JSF grote kennisimpuls

Nieuws | de redactie
18 september 2006 | Tilburgse economen analyseren dat de Nederlandse rol in de JSF groot effect heeft op innovatie en kennisintensieve productie.  “Deelname aan het JSF-project resulteert in een forse omzetgroei, kennisintensieve werkgelegenheid, sterke technologische ontwikkeling en een aantoonbaar betere marktpositie op langere termijn in de mondiale luchtvaartindustrie.”

  Aldus concluderen prof.dr.ir Bart Vos en drs. Mark van de Vijver van CentER Applied Research v an de UvT. “Nederlandse bedrijven moeten zich nu als hoogwaardige toeleverancier kwalificeren, willen ze op termijn overleven. Het JSF-programma speelt een cruciale rol in deze positionering.” Ontwikkeling en productie bieden uitzicht op een omzet van 6,2 tot 8,8 miljard $, in Nederland zo’n 17.500 – 25.000 arbeidsjaren exclusief de arbeidsintensieve onderhoudsfase en de opdrachten uit spin-off en spillover.

Programma’s zoals de JSF zijn van groot belang voor het  versterken van het Nederlandse luchtvaartcluster dat in Europa, na de grote EU-lidstaten, een vooraanstaande rol speelt. Versterking van de innovatieve slagkracht van de luchtvaartindustrie is dan ook gebaat bij continuering van de Nederlandse bijdrage aan het JSF programma, dat deze zomer is omgedoopt tot de F-35 Lightning II.

Het rapport “JSF: Strategische positionering in de mondiale luchtvaartmarkt” is uitgevoerd door de Tilburgse economen en auteurs, prof.dr.ir Bart Vos en drs. Mark van de Vijver. Zij baseren hun conclusies op interviews met 15 Nederlandse bedrijven en kennisinstituten in het luchtvaartcluster en de 3 hoofdaannemers in het JSF programma (Lockheed Martin, Rolls-Royce en Pratt & Whitney). Hun onderzoek omvat dus niet alle in het JSF programma actieve Nederlandse bedrijven, inmiddels bijna 80.

Nog belangrijker voor het Nederlandse luchtvaartcluster noemen zij de ontwikkeling van specifieke technologische en marktkennis in het JSF project. De ontwikkeling van zulke specifieke technologieën kan ook in andere programma’s toegepast worden. Voorbeelden zijn de door Stork Aerospace ontwikkelde composiettechnologie, de door Thales Cryogenics ontwikkelde koelers, de samenwerking tussen NLR, Perot Systems, Sun en TNO op het gebied van Prognostic Health Management en het Embedded Training programma van Dutch Space en NLR.

Daarmee kan het luchtvaartcluster zich ook  positioneren voor andere belangrijke civiele en militaire luchtvaartprogramma’s. Professor Bart Vos, hoogleraar Inkoopmanagement, signaleert dat aerospace-giganten in de mondiale luchtvaartindustrie een strategische relatie willen bewerkstelligen met hun toeleveranciers: “Nederlandse bedrijven moeten zich nu als hoogwaardige toeleverancier kwalificeren, willen ze op termijn overleven. Het JSF-programma speelt een cruciale rol in deze positionering. Daarnaast hebben Nederlandse bedrijven, in het kader van het JSF programma, technologieën ontwikkeld die ook toegepast kunnen worden in andere programma’s. Daarmee vormt het een hoeksteen voor de continuïteit van het cluster. Deze bijdrage wordt erkend door de hoofdaannemers van het JSF-project, Lockheed Martin, Pratt & Whitney en Rolls-Royce.”

De hoofdaannemers stellen dat deze deelname de basis legt voor lange termijn relaties met Nederlandse bedrijven. Het is immers een lastig en tijdrovend proces om gekwalificeerd te worden als leverancier van een van de internationale aerospace-giganten. De Nederlandse industrie kan door haar huidige activiteiten in het JSF programma haar positie in de mondiale luchtvaartindustrie verder versterken en uitbouwen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK