In memoriam Jan Bart Mandos

Nieuws | de redactie
16 oktober 2006 | Vanuit de Hogechool Zeeland bereikte ScienceGuide een herdenkingsartikel over de dit weekend overleden collegevoorzitter. Het geeft een goede indruk van de bijzondere rol die hij gespeeld heeft en ook van de rol die een collegevoorzitter in zijn regio kan spelen als hij als voortrekker van innovatie en internationale ontwikkeling van de kenniseconomie erkenning krijgt.

Er gaat niets boven Groningen’ De slogan waarmee de Groningers zichzelf op de kaart zetten riep ogenblikkelijk de spotlust van Jan Bart Mandos op. ‘Inderdaad, boven Groningen is niks’, zei hij dan. ‘Maar Zeeland heeft boven zich de Randstad en onder zich het economisch krachtige en cultureel hoogwaardige Vlaanderen.’
Misschien is Jan Bart politiek gezien wel heel goed te karakteriseren als de man die het zelfbewustzijn van zijn omgeving altijd heeft weten op te krikken. Of dat nu was als wethouder van Delft, als burgemeester van Borsele of als voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Zeeland. In die laatste functie was hij zich heel bewust van de lokaal overstijgende betekenis van de hogeschool en van de mogelijkheden die de hogeschool voor de provincie zou kunnen hebben. Hij kon zich ergeren aan de kortzichtigheid van lokale bestuurders en ook aan die van de provincie, als ze onvoldoende ruimte gaven aan de hogeschool om zich ten faveure van de gehele regio te kunnen ontplooien. Zo kon hij zich trouwens ook ergeren aan het Ministerie van Onderwijs als het zich in zijn regelgeving en uitleg daarvan plaatste als een bureaucratisch, al dan niet wettisch controle-instituut in plaats van als meedenkende en een goed onderwijs stimulerende overheid.

Lokaal gezien vond hij dat de gemeente Vlissingen zich veel meer moest inspannen om in huisvesting en entertainment een echte studentenstad te worden voor HBO en MBO. Dat geldt ook voor Middelburg in de congsie van Hogeschool Zeeland en de Roosevelt Academy. De realisering van de kennisboulevard in Vlissingen zag hij als een lokale, maar ook als bovenlokale ambitie. Dus ook een taak voor de provincie.

In de afwikkeling van wat in de volksmond ‘de HBO-fraude’ werd genoemd toonde hij zich een groot strateeg. Het woord ‘fraude’ wilde hij niet horen, want daar is nooit sprake van geweest. Het ging om een interpretatie van welke mogelijkheden binnen het kader van de wet wel of niet konden worden benut. In die interpretatie heeft hij altijd het been stijf gehouden. Ook in de formulering van het akkoord dat uiteindelijk met het ministerie is gesloten. Daarin komt het woord ‘onrechtmatig’ niet voor. Dat akkoord kwam er omdat Jan Bart af wilde van de last van een lang slepende affaire. Uiteindelijk betekende de overeenkomst voor de hogeschool een renteloze terugbetaling van wat ‘ten onrechte’ zou zijn ontvangen op zodanig op lange termijn (20 jaar), dat de hogeschool daar goed mee verder zou kunnen. Bovendien waren er twee clausules, die het zelfstandig voortbestaan van de hogeschool niet in de weg zouden staan. De eerste was dat elke twee jaar geëvalueerd zou worden of de terugbetalingslast niet te zwaar zou zijn, met een opschortende werking als dat wel het geval zou zijn. De tweede was dat jurisprudentie in de afwikkeling van de zaak bij andere hogescholen zou kunnen leiden tot het openbreken van de overeenkomst.

Eenmaal los van de last richtte hij zich op een nieuwe ambitie: het verbeteren van het onderwijs, het verbeteren van de aansluiting tussen voortgezet onderwijs en het middelbaar en hoger beroepsonderwijs, het vergroten van de doorstroming van MBO-studenten naar het HBO en van HBO-ers naar masteropleidingen en het vergroten van de uitstroom van gediplomeerden. Binnen de Hogeschool Zeeland werd het roer van het traditionele aanbodgestuurde onderwijs omgegooid naar vraaggestuurd onderwijs om zo beter in te kunnen spelen op de individuele capaciteiten en behoeften van de studenten. In een eigen professionele setting werd een nieuw onderwijsconcept ontwikkeld in navolging van dat van de Roosevelt Academy. De doorvoering daarvan is een proces dat nog gaande is.

Een interne aanpassing van het onderwijs is echter onvoldoende om de doelstellingen van beter onderwijs voor alle Zeeuwse jongeren (betere doorstroming, meer gediplomeerden, betere afstemming op de arbeidsmarkt) te realiseren. Doelstellingen die in direct verband staan met de verbetering van de Zeeuwse kenniseconomie.  Daarom bedacht hij een masterplan waarin de Zeeuwse overheden (lokaal en provinciaal), de Zeeuwse ondernemingen en de Zeeuwse onderwijsinstellingen (de drie O’s)  in een samenwerkingsverband de realisering van die doelstellingen ter hand zouden nemen. Hij wist hoe de onderlinge belangentegenstellingen lagen en hoe moeilijk zo’n praktisch samenwerkingsverband tot stand gebracht kan worden. Met diplomatie besprak hij de ideeën met verschillende partners, liet ruimte voor de afzonderlijke posities, creëerde enthousiasme en zo kon de provincie het voortouw nemen. Op 5 april 2005 werd er onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin een intentieverklaring uitgesproken.

Gedeputeerde George van Heukelom ging de kar trekken en op 14 juli 2005 kon een delegatie van de Zeeuwse ‘drie O’s’ het akkoord onder de titel ‘Kennis maken in Zeeland’ in Den Haag aanbieden aan de Minister van Onderwijs. De notitie bevatte een plan, waarvan de onderdelen een investering van 177 miljoen euro vergen met als beoogd resultaat: meer gekwalificeerde mensen, een hogere onderwijsparticipatie, effectieve kennisuitwisseling en innovatiebevordering. De regie zou in handen moete komen van een op te richten ontmoetingsplatform voor de ‘drie O’s’, een Zeeuws instituut Kenniseconomie. Inmiddels wordt er gewerkt aan de oprichting van een NV Economische Impuls Zeeland, waarin dat kennisplatform en een op te richten ontwikkelingsbedrijf een gezamenlijk onderdak krijgen.

Om de gekwantificeerde doelen te bereiken zijn er 19 projecten geformuleerd. Bij 13 daarvan is de Hogeschool Zeeland direct betrokken. Dat varieert onder andere van een gezamenlijk Zeeuws portfolio, de upgrading van docenten, intensieve voorlichting, een gezamenlijk dienstencentrum tot een lectoraat innovatief ondernemen, een kenniscentrum aquaculturen en watermanagement, een kenniscentrum kusttoerisme, een internationaal maritiem centrum en participatie in de ontwikkeling van de kenniswerf in Vlissingen en in die van een kennispark in Zeeuws- Vlaanderen.

Jan Bart Mandos keek bij innoverende plannen heel duidelijk over de grenzen van de eigen lokatie heen.Ook in fysiek opzicht. Om het voor MBO’ers toegankelijker te maken om door te stromen naar het HBO moest de hogeschool vanuit een Vlissingse hoofdvestiging ook op verschillende plaatsen een nevenvestiging hebben: Goes, Terneuzen, Middelburg. Om de uniekheid van Zeeland als ‘waterprovincie’ uit te buiten zou de meest aantrekkelijke lokatie daarvoor moeten worden geïncorporeerd in het onderwijs. Dat wil zeggen dat hij een centrum voor aquaculturen en watermanagement voor een deel gevestigd zag op Neeltje Jans. Eveneens zou daar een belangrijk steunpunt voor het kenniscentrum kusttoerisme kunnen worden gehuisvest. Op dit moment worden er in samenwerking met de provincie, de gemeente Veere, Rijkswaterstaat, het Waterschap Zeeuwse eilanden, het Nationaal Park Oosterschelde en de Zeeuwse Milieufederatie gekeken wat er van die plannen terecht kan komen en hoe die dan gerealiseerd zouden kunnen worden. Dat uiteraard in gesprek met andere gebruikers van het gebied, zoals Waterland Neeltje Jans en met andere spelers op het terrein van aquacultures en watermanagement.

Jan Bart Mandos: hij heeft heel wat in beweging gebracht. Vanaf zijn initiatief nog geen twee jaar geleden is er veel in gang gezet. Zonder zijn inspirerende initiatieven was dat niet gelukt. Nu hij er niet meer is moeten andere spelers het karwei voortzetten. Visie, lef, inspiratie en enthousiasme kunnen daarbij niet gemist worden. In de voetsporen van Jan Bart Mandos zijn die eigenschappen nodig voor de toekomst van de hogeschool en van de zuidwestelijke delta, waarvan Zeeland het kerngebied is.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK