Kleinschaliger opzet in Utrecht
Bij psychologie worden alle eerstejaars studenten voor één jaar ingedeeld in een College dat bestaat uit een hoofddocent, een viertal tutoren en ongeveer honderd studenten. Aan elk College is een vast docententeam verbonden. Die Colleges krijgen de namen van vijf illustere Nederlandse psychologen. Na een jaar stopt het College en stromen de studenten in in een van de zes studiepaden van de opleiding. In de pilot ligt de nadruk op het creëren van een hechtere band tussen studenten en docenten.
De Universiteit Utrecht kent een aantal Colleges waarvan de focus ligt op honoursonderwijs, en waarvoor studenten op basis van motivatie en ambitie worden geselecteerd. Deze Colleges laten goede resultaten zien. Van de studenten van het University College Utrecht (UCU), de internationale brede bacheloropleiding van de Universiteit Utrecht, rond meer dan 90% de opleiding af, waarvan 98% binnen de termijn. De opleiding kent weinig uitval en recent nog beoordeelden de alumni in een internationale survey de aansluiting van hun vooropleiding op de master met een 4.5 op een vijfpuntsschaal. Van de ondervraagde alumni zou 95% opnieuw voor het UCU kiezen.
Vorig jaar startte Rechtsgeleerdheid het Utrecht Law College (ULC) om recht te doen aan het verschil in motivatie en ambitie binnen de grote groep rechtenstudenten. Bij het ULC gaat het om kleinschalig praktijkgericht onderwijs van een hoog academisch niveau, gegeven door een vast team van ervaren docenten. Ook hier geven de eerste resultaten een gunstig beeld: alle 75 studenten op een enkeling na kregen een positief studieadvies, bovendien lieten zij hogere resultaten zien dan de overige rechtenstudenten.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport