Mens herkent dikmakers te weinig

Nieuws | de redactie
4 oktober 2006 | Eten wat je lekker vindt, en toch op gezond gewicht blijven. Dat is wat iedereen zou willen. Maar 'verborgen' vetten en fast food verzadigen onvoldoende. Blijkbaar is het menselijk lichaam niet toegerust voor het herkennen van deze 'geniepige calorieën'. Zij dragen daarom in belangrijke mate bij aan een 'dikmakende' omgeving. We willen onderzoeken hoe het komt dat je sommige calorieën minder goed opmerkt dan andere, zegt prof.dr.ir. Kees de Graaf bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Eetgedrag aan Wageningen Universiteit op 5 oktober.


Eetgedrag is aangeleerd gedrag, toont prof. De Graaf aan in zijn inaugurele rede ‘Eetgedrag, de verleiding voorbij’. Om tot een optimaal voedingspatroon te komen is het daarom belangrijk om ons gezonde verstand te gebruiken en gezonde gewoontes aan te leren. En verder moeten we onze omgeving zodanig inrichten dat deze gezond gedrag stimuleert. Er is al veel bekend over al of niet verzadigende effecten van eiwitten, koolhydraten of vetten en alcohol. Eiwitten verzadigen meer dan koolhydraten, koolhydraten meer dan vetten, en vetten weer meer dan alcohol, dat juist een eetluststimulerend effect lijkt te hebben. Hoe dit nu komt, de fysiologische mechanismen, is nog goeddeels onbekend. Kees de Graaf ziet daarom in de ontrafeling daarvan een van de belangrijkste uitdagingen van het voedingsonderzoek van deze tijd. Dat levert mogelijkheden op om goed verzadigende voedingsmiddelen te maken met een lage energie-inhoud, die mee kunnen helpen om overgewicht te bestrijden. In Nederland heeft bijna de helft van de bevolking overgewicht en dat leidt weer tot een toename van allerlei ziektes, zoals hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten en slaapstoornissen.

Ons eetgedrag wordt bepaald door twee processen, de metabole en de sensorische. De metabole processen manifesteren zich als gevoelens van honger en verzadiging, en hebben de functie om het lichaam in energiebalans te houden. De sensorische processen hebben te maken met de aangenaamheid van het eten, en zijn verantwoordelijk voor de voedselkeuze en daarmee de variatie in ons voedingspatroon. We eten wat we lekker vinden en we vermijden het voedsel dat ons tegen staat. Beide processen worden in onze hersenen aan elkaar gekoppeld en conditioneren ons eetgedrag. Uit een groot aantal studies komt naar voren dat we bij het aanleren van voedselvoorkeuren die smaken leren waarderen die samenhangen met een hoge energiedichtheid, met hoge gehalten vetten en koolhydraten, in ons voedsel. Mensen met overgewicht hebben geen andere voedselvoorkeuren dan mensen met een normaal gewicht, maar reageren wel sterker op de aangenaamheid van eten: als ze iets lekker vinden, eten ze er meer van.

Niet alleen met het bewust aanleren van een gezond eetpatroon of met meer bewegen, maar ook met het veranderen van eigenschappen van voedingsmiddelen kunnen we het eetgedrag beïnvloeden, stelt prof. De Graaf. Er zijn nu al voedingsmiddelen met eetlustremmende ingrediënten op de markt, maar die zetten nog weinig zoden aan de dijk. De industrie is nu wel druk in de weer om voedingsmiddelen te ontwikkelen die sterk verzadigen. De Graaf vindt dat voor de laatste middelen de lat voor serieuze claims op eetlust en gewichtsbeheersing hoog moet worden gelegd en met onafhankelijk onderzoek moet zijn aangetoond. Daarnaast moet meer onderzoek, dat al in Wageningen is opgezet, het effect van de zogeheten textuur van voedingsmiddelen op verzadiging aantonen. Door hun evolutie lijken mens en dier niet goed toegerust om met vloeibare calorieën om te gaan, aldus De Graaf. Die calorieën gaan snel en ongemerkt naar binnen en leiden daarom snel tot een positieve energiebalans. Het mechanisme daarachter wil De Graaf uitzoeken.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK