Nieuwe zijderoute

Nieuws | de redactie
10 juli 2006 | Frans Nauta, oud-secretaris van het Innovatieplatform, werkt voor de Londense denktank Demos aan een studie over de opkomst van Azië.”Ik ben bezig met de nieuwe zijderoute, de kennisvariant van wat Marco Polo heeft gedaan, een brug tussen het oosten en het westen.” Zijn eerste reflecties in een interview in Managementscope bevatten zijn voorpret op de enorme schok die door Nederland nog zal gaan als de werkelijke kwaliteit en inhoud van de kennisrevolutie in Azië zal doordringen, want “daar worden talentpools gecreëerd zo groot als de totale bevolking van Nederland.”

“Het heersende beeld is nog teveel dat wij iets bedenken, een armAziatisch land de opdracht geven dat goedkoop voor ons teproduce­ren, waarna wij dat met veel winst gaan verkopen.Ondernemers die richting China of India willen, kunnen beter aankennis gaan denken dan aan productie. Als je ziet met hoeveel gelden commitment ze in Azië hun onderzoek aan het optuigen zijn, staje perplex. Daar worden talentpools gecreëerd zo groot als detotale bevolking van Nederland. Die gaan de komende jaren dingenmaken die wij nog niet hebben bedacht. Dat wordt een feest, eenontzettende schop onder de kont voor Nederland. Dat gun ikons.

Om daar iets mee te doen, ben ik bezig met de nieuwe zijderoute, dekennisvariant van wat Marco Polo heeft gedaan, een brug tussen hetoosten en het westen. Je kunt wachten tot de eerste Silicon Valleysontstaan. Door die te vinden, helpen we Nederlandse bedrijven dieop een bepaald technologiegebied voorop willen blijven op weg, omkennis uit te wisselen met universiteiten en bedrijven in China,India en Zuid- Korea.

Het obstakel van de schijnveiligheid van de vaste baan. Ik heb zelfook een vaste baan gehad als ambtenaar. Ontslag nemen, was een helestap. In Nederland gaat het zo ver dat je zonder vast contract geenhuis kunt kopen, een bizar fenomeen is dat. Toch is er bijnaniemand meer die van zijn eerste baan tot zijn pensioen bij eenvaste werkgever zit. Je kunt beter expliciteren dat banen tijdelijkzijn, projec­ten in je leven. Je bent dan geen werknemer meer maarondernemer in je eigen bedrijf. Ik wil een situatie creëren waarinmensen vaker worden geconfronteerd met de vraag wat ze willen gaandoen. Vol­gens mij is de kans groter dat mensen iets gaan doen watze eigenlijk heel erg leuk vinden. Welke prikkels werkeninnovatieverhogend? Ik stel vast dat de meeste mensen de neiginghebben om als ze hun leven eenmaal geregeld hebben met de voeten optafel gaan zitten en een sigaar opsteken.

Endemol organiseert eens in de twee maanden een pitch voor nieuweprogramma’s. Iedereen mag meedoen, en als het lukt en het formatwordt verkocht dan krijg je daar een deel van de opbrengst van. Datis erg on- Nederlands en ik vind het steengoed. Ook medewerkers diegeen programma’s maken, denken daar elke maand na over formats. Eenander voorbeeld is 3M. Mensen mogen daar vijftien procent van huntijd rommelen, levert het wat op dan is daar ook beloning aangekoppeld. Bij een lezing voor ondernemers vroeg ik: ‘Welkebedrijven hebben een omzetdoelstelling voor nieuwe producten?’ Nulvingers in een zaal met vierhonderd ondernemers. Dat is heel erg.Aan de top kun je maar een paar dingen doen en die moet je dus heelgoed doen. Als je de goede incentives inzet, gaan mensen zichdaarop richten. Stel je zegt: dertig procent omzet moet uitproducten en diensten zijn die minder oud zijn dan twee jaar. Om tebeginnen ga je dat meten. Die vraag komt de organisatie in, alleendat al heeft effect. Dat staat voor die permanente uitnodiging. Diemecha­nismen doen veel. Als mensen met mooie nieuwe dingen bezigzijn, maakt dat energie los.

Er zijn helaas veel mensen die klem zitten in hun organisatie,waarbij het denken totaal wordt afgeleerd. Dat is pijnlijk. Als jedat los kunt maken, wordt het leven een stuk leuker. Daar gaat hetmij allemaal om, dat geldt voor een land, voor een bedrijf, voorjezelf. Innoveren is tegen de stroom in en dat heeft wel ietseenzaams bij tijd en wijle. Innovators zien meer mogelijkheden dananderen, ze zien het sneller dan anderen, hebben daar misschienminder angst voor. Die mensen zijn ook vermoeiend voor hunomgeving. Als iedereen perma­nent met vernieuwing bezig is, wordenwe allemaal horendol. Stabiliteit is ook een kwaliteit.

Ik dacht zeven jaar geleden: we zitten hier met zestien miljoenmen­sen aan zee en er zit minstens twee keer zoveel in dit land,maar we halen het er niet uit. Toen heb ik Nederland Kennislandopgericht om Nederland iets slimmer te maken, met denken maar ookmet prakti­sche projecten. De digitale trapvelden vind ik nogsteeds ons mooiste project. In achterstandswijken kwamencomputerlokalen waar honderd­duizenden mensen zichzelf hebben lereninternetten en vaardig zijn geworden met computers. Bijvoorbeeldeen Turkse mevrouw die kan mailen met haar familie in Turkije,terwijl ze eerst heel duur moest bellen. Hier in Amsterdam-Oost enZeeburg leidde dat tot het kinderpersbureau: kinderen rukken uit,de buurt in, om verhalen te maken over wat zich in de buurtafspeelt. Dat doet veel met de kinderen, die leren zich suf: nieuwsen foto’s maken, met multimedia omgaan, ze leren de buurt kennen enandersom. Op een gegeven moment was er een spreekuur voor deouderen en gingen de jongeren daar lesgeven. Dat is prachtig spul.Zo heeft elk trapveldje zijn eigen verhaal. Kleine verhaaltjes,maar het waren er op het hoogte­punt wel vierhonderd.

Inmiddels heeft iedereen het in Nederland over innovatie, het staatmassief op de agenda. Misschien is dat belangrijker dan een hoopmaatregelen. Het werkt door in de corporate wereld. Hogescholen,universiteiten en bedrijven zoeken elkaar op. Soms heeft dat nogwel een hoog ‘laten we geen subsidie in Den Haag latenliggen’-gehalte. Dat is een gevaar. Als jonge bedrijfjes te veelmet subsidie in aanraking komen, werken ze uiteindelijk vaak nietmeer voor de klant maar voor meer subsidie, daar word je geengezond bedrijf mee. Wat in de peri­ode van het Innovatieplatformook is gelukt, is erkenning dat onderwijs geen kostenpost is maareen investering in de toekomst. En dan nog een nieuwemigratieregeling die er nu net doorheen is: aan de poort vanNederland gaan we selecteren op talent. Ondernemers, onderzoe­kersen creatieve talenten die in Nederland willen werken, kunnen meteen puntensysteem worden toegelaten op basis van talent.

Bij een multina­tional krijg je een redelijk veilige carrière methoog salaris en leaseauto. Daar is op zich niks mis mee, maar diemultinationals zijn heel goed in het harken van de talenten opuniversiteiten. Dus onze allerbeste talen­ten gaan niet ondernemen,maar worden bureaucraat in een onderne­ming. Om daar iets aan tedoen, zouden we kunnen beginnen met het aanpassen van defaillissementswet, zodat er iets gebeurt aan een van de risicovollekanten van ondernemen in Nederland.”

U kunt het onderzoekswerk van Nauta volgen via zijn weblog www.nauta.org/blog.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK