Kunst is geen kennisproductie (1)

Nieuws | de redactie
23 oktober 2006 | Hoort kunstonderzoek nu wel of niet tot de wetenschap? Dat is de inzet van een debat op ScienceGuide tussen de lectoren Van Winkel en Borgdorff. Beide heren erkennen dat er nog wel wat verschillen zijn tussen kunstonderzoek en mainstream wetenschap. Maar de conclusie die ze daaruit trekken is een verschillende: volgens Henk Borgdorff is het wel degelijk mogelijk kunstonderzoek uit te voeren volgens de regels van de wetenschap, en zullen de ervaringen daarbij het algemene wetenschapsdiscours uiteindelijk beïnvloeden. In onderstaande brief betoogt Van Winkel dat het bij kunstonderzoek nu juist om iets anders gaat dan kennisproductie:

“Wetenschap is gedisciplineerde, gereguleerde kennisproductie. Kunst is dat niet. Niet omdat ze ongedisciplineerd of ongereguleerd zou zijn, maar omdat ze geen kennisproductie is”.

Beste Henk,

Dank voor je repliek op mijn artikel. Ik ben blij dat het stuk wat discussie losmaakt; dat was ook de bedoeling die Dirk Pültau en ik hadden met dat themanummer van De Witte Raaf. Hierbij een reactie op jouw reactie, waarbij ik met name inga op de punten waarover we van mening verschillen.

Het door jou gemunte begrip “artistieke feiten” vind ik echt verkeerd, met permissie. Het is improductief en werkt vooral verwarrend. Er is volgens mij geen speciale dimensie die maakt dat bepaalde feiten “artistiek” zijn en andere niet. Dat suggereer je wel door ze als een aparte categorie naast historische, natuurlijke en sociale feiten te zetten. Zeker in de beeldende kunst geldt dat elk feit (of bij uitbreiding: ieder gegeven, ieder materiaal, elk medium) door kunstenaars in een artistieke context opgenomen kan worden en op dat moment in een “artistiek feit” verandert. Het onderscheid tussen artistieke en niet-artistieke feiten kan dus pas gemaakt worden op het moment dat het al niet meer richtinggevend is. De dialectiek van materialiteit en immaterialiteit, die dergelijke artistieke feiten zou kenmerken, heeft volgens mij ook geen onderscheidende waarde. Dezelfde dialectiek tussen gebeurtenissen/objecten/producten enerzijds en ideeën/opvattingen/overtuigingen anderzijds is toch de core-business van vele andere (wetenschappelijke) onderzoeksdomeinen: (cultuur) geschiedenis, antropologie, linguïstiek, semiotiek, filosofie, etc. Hoe kun je daar de “eigen aard” van artistiek  onderzoek op baseren? Tenzij je er nadrukkelijk bij zegt dat artistiek onderzoek altijd de kunst zelf als onderzoeksobject neemt, maar daarmee sluit je dus andere mogelijkheden af. Dat is waar ik in de bewuste passage op doelde.

De nadere uitleg die je in je mail geeft over de aard van de kennis zoals die in de kunst omgaat, maakt het voor mij eerlijk gezegd niet duidelijker. Je hebt het over een “zintuiglijk kennisinhoud” die in kunstwerken en artistieke processen is “belichaamd”, en die “niet (volledig) in taal kan worden ontsloten”, maar wel op andere wijze articuleerbaar is, namelijk …. in de kunst zelf. Het lijkt me dat je met dit laatste weer terug bent bij je uitgangspunt: kennis die belichaamd is in kunst, kan gearticuleerd worden in kunst…. Ja, allicht…. En dat deze kennis “discursief omlijst” kan worden, lijkt me ook niet heel opmerkelijk. Bestaan er eigenlijk wel zaken die NIET discursief te omlijsten zijn?

Het begrip “belichaamde kennis” (tacit, embodied) komt voorzover ik weet uit de fenomenologie van Merleau-Ponty. Misschien vind jij de fenomenologie actueler dan 19de-eeuws positivisme. Voor mij zijn beide tradities onderdeel van de geschiedenis , en kun je er niet aan refereren zonder ze ook nadrukkelijk te historiseren.  Je kritiek op mij, dat ik met criteria als reproduceerbaarheid en veralgemeniseerbaarheid op de proppen kom, hetgeen blijk zou geven van positivistisch denken, is een beetje flauw. Hiermee bedoel ik in feite niets anders dan wat jij in je artikel in paragraaf III/c schrijft: “Wanneer de impact van het onderzoek beperkt blijft tot het eigen oeuvre, en van geen betekenis is voor de wijdere onderzoeksomgeving, dan kan met recht de vraag gesteld worden of het hier dan wel om onderzoek in de eigenlijke zin gaat.” Bovendien geeft de hele discussie over kunst en onderzoek zelf al aan dat die criteria nog niet achterhaald zijn. We zoeken immers naar mogelijkheden om algemene uitspraken te doen over het onderzoeksgehalte van de kunstpraktijk. Iedereen kent wel een paar overtuigende voorbeelden van kunstenaars die aan een vorm van onderzoek doen. We kunnen  die voorbeelden beschrijven, op min of meer adequate wijze – maar kunnen we ze ook veralgemeniseren? Tot nu toe heeft niemand mij ervan weten te overtuigen dat dat kan. Dat zou nog geen probleem hoeven zijn, ware het niet dat het onderwijsapparaat snakt naar generalisaties die zich laten omzetten in beleid – in onderzoeksprogramma’s, onderzoeksscholen, opleidingsprofielen.

We zijn het erover eens dat de kennis die in een kunstwerk neergeslagen is, er niet probleemloos uit gedistilleerd kan worden. Maar nu zeg je dat dat eigenlijk ook niet hoeft. Dit roept bij mij de vraag op, of we het dan nog wel over kennis kunnen hebben. Hoe kunnen we het kennisgehalte vaststellen als dat nooit aan het impliciete stadium ontstijgt? In jouw versie wordt het kennisbegrip zodanig afgezwakt, dat het alleen nog een metaforische betekenis overhoudt.  Er is in principe geen bezwaar tegen metaforen, maar in dit geval haal je daarmee de angel uit de discussie. Ik vind dat die discussie juist op scherp gezet moet worden. Bovendien bieden dergelijke “zachte” metaforen geen enkele weerstand tegen hun inschakeling in de ”newspeak” van institutionele beleidsmakers, waarmee ze onbedoeld dus toch weer een legitimerende functie krijgen. Ik vind dat het onze taak is om dat soort recuperaties tegen te gaan.

Dit brengt me bij de relatie tussen onderzoek in de kunst en wetenschappelijk onderzoek. Je benadrukt nu dat je de tegenstelling tussen artistiek en wetenschappelijk onderzoek niet vruchtbaar vindt, maar het lijkt me toch onmiskenbaar dat je in je artikel vele pagina’s wijdt aan het vaststellen van de overeenkomsten en (vooral) de verschillen. “De vraag naar de eigen aard van onderzoek in de kunsten kan inderdaad het best beantwoord worden wanneer tevens de vraag wordt gesteld waarin dit soort onderzoek verschilt van wat we gewoonlijk verstaan onder wetenschappelijk onderzoek,” zeg je aan het begin van deel III. Het idee dat het mainstream wetenschapsbegrip aan het schuiven gebracht zou kunnen worden door toedoen van het onderzoek in de kunsten, klinkt mooi maar is wel wat “overconfident”, zou ik denken, gezien de geringe wapenfeiten tot nu toe.

Ik vind dat je deze kwestie eigenlijk veel te ingewikkeld maakt. Laat ik het eens simpel uitdrukken. Wetenschap is gedisciplineerde, gereguleerde kennisproductie. Kunst is dat niet. Niet omdat ze ongedisciplineerd of ongereguleerd zou zijn, maar omdat ze geen kennisproductie is.

Hartelijke groet,

Camiel van Winkel
Lector beeldende kunst
Academie voor Kunst en Vormgeving/St Joost
Avans Hogeschool


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK