‘We hebben onszelf veel reistijd bespaard’

Nieuws | de redactie
3 juli 2006 | De Hogeschool Utrecht en Hogeschool Zeeland hebben een gezamenlijke minor Microsysteemtechnologie opgezet. Zestien studenten uit beide steden werkten in 2005 een half jaar intensief samen. Voor de theoriecolleges maakten de hogescholen gebruik van videoconferencing via SURFgroepen. Daphne Riksen van SURFnet Bulletin doet verslag.

‘Aan de Hogeschool Utrecht zijn we al enkele jaren met het onderwerp microsysteemtechnologie bezig. Toen in 2003 een lectoraat werd ingesteld voor deze belangrijke en snel groeiende technologie, zijn we begonnen een minor daarvoor op te zetten’, vertelt docent Rob Sillen. Hij is in Utrecht verantwoordelijk voor de minor, een keuzevak of afstudeerrichting voor studenten werktuigbouwkunde, elektrotechniek en chemie.

Microsysteemtechnologie (MST) is het integreren van elektronische, mechanische, optische of andere componenten op silicium en het ontwikkelen van de behuizing en aansturing. Het is een erg specialistisch vakgebied en omdat ook Hogeschool Zeeland plannen in die richting had, besloten beide hogescholen de handen ineen te slaan. Zeeland wilde de expertise opbouwen over het front-end van MST, het ontwerpen en uitvoeren van microstructuren in silicium. ‘Terwijl wij ons in Utrecht specialiseren op de back-end: het verpakken van de kwetsbare chip van enkele vierkante millimeters in een kunststof behuizing en de connecties met de buitenwereld.’ Zo ontstond een logische taakverdeling binnen de gemeenschappelijke minor MST, die de studenten twintig weken fulltime in beslag neemt.

SURFgroepen

De minor werd voor het eerst gegeven in het najaar van 2005. Gezien de grote afstand tussen Utrecht en Vlissingen lag het voor de hand de docenten te laten lesgeven op afstand. Eddy van Loo, Dienst Informatievoorziening en Automatisering van Hogeschool Zeeland: ‘In april begonnen we met de voorbereidingen. Apparatuur voor videoconferencing is natuurlijk kant-en-klaar beschikbaar, maar dat is best duur. Toen bleek dat SURFnet webconferencingfaciliteiten bood, besloten we niet zelf het wiel te gaan uitvinden. We hebben in Utrecht een bijeenkomst gehad met de experts van SURFnet, die ons enkele oplossingen lieten zien en uitlegden wat je voor SURFgroepen nodig hebt.’ SURFgroepen biedt een complete samenwerkingsomgeving met online documentopslag, webconferencing, chat en instant messaging voor een afdeling of projectgroep. Voor videoconferencing via internet is aan de zendende kant in principe alleen een pc en een camera nodig en aan de ontvangende kant een pc met beamer. ‘We hebben wat firewall- instellingen aangepast en een camera aangesloten. Daarna gaan beide partijen naar de website van SURFgroepen en betreden een virtuele kamer. De studenten zien via de beamer een scherm met de Powerpointpresentatie of de docent. Het is overigens wat te licht gedacht dat je er met een eenvoudige webcam al bent. Voor goed beeld en geluid heb je een kwalitatief goede videocamera en microfoon nodig. Ook moet je de videokwaliteit van de conferencingomgeving zo hoog mogelijk instellen.’

Om het mogelijk te maken dat studenten in beide locaties vragen kunnen stellen, is ook aan de ontvangende kant een microfoon aangesloten. Via een eenvoudige webcam kan de docent zien wat er in de andere klas gebeurt.

Peilstok

De opleiding bestaat uit een mix van theoriecolleges en praktijkopdrachten. Videoconferencing is slechts een onderdeel van allerlei lesvormen en communicatiemiddelen: er zijn ook live ontmoetingen en de studenten communiceren onderling via MSN en email. De eerste tien weken van de minor is een docent uit Zeeland verantwoordelijk voor de theoriecolleges. Twee tot drie dagen per week staat hij voor de klas en de camera in Vlissingen. Voor de praktijkopdrachten ontmoeten de studenten, die in gemengde teams zijn ingedeeld, elkaar. De Utrechtse studenten reisden elke paar weken voor enkele dagen naar Vlissingen en logeerden daar in vakantiehuisjes. De tweede periode van tien weken was de Hogeschool Utrecht aan de beurt om de theoriecolleges te verzorgen en verbleven de Zeeuwen voor het practicum in Utrechtse studentenhostels.

Marieke Buijs is student werktuigbouwkunde aan Hogeschool Zeeland en volgde in haar derde studiejaar de minor MST. “Het was een heel waardevolle uitbreiding van mijn kennis en ook erg leerzaam om met studenten van een andere hogeschool samen te werken. We hebben voor een bestaand bedrijf een temperatuursensor ontworpen. In het eerste deel werkten we aan de chip, in het tweede deel aan de ‘verpakking’ en de elektrische contacten.’ Les krijgen op afstand was een uitkomst, vertelt ze. “We hebben daardoor veel reistijd bespaard. Zonder videoconferencing had ik tien weken een kamer moeten huren in Utrecht. Maar het is wel belangrijk dat je elkaar ook in levende lijve ontmoet. En het is me opgevallen dat lesgeven op afstand veel vraagt van studenten en docenten in het zendende lokaal.’

Aanpassingen

Je moet inderdaad rekening houden met de camera, vindt Willem Haak, een van de docenten MST in Zeeland. “Het eist veel van je concentratie. Je hebt een beperkte bewegingsvrijheid, als je even niet oplet ben je zó buiten beeld. Daar moet je je voortdurend van bewust zijn. Iets uitleggen op het bord is aan de ontvangende kant slecht leesbaar, dus je gaat veel meer informatie opnemen in Powerpoint. Het is minder interactief dan wanneer je écht voor de klas staat. Maar ik denk dat als de technologie verbetert, het contact op afstand beter verloopt.’

Zowel in Utrecht als in Zeeland bleek dat goede hardware en IT- support noodzakelijke voorwaarden zijn. Aan beide kanten is dan ook de hulp ingeroepen van de audiovisuele dienst. Studenten bedienden om beurten de camera. ‘Dat bleek minder handig’, vertelt de Utrechtse coördinator Rob Sillen. ‘Het is een behoorlijke klus om de docent met de camera te volgen en als student mis je dan de inhoud van het college. De volgende keer gaan we daar iemand voor inhuren.’

Komende september gaat de minor voor de tweede keer van start. Wat gaan de hogescholen nog meer veranderen? ‘Zowel technisch als inhoudelijk hebben we aanpassingen aangebracht’, zegt Rob Sillen. ‘We gaan bijvoorbeeld de eerste week veel tijd besteden aan teambuilding zodat de studenten elkaar beter leren kennen. En we gaan de minor in het Engels aanbieden.’ Hogeschool Zeeland heeft bovendien plannen om een speciale ruimte in te richten met videoconferencingapparatuur en kan dan meerdere camera’s gebruiken die eenvoudiger te bedienen zijn. Iedereen is tevreden met de mogelijkheden van lesgeven op afstand. Sillen: ‘Kinderziektes komen overal voor. Maar door de goede IT- ondersteuning is het ook de eerste keer behoorlijk vlekkeloos verlopen.’

Daphne Riksen

Dit artikel verscheen eerder in SURFnet Bulletin

www.surfgroepen.nl


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK