onbegrijpelijk Nederlands weet hij een probleem te tackelen en vaak een oplossing te genereren die rechtens staat. Soms ook weet hij u en mij fijntjes mee te delen dat er meerdere oplossingen van een juridisch probleem zijn en de waarheid ergens in het midden ligt. Dit is zijn kracht, daarmee schept de jurist zijn eigen werkveld en blijft de schoorsteen roken. Economisch en beroepsmatig gezien een lovenswaardig fenomeen.

De invloed van het recht neemt echter toe althans de plaats van het recht, wordt prominenter in de samenleving. En dat vraagt om diversificatie van de rechtsbeoefenaren. Diversificatie in de zin van verdeling van juridisch werk op verschillende denkniveau’s. U en ik komen vaker in aanraking met recht. Of we nu een bezwaarschrift moeten indienen tegen de verhoging van de OZB belasting dan wel te maken hebben met een echtscheiding of erfrecht kwestie, of er nu sprake is van een strafzaak dan wel een conflict met een ontevreden klant die vindt dat er niet goed geleverd is, de aanwezigheid van het recht neemt toe.

Waar komt die toename van het recht eigenlijk vandaan? Grofweg zijn hier twee ontwikkelingen aan te duiden:

1) toenemende juridisering en 2) angstreductie van de burger.

De juridisering of regelzucht is een bijna ziekte van onze samenleving. Ondanks de goedbedoelde initiatieven van de wetgever om zoveel mogelijk te dereguleren komt er in ons land per dag bij wijze van spreken een halve boekenplank aan regelgeving bij. Vaak ligt de oorzaak van de toename in de toepassing van Europese regelgeving of bijvoorbeeld de uitwerking van grondrechten en beginselen. Maar vooral de zo geroemde marktwerking levert regelgeving op. Neem bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering. Er is een basisverzekering en vervolgens kunnen burgers zich bijverzekeren. Daar worden uiteraard regels voor gemaakt omdat de ene mens een andere ziektegeschiedenis heeft dan de ander. Ondertussen moeten de oude regels blijven bestaan vanwege de overgangssituatie en ziedaar een toevloed aan regels. Om dat allemaal te kunnen begrijpen is gespecialiseerde (wets-) kennis noodzakelijk en daarmee is de jurist (WO, HBO of MBO) verzekerd van werk.

Het tweede element ligt in het verlengde hiervan. Door de toenemende invloed van juristen en regels en de ondoorzichtheid daarvan wordt de burger steeds banger. Niemand durft zomaar onder een contract zijn handtekening te zetten. Meestal omdat de kleine lettertjes onbegrijpelijke taal vormen. ‘Toch even een jurist vragen of ik geen risico loop’, hoor je vaak. Onze wereld juridiseert in ras tempo.

Als we deze ontwikkelingen serieus nemen dan moet er langzaamaan wel een hernieuwing van het rechtsbedrijf komen. Er zijn eenvoudigweg te weinig academische juristen om al het juridische werk aan te kunnen, bovendien zijn ze voor veel werk veel te duur. Er is mijns inziens een roep om zaken ook af te laten doen door HBO-ers of MBO-ers. Voorop staat dat het harde juridische werk toch altijd nog voorbehouden lijkt aan de academici, maar ik denk echter dat er langzaamaan een maatschappelijke ontwikkeling gaande is die vraagt om indelingen in de rechtsbeoefening. Indelingen die gepaard gaan met een hernieuwing van de taken en bevoegdheden van die HBO-ers en MBO-ers. Wellicht groeien we toe naar een (wettelijke) omschrijving van typisch HBO en MBO werk. Rolzittingen, faillissementen, veel bestuursrecht bijvoorbeeld af laten doen door HBO-ers. Uitzoekwerk, bezwaarschriften, uitkeringen regelen, aangifte van inkomstenbelasting en dergelijke kan door MBO-ers worden gedaan.

Maar ook in een traditionele juridische omgeving zoals de advocatuur kan een diversificatie nodig zijn. De teamgedachte dringt zich dan op. Een cliënt wordt niet meer louter door een advocaat alleen geholpen. Maar zijn probleem zou van vele kanten kunnen worden belicht indien hij wordt bijgestaan door een team bestaande uit bijvoorbeeld een MBO-er, een HBO-er en een academicus. Het is efficiënter en effectiever elementen van juridische problemen te beleggen bij mensen die daar in hun opleiding specifiek voor zijn opgeleid. Bezwaarschrift door de MBO-er, contact met de gemeente en eventuele rechtszaak in eerste aanleg door de HBO-er, hoger beroep door de advocaat. Daarnaast zou de advocaat zich vooral op zijn preventieve werk kunnen richten zoals bedoeld in het eerste en laatste deel van dit artikel.

Voor vele bedrijven en overheidsinstellingen zal deze teamgedachte als een geschenk uit de hemel komen. Niet alleen zullen zij veel praktischer en probleemgerichter bediend worden maar het is ook goedkoper en minder wetenschappelijk. Veel van het juridische werk in organisaties wordt gedaan door academische juristen. Deze zijn geschoold in het van zoveel mogelijk kanten bekijken van het voor hen liggende probleem. Er wordt primair gezocht naar een prachtige juridische oplossing. Daarmee wordt eerder het recht dan de zaak gediend. Ik bedoel te zeggen dat de focus van de academische jurist gericht is op het dienen van de rechtmatigheid. De HBO en MBO juristen daarentegen worden opgeleid om een gedegen juridische oplossing te vinden voor een probleem zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Daarmee wil ik zeggen dat zaken ook op hun economische, sociaal-emotionele en financiële merites worden bekeken. En dat de oplossing van vier kanten (de juridische incluis) bekeken een betere is dan slechts bezien vanuit de juridische invalshoek. Daarmee wordt eerder de zaak en de cliënt dan het recht gediend.

Het juridische team (MBO, HBO en academisch) als voorbeeld zou dus een zegen kunnen zijn voor de samenleving om drie redenen:

Allereerst zal een qua niveau gedifferentieerde aanpak reinigend kunnen werken op het juridiserende karakter van vele juridische afdelingen van bedrijven en organisaties. De casus wordt op zijn werkelijke waarde beschouwd, daar waar een daadkrachtige en eenduidige oplossing voorhanden is grijpt de MBO-er zijn kans. Indien er meerdere juridische en niet-juridische kanten van een probleem zijn kan de HBO-er bijstaan en tenslotte voor de juridische haarkloverij en het fijnslijpen is de academicus.

Ten tweede is het niet alleen maatschappelijk verantwoord maar ook zeer wenselijk dat er beroepsdiversificatie komt in het rechtsbedrijf. Cliënten zijn ook vogels van divers pluimage. Op hun eigen niveaus in hun eigen context worden ze bediend, een zogenaamde totaalzorg. Geen tovenaar meer die onbegrijpelijke taal uitslaat en duur is. Maar een team van mensen die zich buigt over een probleem en de cliënt op het juiste niveau te woord staat. Bovendien geeft de teamgedachte voldoende ruimte om de academische jurist zich te laten richten op zijn preventieve werkzaamheden. Opdat de binding met de cliënten nog beter verzorgd wordt.

Ten derde is er een belangrijke maatschappelijke component. MBO-ers en HBO-ers zijn broodnodig in de rechtspleging. Het recht wordt –getuige de media-aandacht- steeds meer en meer een zaak van het grote publiek. De burger heeft steeds sterkere opvattingen over de rechtspleging getuige bijvoorbeeld commentaren over strafmaattoedeling bij strafzaken die de aandacht trekken (Hofstadgroep). Hoe belangrijk is het dan niet dat op alle lagen van de beroepsbevolking vertegenwoordigers bezig zijn met dat belangrijke fenomeen recht. Mensen die zich verantwoordelijk achten voor fatsoenlijke rechtspleging. En zich met het toepassen van het recht en de daaraan ten grondslag liggende beginselen bezighouden. Het recht kan zo breder gedragen worden, als het ware vermaatschappelijken en daar hebben we allemaal iets aan.

Met de introductie van de teamgedachte van een MBO-er, HBO-er en WO-er in de zakelijke juridische dienstverlening wordt zowel de zaak, als de cliënt, als de maatschappij gediend. Voorwaar zeer nastrevenswaardig.

Wat betekenen al de hierboven vermelde ontwikkelingsschetsen nu voor het rechtbedrijf. Wat kan preventief recht betekenen welke spelregels zijn er van belang.


7 leefregels voor preventief recht 

Ik zal hieronder weergeven wat zoal in de Angelsaksische wereld onder preventief recht wordt verstaan in de zin van leefregels [9].

Verander het perspectief van probleemoplossend naar probleemvoorkomende interventies. De jurist zal moeten inzien zoals zo velen al doen dat onze samenleving zich niet langer juridisering van conflicten kan permitteren. Rechtszaken gaan te langzaam en zijn gemiddeld gesproken te kostenintensief. Er moet geïnvesteerd worden in trajecten die een mogelijke rechtszaak kunnen voorkomen. Dat is op de lange termijn in het belang van de cliënt handelen. Die investeringen kunnen divers van aard zijn. Van coaching en empowerment tot zeer diverse ondersteuning in de zin van organisatieveranderingstrajecten tot persoonlijkheidsondersteuning.

Mocht het uiteindelijk op een rechtzaak aankomen dan wordt goede en gedegen juridische bijstand verleend.

Stimuleer de alternatieve conflictbeslechtingmethodes De jurist is zo langzamerhand gewend aan het fenomeen mediation als methode om conflicten te dejuridiseren. Een prachtige ontwikkeling die echter blootstaat aan twee gevaren: 1) de mediation wordt gejuridiseerd middels beroepsregels beroepsverenigingen et cetera. Natuurlijk is een kwaliteitsborging noodzakelijk maar de core- business van de mediator is het conflict te doen helpen oplossen: hoe dan ook, of de regels nu gevolgd worden of niet. Dat primaire doel mag niet uit het oog verloren worden. En 2) er wordt vaak vergeten dat er menselijkerwijs gesproken een heel scala van alternatieve conflictbeslechtingsmethodes zijn. Dat gaat van samenwerkingsoefeningen tot probleemanalyses, afkoelingsperioden tot reorganisaties. Preventief recht behelst alle methoden naast elkaar te laten bestaan. En louter selecteren op effectiviteit. Als iets werkt, gebruik het.

Probeer de cliënt op te voeden. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is in de juridische hulpverlening namelijk de cliënt in zijn eigen spoor te laten wordt door preventief recht gefocussed op de opvoedende waarde van de ondersteuner. Een cliënt mag en moet zelfs soms worden bijgebracht hoe te handelen in bepaalde situaties. In strikte zin is de juridische professional dan een verlengstuk van het educatieve traject van de cliënt, een soort schoolmeester na de school. Op zich is dat niet erg als het maar gebeurt vanuit de eigen moraliteit en integriteit van de preventief optredende jurist. Help de cliënt zichzelf te helpen. Laat hem in de toekomst niet weer in dezelfde conflicten belanden. Voed hem daartoe op.

Sta open voor de teamaanpak Veel te vaak heeft de advocaat of jurist in de historie van het vak zich van alles tegelijk gevoeld. Van telefoon beantwoorden tot een topconclusie schrijven van emotionele ondersteuning tot een bedrijfsanalyse, hij moest het allemaal kunnen. En dat terwijl hij daarvoor geen opleiding had genoten. Zoals ik al eerder schreef bij de herindeling van het rechtsbedrijf maar wat nog meer geldt voor het hele juridische metier is dat er ruimte moet komen in het rechtsbedrijf voor andere beroepsbeoefenaren. Financiële, psychologische, organisatorische ondersteuning zijn net zo waardevol om juridische conflicten te verminderen of te settelen als een gedegen juridische analyse.

Vermijd juridisch taalgebruik en juridisch gedrag: maak het recht weer menselijk. Juridisch taalgebruik en het gedrag op bijvoorbeeld een advocatenkantoor is een prachtig iets maar het kan juridiserend werken. Juist het gebruik van velerlei technische terminologie en gedrag leidt vaak tot onbegrip bij de cliënt die zich niet meer herkent in zijn zaak. Dat leidt in vele gevallen tot het isoleren van de jurist in zijn werk. De menselijke maat is weg, sterker de mens is weg uit de zaak. Het gaat alleen nog maar over de juridische merites. Voor een cassatiezaak het beste wat er is. Maar de bulk zaken in de juridische beroepsuitoefening is veel dichter bij de mensen te houden. En het begint met gewone mensentaal en gewoon mensengedrag.

Hou voortdurend contact met de cliënten. Preventief recht betekent dat de juridische professional in voortdurend contact staat met zijn cliënten. Hij weet wat er speelt, kan op tijd ingrijpen onder het adagium voorkomen is beter dan genezen en volgt de ontwikkelingen die de cliënt zowel persoonlijk als in zijn organisatie meemaakt. Dit betekent naast een empathische gedragsverandering van de jurist, een totale verandering van bijvoorbeeld het factureringssysteem. Niet meer uurtje factuurtje maar een vastgesteld jaarbedrag op basis waarvan de cliënt en de advocaat contacten onderhouden, preventief optreden wordt betaald en eventuele juridische geschillen worden beslecht. Een nieuwe vorm van werken waarbij de verbinding tussen jurist en de cliënt voorop staat in plaats van het geschil en de juridische bijstand daarin: het onderhoudscontract.

Adviseer de cliënt zoveel mogelijk in (zakelijke) life-planning Het preventieve karakter van het nieuwe optreden van de jurist zit eigenlijk in een onderhoudscontract zoals bedoeld onder 6. Daarnaast zijn er in een mensenleven maar vooral ook in het zakelijke segment, het leven van een organisatie zo u wil, voortdurend juridische momenten. Dat gaat van levensverzekeringen tot trouwen en echtscheiding in een privé-leven En van fusies en overnames tot bedrijfsveranderingen en openbreken van contracten, arbeidsrechtelijke vraagstukken et cetera. De preventief werkende jurist ziet een en ander aankomen en kan anticiperen op het gedrag van de cliënt en anticiperen op wijzigingen in  wetgeving en maatschappelijke veranderingen. Zo kan hij de cliënt goed ter zijde staan om juridische conflicten in de toekomst te voorkomen.

Slot

Een echte conclusie is niet te trekken na dit verkennende verhaal over preventief recht. De enige conclusie is de al eerder gemelde volkswijsheid: voorkomen is beter dan genezen.

Ik heb in dit artikel een tendens proberen te schetsen in ruwe vormen. Het is een toekomstvisie zonder duidelijke contouren, maar het is een visie. Een visie die nog zeer moet worden uitgewerkt maar het is daarom geen reden hem eens neer te leggen in de juridische wereld. Een visie gericht op een betere samenwerking tussen mensen, tussen juristen, specifiek advocaten en hun cliënten. Een betere samenwerking die kan leiden tot een betere samenleving, een minder gejuridiseerde samenleving en dat op zich is de moeite van het overdenken waard.

Mr Eric van de Luytgaarden
Lector recht Hogeschool Utrecht
Adviseur bij HRM Advocaten Amsterdam
Organisatieadviseur NPI Zeist 

 


[1]  Th.D. Barton, Preventive Law for multidimensional lawyers, www.preventivelawyer.org, p. 1

[2]  Ch. Dullaert, De bedrijvendokter: Advocaten lopen niet voor de troepen uit, www.advocatie.nl p. 1/1811.

[3] R. Layard, Happiness, London 2005, p. 55. E. van de Luytgaarden, De HBO-jurist en zijn maatschappelijke taken, in AA sept. 2006, pp.

[4] S. Nysten-Haarala, Preventive law – Some theoretical and practical aspects, www.preventivelawyer.org, passim.

[5] E. van de Luytgaarden, Is de HBO-jurist welkom?, in AA 55/2006, pp. 75-79

[6]  R.C.H. van Otterlo, De nieuwe jurist: kwantitatief en kwalitatief een bedreigde diersoort? Enige Dilemma’s, OSR-seminar 29 maart 2006 interne congresmap verkrijgbaar bij de OSR in Utrecht.

[7] Www.advocatie.nl

[8] Zo luidde de ludieke karakterisering van prof. F. Bannier op de studiedag van de OSR van 29 maart 2006.

[9] Vergelijk J.F. Goodson, Information about preventive law op www.gmdlaw.com die er 26 geeft.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK