30% hbo-docenten betrokken bij kenniscirculatie

Met ruim 4500 docenten binnen kenniskringen en lectoratenactiviteiten is zo’n 30% van de hbo-docenten betrokken in de kenniscirculatie en de daaraan verbonden deskundigheidsbevordering. Opvallend goed functioneren de lectoren in de sector kunst van het hbo. Hun “bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs en van de relatie met de praktijk is vaak van bijzonder hoog niveau,” stelde Franssen . Over twee jaar verwachten SKO en HBO-raad de eigen kwaliteitszorg voor de lectoraten en hun input in de opleidingen adequaat te hebben opgebouwd. “De borging daarvan is nu na de eerste pioniersfase van de opbouw van het lectoraat in de voorbije 5 jaar aan de orde. De objectivering van de beoordeling zal het hbo via SKO en zijn ervaring op dit terrein verder ontwikkelen,” gaf Doekle Terpstra aan.

Punt van zorg is voor de SKO-voorzitter de geringe dynamiek van lectoraten uit de lerarenopleidingen. “Het gebrek aan aanvragen uit die sector en de vaak erg beperkte scope van de lectoraten die men wel aanvraagt vind ik opvallend.” Dit blijkt bij de 2egraads opleidingen nog sterker het gevaal te zijn dan bij de Pabo’s. Het lerend vermogen op dit terrein verschilt per instelling, zei Franssen. “Zij zullen daar zelf veel beleidsaandacht aan moeten besteden. Colleges van Bestuur moeten niet te snel hun rol bij de voorbereiding van lectoraten tot een marginale toetsing van de eventuele aanvraag laten overgaan. Dat geldt zeker voor de grote instellingen die veel lectoraten kennen.”

HBO-raad voorzitter Terpstra noemde de kwaliteitsmeting “wind uit de zeilen van de criticasters”, zoals het VVD-Kamerlid Visser, wiens motie over financiering van lectoraten tot de meting had geleid. OCW zou de meting nog voor de Kamerbehandeling van de begroting aan de Kamer toesturen, zo heet het in Den Haag.