Beelderfgoed ontsluiten voor onderwijs

Beelden voor de Toekomst vond zijn oorsprong bij de Raad voor Cultuur toen deze in augustus 2005 aanbeval voor het permanente beheer van het audiovisuele erfgoed een ‘Deltaplan voor Filmbehoud’ in gang te zetten. Dit werd gesteund door een meerderheid in de Tweede Kamer en ook het kabinet liet in februari weten het belang in te zien van digitalisering van audiovisueel materiaal, maar wilde niet gelijk het benodigde geld op tafel te leggen. “Kennisland is gevraagd als een onafhankelijke partij die de dienstenontwikkeling op gang kon brengen en houden”, aldus Westerhof. “Ook vanwege de expertise over de Creative Commons-licentie, een van de opties die mee zou kunnen spelen bij de digitalisering van audiovisueel materiaal.”

‘Beelden voor de Toekomst’ moet de schat aan 20ste eeuws audiovisueel materiaal ontsluiten dat in de archieven van de deelnemende partijen is opgeslagen. Daarbij gaat het om 137.200 uur video, 22.510 uur film, 123.900 uur audio en 2,9 miljoen foto’s. “Het is uiterst kwetsbaar materiaal waarvan jaarlijks nu al een deel vergaat. Nog een aantal jaren wachten en er is niets meer van over. Dit archief is ons cultureel erfgoed en we moeten er alles aan doen om dát te bewaren en te ontsluiten. Het liefst zo snel mogelijk. Als we nu niets doen, heeft het probleem zich binnen 10 jaar opgelost. Maar dat zou je niet móeten willen.
 
Omdat hier sprake is van een eenmalige achterstandsoperatie, zal het bedrag niet hoger worden dan die 173 miljoen euro. Punt. Als het al iets wordt, zal het alleen maar goedkoper worden,” stelt Westerhof. Volgens het plan wordt, afhankelijk van het type content, ongeveer 20 tot 40 procent van de totale collectie afgestoten, en dat zal af en toe vast wel met pijn in het hart plaatsvinden. Uitgangspunt van ‘Beelden voor de Toekomst’ is een zo breed mogelijke beschikbaarheid van het audiovisuele materiaal, speciaal voor het onderwijs. “Waar mogelijk zullen we gebruikmaken van de Creative Commons-licentie, maar dat zal niet altijd haalbaar zijn. Dat kan alleen als de rechthebbende bereid is om zo’n licentie te gebruiken.”