Kleine windturbines dragen bij aan duurzaamheid

Nieuws | de redactie
5 september 2006 | Natuurkundig ingenieur S. Mertens (TU Delft) geeft in zijn proefschrift een beschrijving van de prestaties van (kleine) windturbines in de bebouwde omgeving. Het gaat in het bijzonder in op optimale prestaties rond de integratie van een windturbine met een gebouw waarbij het gebouw de windenergie concentreert voor de windturbine. Er worden drie basisprincipes van zulke ‘gebouwen die de wind concentreren’ (of concentrators) onderscheiden:




– windturbines op het dak of aan de zijkanten van een gebouw,
– windturbines tussen vleugelvormige gebouwen,
– windturbines in gaten door gebouwen.

Dit proefschrift laat zien dat de ‘op het dak of aan de zijkanten van een gebouw’ optie en de ‘in gaten door gebouwen’ optie veelbelovend zijn. Concentrators zijn in staat om het probleem teniet te doen van de lage gemiddelde windsnelheden in de bebouwde omgeving ten opzichte van landelijke gebieden. Niettemin laat dit proefschrift zien dat de energie- opbrengst voor alle opties beperkt is omdat de windturbines alleen kunnen profiteren van de verhoogde windsnelheid als ze relatief klein zijn vergeleken bij het gebouw.

Voordelen zijn echter dat ze de energie leveren op de plek waar die gebruikt wordt, de bebouwde omgeving en dat hun energieopbrengst wordt gevoeld als energiebesparing. Hun energieopbrengst wordt immers gereflecteerd in besparingen op de elektriciteitsrekening van de gebruiker. De conclusie is dat windenergie-conversie in de bebouwde omgeving met gebruikmaking van concentrator-effecten een veelbelovende duurzame energiebron is voor de toekomst.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK