KNAW: duurzaam en hoogwaardig onderzoek

Nieuws | de redactie
7 juni 2006 | De KNAW pleit voor meer ruimte voor hoogwaardig, lange termijn gericht onderzoek. De strategienota Duurzame wetenschap met de hoofdlijnen van het KNAW-beleid 2007-2010 werkt deze lijn uit. Met de introductie van 'KNAW-assistentschappen' wil de KNAW veelbelovende studenten aan Nederlandse universiteiten een aanstelling geven om mee te werken in de wetenschap.

Dit is nodig om de interesse van studenten in wetenschapsbeoefening en het behoud van nieuw onderzoekstalent te stimuleren. Het verkennen van nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen is bij uitstek een taak van de KNAW. Die verkenningen zijn essentieel voor een samenhangend nationaal wetenschapsportfolio. De KNAW streeft naar een intensivering van het verkenningenprogramma en werkt daarbij nauw samen met het wetenschappelijke veld. De viering van het 200-jarig bestaan van de KNAW in 2008, onder het motto De magie van wetenschap, zal worden aangegrepen om het maatschappelijk draagvlak voor de betekenis van wetenschapsbeoefening te versterken.

Bij de onderzoeksinstituten van de KNAW vraagt onder meer de digitalisering van wetenschappelijke collecties om een extra impuls. Het betreft collecties met een nationale en vaak zelfs internationale betekenis voor wetenschap en maatschappij, bijvoorbeeld cultuur-historische collecties en biomedische databanken met genetische informatie. In vele landen – vooral die met een zwakkere universitaire infrastructuur – kan door de institutionele steun vanuit westerse academies een context worden gecreëerd waarbinnen individuele onderzoekers en projecten beter tot hun recht komen. De Akademie wil daarom een actieve rol op dit gebied van capacity building behouden. Het risico van versnippering van internationale samenwerking vanuit Nederland en binnen Europa is bovendien voortdurend aanwezig. De KNAW wil bijdragen aan synergie van inspanningen gericht op de internationalisering van wetenschap.

U leest de hoofdlijnen van Duurzame Wetenschap hieronder.


Als wetenschappelijk genootschap ontleent de Koninklijke Nederlandse Akademie

van Wetenschappen (KNAW ) haar gezag aan de op hoge kwaliteit geselecteerde

leden. Dit is de basis van waaruit zij de regering en de wetenschappelijke wereld adviseert

over wetenschapsbeoefening en de nationale en internationale wetenschappelijke

samenwerking tracht te bevorderen. Voorts is de KNAW koepelorganisatie voor

wetenschappelijke instituten in de geestes-, sociale en levenswetenschappen. Deze

uiteenlopende taken komen terug in de missie van de Akademie:

‘Als forum, geweten en stem van de wetenschap bevordert de KNAW de kwaliteit en

de belangen van de wetenschap en zet zij zich in voor een optimale bijdrage van de

Nederlandse wetenschap aan de culturele, sociale en economische ontwikkeling van

de samenleving.’

Dit strategisch plan draagt de titel ‘duurzame wetenschap’. Dit verwijst naar de

dringende noodzaak van meer aandacht voor wetenschapsbeoefening op de lange

termijn. Te zeer staan lange-termijninvesteringen in onderzoek, onderzoekers en onderzoeksinfrastructuur

onder druk. De druk op de wetenschap om op korte termijn

(en bij voorkeur toepasbare) onderzoeksresultaten te leveren is sterk toegenomen.

De KNAW is van mening dat er absoluut meer zorg en ruimte nodig zijn voor langetermijngericht

onderzoek. Dat onderzoek vormt immers een belangrijke basis voor

toepassingen op de lange termijn.

‘Duurzame wetenschap’ verwijst ook naar het belang van een voldoende instroom

van jong talent en naar de ‘levensloop’ van wetenschappers. Wetenschapscommunicatie,

niet in de laatste plaats gericht op het voortgezet onderwijs, stimulering

van jong talent en waardering van hoge prestaties vragen in dit verband de nodige

aandacht. Het centrale thema komt terug in de concrete ambities van de KNAW voor

de komende jaren.



Genootschap

Tot lid van de KNAW te worden gekozen, geldt in de Nederlandse wetenschappelijke

wereld als een groot eerbewijs. De tweehonderd actieve leden van de Akademie

vormen minder dan één procent van de totale populatie van in Nederland werkzame

wetenschappers. Wetenschappelijke excellentie is bepalend bij de verkiezing van

leden. De strategie van de KNAW met betrekking tot het genootschap dient in de

komende jaren bij uitstek op twee doelen gericht te zijn: bewaking van selectieprocedures

en vitalisering van de forumfunctie. Het eerste is als strategisch voornemen

niet nieuw: zo’n twee maal per decennium worden samenstelling en structuur van

het genootschap alsmede de vertegenwoordiging van wetenschapsgebieden tegen het

licht gehouden.

De vitalisering van de forumfunctie moet leiden tot een steviger positie van de

KNAW als plaats voor het wetenschappelijk gesprek: in de eerste plaats tussen de

leden, maar uitdrukkelijk niet alleen voor hen. Als institutie van naam kan de KNAW

van het Trippenhuis een geliefd trefpunt maken. Themagerichte bijeenkomsten

waarin, vanuit een breed wetenschappelijk perspectief, actuele vraagstukken in het

wetenschappelijk bestel, het (wetenschaps)beleid en breder in de samenleving worden

belicht, kunnen ook voor een breder publiek relevant zijn. Zij kunnen bovendien

aan de basis liggen van advisering door de KNAW , of de aanzet vormen voor brede

platforms voor kennisuitwisseling over zulke vraagstukken. Een speciale commissie

wordt belast met de taak voorstellen te doen voor de vitalisering van de forumfunctie.

De KNAW zal zich de komende jaren verder sterk maken voor de uitbouw van activiteiten

van De Jonge Akademie (DJA), die momenteel bestaat uit 50 jonge, gedreven

wetenschappers. Algemeen doel van DJA is om veelbelovende wetenschappers actief

in aanraking te brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme, te stimuleren

hun wetenschappelijke inzichten naar de maatschappij uit te dragen, en aan te moedigen

visies te ontwikkelen op wetenschapsbeleid.

Tot slot zal het genootschap haar rol als funding organisatie (fondsen, wetenschappelijke

prijzen en subsidies) op een aantal punten herijken. Het Programma Akademie

Hoogleraren zal worden geëvalueerd. De KNAW bekijkt de mogelijkheden voor

de introductie van een programma KNAW -assistenten voor excellente studenten aan

universiteiten, meewerkend in wetenschappelijk onderzoek.

Adviezen

De Akademie wil haar adviesrol voor overheid, wetenschap en samenleving in de

komende periode versterken. Niet per se door méér adviezen uit te brengen; wel

door slagvaardiger en sneller te opereren (onder meer met ‘heet-van-de-naald-adviezen’)

en meer principiële thema’s aan te snijden. Het bestuur zal een geïntegreerd

adviesprogramma opstellen. De structuur van Akademie-adviesraden wordt daartoe

heroverwogen.

Het verkennen van nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen, met het oog op

optimale keuzes voor de Nederlandse wetenschapsbeoefening, wordt door velen bij

uitstek gezien als een taak voor de Akademie. In de komende jaren zal de KNAW zich

sterker en intensiever manifesteren op dit terrein. De KNAW acht het verrichten van

verkenningen vanuit wetenschappelijk perspectief een taak de KNAW waardig, een

taak ook die in nauwe relatie staat tot de rol die de KNAW voor zich ziet inzake het

bewaken van het landelijk palet van wetenschapsbeoefening en de wetenschapsport

folio. Het creëren van draagvlak in het wetenschappelijke veld en versterking van de

samenwerking met andere partijen, ook internationaal, in de voorbereiding en de

uitvoering van verkenningen zijn daarbij belangrijke voorwaarden om de implementatie

van de resultaten meer kans te geven. Het bestuur neemt zich voor meer regie te

voeren op de advies- en verkenningenagenda en de impact van adviezen en verkenningen

nauwlettender in het oog te houden.

Op het gebied van kwaliteitszorg heeft de Akademie een commissie ingesteld,

die het bestuur zal adviseren over fundamentele vragen op het brede gebied van

kwaliteitszorg, -beoordeling en -bevordering. De zorg voor de kwaliteit van de wetenschapsbeoefening

is immers bij uitstek een zaak voor de KNAW als onafhankelijk,

landelijk genootschap.



Onderzoekorganisatie

Hoezeer de KNAW -instituten ook een verschillende ontstaansgeschiedenis kennen,

ze zijn opgericht omdat er in het wetenschappelijk en maatschappelijk veld behoefte

bestond aan een centrale voorziening op het gebied van een of meer disciplines. Een

voorziening waar, niet zelden door benutting van belangrijke wetenschappelijke collecties,

toponderzoek wordt bedreven, die op een landelijk niveau krachten bundelt

en dus (relatief) grootschaliger en van langere adem kan zijn dan lokale onderzoeksfaciliteiten.

Daarmee hebben de instituten zich nationaal en internationaal een vooraanstaande

positie weten te verwerven. Dat men zonder belast te worden met andere

taken onderzoek ‘van lange adem’ kan doen, brengt ook verplichtingen met zich mee.

KNAW -instituten moeten in evaluaties ‘excellent’ of tenminste ‘zeer goed’ beoordeeld

worden.

Wil een instituut tot de top behoren dan is het van wezenlijk belang effectief en

dus dynamisch in te spelen op ontwikkelingen binnen het onderzoek. De ambitie

voor de komende jaren reikt echter verder: KNAW – instituten moeten leidend kunnen

zijn voor de onderzoeksagenda. Dat alles vraagt van de instituten onder meer een

duidelijke (r) zichtbaarheid en een grote (re) flexibiliteit van de eigen onderzoeksprogrammering.

Met het verder ontwikkelen van HRM-beleid, dat zich nadrukkelijk

richt op investeren in medewerkers met het oog op verdere professionalisering van

het wetenschappelijk en het ondersteunend personeel, wordt een belangrijke randvoorwaarde

gecreëerd voor de beoogde wendbaarheid van instituten. KNAW – instituten

rekenen het tot hun taak om kweekvijver voor jong onderzoekstalent te zijn.

Daartoe zal het verwerven van persoonsgerichte subsidies, een uitstekend middel om

jong talent binnen te halen en te binden, in de komende jaren nadrukkelijk punt van

aandacht zijn.

Op het gebied van de collecties zal het beleid ten aanzien van digitalisering en het

ontwikkelen van nieuwe ontsluitingstechnieken hoge prioriteit krijgen. Daarbij moet

niet alleen worden gedacht aan het digitaliseren van analoge documenten, maar ook

aan het conserveren en ontsluiten van bronnen die nooit anders dan digitaal zijn

geweest. Ook voor de levenswetenschappen neemt het belang van digitalisering van

collecties toe. De KNAW zal zich inzetten voor de ontwikkeling van levenswetenschappelijke

databanken.

Het onderzoek in Nederland is niet alleen gebaat bij gezonde competitie, maar ook

bij goede samenwerking en uitwisseling tussen onderzoekers en onderzoeksinstellingen.

In de komende jaren zal de KNAW de interacties met de universiteiten en

andere nationale en internationale partners bevorderen. Het streven is er op gericht

om KNAW – instituten waar mogelijk on campus, in de onmiddellijke nabijheid van

een universiteit, te huisvesten. Ook door een intensivering van personele unies tussen

KNAW -instituten en universiteiten wil de KNAW bijdragen aan focus en massa

in het nationale en internationale wetenschappelijk onderzoek. Niet alleen door

aanstelling van bijzondere en deeltijdhoogleraren vanuit de instituten aan de universiteiten,

maar ook door (tijdelijke) aanstellingen van excellente onderzoekers vanuit

de universiteiten aan de instituten te bevorderen.

Bijzondere punten van aandacht zijn de ontwikkeling van een Nationaal Centrum

voor Nederlandse Taal, Cultuur en Geschiedenis, waarin de geesteswetenschappelijke

instituten van de KNAW een belangrijk aandeel zullen hebben, en de versterking

van het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen, dat in de komende jaren

een vooraanstaande positie zal moeten verwerven in het vakgebied.



Internationalisering

De KNAW richt zich op de bevordering van internationale samenwerking. Belangrijke

agendapunten zijn de werving van internationale fondsen en kennisuitwisseling,

dit laatste onder meer via een KNAW -gastonderzoekersprogramma, dat ook openstaat

voor de leden van de Akademie en voor de KNAW – instituten, en het faciliteren

van de nationale en internationale uitwisseling van onderzoekers.

De Akademie ambieert een versterking van de leidende rol in het internationale

debat over wetenschapsbeleid. Zij wil ervoor zorgdragen dat de visies van de Nederlandse

wetenschap hierin op de juiste wijze worden vertegenwoordigd.

In vele landen – vooral die met een zwakkere universitaire infrastructuur – kan

door de institutionele steun vanuit westerse academies een context worden gecreëerd

waarbinnen individuele onderzoekers en projecten beter tot hun recht komen. Het

zal een taak van de Akademie zijn een actieve rol op dit gebied van capacity building te

behouden.

Het risico van versnippering van internationale samenwerking vanuit Nederland

en binnen Europa is voortdurend aanwezig. De KNAW wil bijdragen aan synergie

van inspanningen gericht op de internationalisering van wetenschap.



Communicatie

De KNAW wil de komende jaren haar interne, maar vooral ook externe communicatie

verder professionaliseren. De bevordering van belangstelling voor wetenschap en

technologie in het onderwijs vindt de Akademie van cruciaal belang voor de toekomst

van de wetenschapsbeoefening. Jonge mensen in een vroeg stadium enthousiast

maken voor wetenschap is een belangrijk doel.

De Akademie wil ook een leidende rol spelen in het publieke debat over wetenschap,

technologie en aanverwante onderwerpen. Het initiëren en ondersteunen van

activiteiten gericht op popularisering van wetenschap kan in hoge mate bijdragen

aan het maatschappelijk draagvlak voor wetenschap.



Organisatie en bedrijfsvoering

Het hoge ambitieniveau op alle KNAW -terreinen vraagt om een gerichte inzet van

menskracht en middelen. In de komende tijd zullen enkele herstructureringen in het

Bureau KNAW worden doorgevoerd die de samenhang, de externe gerichtheid en de

alertheid van de organisatie moeten verhogen.

Wat betreft de onderzoeksorganisatie zijn in de afgelopen jaren stappen gezet om

te komen tot samenwerking in de bedrijfsvoering tussen instituten die in elkaars

nabijheid zijn gehuisvest. Op deze weg zal worden voortgegaan. Tegelijkertijd is er de

vraag of hier geen grotere stappen moeten worden gezet, bijvoorbeeld naar gemeenschappelijke

servicecentra of naar inkoop van deskundigheid en uitvoerende ondersteuning.

Op het gebied van de huisvesting streeft de KNAW naar vestiging van instituten in

de onmiddellijke nabijheid van universiteiten. Tegelijk wordt bekeken welke mogelijkheden

tot fysieke clustering van instituten er zijn met het oog op doelmatigheid

in de bedrijfsvoering en ook om meer flexibiliteit te creëren bij groei of krimp van

instituten.



Financiën

In de afgelopen jaren zijn de marges in het budget van de KNAW langzamerhand

verdwenen. Debet hieraan is enerzijds de huisvestingsproblematiek (bij de overdracht

van het gebouwenbestand van het rijk naar de Akademie zijn onvoldoende

middelen voor instandhouding ter beschikking gesteld) en anderzijds de onvolledige

loon- en prijscompensatie in de rijksbijdrage. Intussen bemerkt ook de KNAW dat

onderzoek duurder wordt, al was het alleen maar vanwege de sterk toegenomen

vraag naar investeringen die absoluut noodzakelijk zijn om competitief te blijven.

De mogelijkheden van de KNAW om binnen haar huidige budget ruimte te maken

voor nieuw beleid zijn uiterst beperkt tot nihil. De KNAW vraagt daarom de minister

van OCW structureel een bedrag van e 23 miljoen per jaar ter beschikking te stellen,

omdat een belangrijk deel van de ambities in dit strategisch plan alleen kan worden

waargemaakt met de zo noodzakelijke financiële ruimte.








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK