‘Zoek oplossingen, geen problemen’

Nieuws | de redactie
14 juli 2006 | Het Lectoraat Industrial Safety van de HAN hijst de stormbal. De uitkomst van drie onderzoeken, gevoegd bij directe informatie uit haar netwerk waaronder veel bedrijven en instanties zoals de Ministeries van SZW en BZ, de provincie, Lloyds Register en de Arbeidsinspectie, wijzen alle in dezelfde richting: veiligheid is vaak niet geborgd binnen bedrijven en instanties. Enkele gunstige uitzonderingen daargelaten.

Overheid

De terugtredende overheid heeft met zijn veiligheids- en milieubeleid steeds meer verantwoordelijkheden bij de bedrijven gelegd en constateert nu dat die daar grotendeels niet zijn ‘geland’. ‘Bedrijven onderkennen absoluut niet wat op hen afkomt. Zolang je veronderstelt geen verantwoordelijkheid te hebben of niet onderkent wat er mis kan gaan, leef je heel gelukkig verder. Maar wij zien het gigantisch mislopen. HBO en overheid hebben elkaar nu gevonden. Er moet iets gebeuren’, aldus dr.ir. Jan Kops, lector, en Chris van Beekum, consultant aan het lectoraat Industrial Safety van de HAN.

Vreemd eigenlijk, die kop in het zand van veel bedrijven en instellingen als het gaat om de verantwoordelijkheid voor veiligheid en milieu. De mogelijke consequenties liegen er namelijk niet om. De arbeidsinspectie hoeft het niet te laten bij waarschuwingen maar kan fikse boetes opleggen of een bedrijf zelfs stilleggen. Als zo’n zaak voor de rechter komt, geldt het als een economisch delict en zijn de maatregelen niet mis. Zeker als er een ongeluk plaatsvindt, is zo’n bedrijf helemaal aan de beurt. De pers zoekt als altijd slechts schuldigen en schiet zo’n bedrijf helemaal af. Een voorbeeld? De beruchte Essent-steiger.

Melkkoe

Maar anderzijds: toch ook weer verklaarbaar die houding. In principe zijn bedrijven niet te beroerd om mee te werken, maar… Allereerst zien zij veiligheid, milieu en de daaraan verbonden ethische aspecten als taak van overheid, wetenschap en HBO. Verder is tijd geld, en veiligheidsbeleid een kostenpost. Binnen de bedrijven is ook niemand persoonlijk verantwoordelijk. De vroegere veiligheidsdiensten zijn veelal opgeheven, hun verantwoordelijkheid doorgeschoven naar een externe arbodienst. Van Beekum heeft een scherp oog voor de dagelijkse realiteit: ‘Als bij de risico-inventarisatie maar alle formulieren zijn ingevuld met de benodigde stempels, dan zijn ze tenminste formeel gedekt.’

Belangrijk is ook: bedrijven zien zich als melkkoe van een eeuwig hongerige overheid die hen daarbovenop met telkens nieuwe regels lastigvalt en op kosten jaagt. Is het een wonder dat een over veiligheid enquêterende HAN-student van een bedrijf de reactie kreeg: ‘We werken alleen maar mee als er een dwangbevel van de overheid komt!’? Al lagen er meerdere omstandigheden aan ten grondslag, toch is het veelzeggend dat ook voor dit artikel moeilijk bedrijven te vinden waren die hun visie over het onderwerp wilden of konden geven.Kops snapt heus wel waarom bedrijven het hier zo moeilijk mee hebben. Want beleid kun je maken; de werkelijkheid waarvoor bedrijven zich gesteld zien niet. Kops: ‘De praktijk is dit: je stuurt je mensen bijvoorbeeld naar EU-gesponsorde projecten in de Oekraïne. Daar voldoet de werksituatie voor geen meter aan onze eisen. Zo moeten ze in het pikdonker werken op onveilige stellages. Moet je als bedrijf stoppen?’

Asbest

‘Of stel, ze moeten naar Zuid-Amerika. Blijken er beschadigde asbestinstallaties te zijn; het stof ligt op de grond. Iedereen taffelt er gewoon doorheen. Moeten jouw mensen als enigen maanpakken aan? Kunnen ze meteen vertrekken. Moet je er stoppen? Ook als het project gelijkstaat aan je jaaromzet? De consequentie zou zijn dat je mensen moet ontslaan of misschien wel dat het bedrijf over de kop gaat.’

Deze extreme voorbeelden uit het buitenland maken duidelijk waar het om gaat. Maar ook in Nederland moeten bedrijven om te overleven soms dingen doen die op de grens liggen. Het gaat meestal vijftien keer goed. De conclusie is dan: het kan nog wel ietsje ‘scherper’. Kunnen we de extra versteviging in die steiger misschien weglaten? Kops: ‘Bedrijven hopen maar dat ‘t goed gaat. Wat gelukkig meestal het geval is. Toch zijn er grenzen. Op het eind gaat het echt een keer mis, en dan moet er ineens iemand worden opgehangen. De schuldige moet gestraft.’

Hij en Van Beekum stellen dat bijna nooit één persoon schuldig is aan ongelukken, maar de situatie waarin hij is terechtgekomen. Het gaat hen altijd om het waarom. Waarom bezweek die Essent- steiger? Was Essent zelf de oorzaak? Moet van ons allen niet altijd alles goedkoper en sneller? Wie is dan nog de schuldige? Kops stelt zich altijd vragen als: had de monteur de juiste handleiding? Had hij wel de juiste opleiding? Waren er misschien taalproblemen? Was het een haastklus? Van Beekum: ‘De publieke opinie met de media voorop, reageren meestal zo: Meneer X is schuldig. Klaar! Maar net door die houding kan hetzelfde morgen opnieuw gebeuren. Onze eerste wet is daarom: zoek oplossingen, geen schuldigen.’

Schaap over de dam

Het lectoraat Industrial Safety voorzag de problemen en heeft de situatie besproken bij ondermeer het ministerie van SZW dat het probleem volledig onderkent. Dat stelde dan ook subsidie beschikbaar waarmee het lectoraat op twee dingen mikt. Allereerst extern: tóch het bedrijfsleven. Een deel van de bedrijven ziet de noodzaak in. De HAN mikt op verantwoordelijkheidsgevoel bij sleutelbedrijven, hoger op de ladder, die in aanzien staan bij collega’s en
een voorbeeldfunctie hebben. Deze hebben meestal een eigen perceptie van de wereld en stellen zich niet louter regatief op. Als er een aantal schapen over de dam is, volgen er mogelijk meer.

Vervolgens: intern, binnen de HAN- opleidingen. HBOers zijn de toekomstige managers of specialisten die processen aansturen, of er minstens midden in zitten. Vooral bij hen moet het bewustzijn over veiligheid en milieu tussen de oren zitten; zij moeten veiligheidsrisico’s onderkennen. De HAN start daarom met een onderwijsprogramma, waarbij veiligheidscultuur, ethiek, risicoperceptie en communicatie de centrale thema’s zijn. Doelwit zijn eerst de opleidingen Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde, maar vervolgens ook de andere opleidingen. Ook een Pabo-student bijvoorbeeld, moet zelf een radar ontwikkelen voor onveilige situaties en niet alleen worden getraind op reactief handelen bij calamiteiten. Hij is immers verantwoordelijk als een kind bijvoorbeeld onder een half loszittende TL-buis zit. Daar moet hij oog voor krijgen. Zo’n opleiding krijgt – behalve een HBO-brede kernmodule – een op haar beroepsgroep toegesneden pakket. Bij de ontwikkeling daarvan worden docenten van de eigen opleiding en deskundigen uit de praktijk betrokken.

Eer en geweten

Het lectoraat Industrial Safety is niet uit op nieuwe regeltjes voor bedrijven. Het gaat om cultuur; om bewustzijn. Kops: ‘ Vroeger verwachtte men alle heil van productveiligheid. Als er maar een Kema- keur op stond, dan was het goed. Toen kreeg je de fase van de organisatieveiligheid, uitmondend in regels en in ISO 9000 en milieuzorgsystemen. Maar techniek alleen is geen oplossing, ja kan zelfs tegen je werken. In Duitsland blijken automobilisten met ABS aan boord harder te gaan rijden. Technische veiligheid heeft z’n grens.’ Van Beekum valt Kops bij door de ethiek te benadrukken die in de onderwijsmodules besloten ligt. ‘Je hebt te zorgen voor je medemens en je wereld. De realiteit voor bedrijven is zoals bekend weerbarstig; je ontkomt er niet aan grenzen op te zoeken. Zulke situaties stellen we in de opleiding ter discussie, maar dat doen we niet om een pasklare oplossing te vinden. Ons doel is het ontwikkelen van een houding: wat moet ik naar mijn beste eer en geweten in dit geval doen?’

Een mogelijke discussie binnen de opleiding kan bijvoorbeeld zijn: je bedrijf krijgt een lucratieve opdracht voor het spuitgieten van een product. Maar daarvoor moet de beveiligingskap van de machine af. Wat doe je? En wat doe je als dit een noodzakelijke opdracht is om het bedrijf draaiend te houden? Ander voorbeeld: je wil geen kinderarbeid meer bij het produceren van je voetballen in Bangladesh. Als je het bedrijf ter plaatse bezoekt, werken er inderdaad geen kinderen meer. Die werken nu in een houtzagerij met veel onbeveiligde aandrijfriemen open en bloot over de werkvloer. Andere families hebben hun enige bron van inkomen verloren. Wat doe je? Kops: ‘Dit gaat niet over beleid of theorie. Het gaat om de realiteit.’

Onderzoek

• 2004/2005. Onderzoek onder het Gelderse bedrijfsleven naar de veiligheidssituatie bij apparaten onder druk. Uitgevoerd met studenten Technische Bedrijfskunde, in samenwerking met Lloyd’s Register (voorheen het Stoomwezen) en de Provincie Gelderland. Het eindrapport is beschikbaar.

• 2005/2006. Onderzoek onder het Gelderse bedrijfsleven, de zorgsector, en schoolinstellingen naar de verwachtingen over afgestudeerde HBO-ers op veiligheids-, milieu- en ethiekgebied. Uitgevoerd met studenten Technische Bedrijfskunde, ondersteund door het ministerie van SZW. De eindrapportage is binnenkort beschikbaar.

• 2005/2006. Onderzoek onder het Gelderse bedrijfsleven, de zorgsector, en schoolinstellingen naar de gewenste functies van een model voor zelfevaluatie van de eigen veiligheids-, milieu- en ethiekpraktijk. Uitgevoerd met studenten Technische Bedrijfskunde, ondersteund door het ministerie van SZW. De eindrapportage is binnenkort beschikbaar.

Dit artikel verscheen eerder in het HAN-blad.

www.han.nl


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK