‘Deze studenten zijn geen Rain Man-autisten’

Nieuws | de redactie
14 november 2006 | Ze zijn slim genoeg om te studeren, maar hebben vooral moeite met plannen en structuur. Vijftien studenten van de HvA en de UvA met een autistische stoornis krijgen sinds september wekelijks extra begeleiding, van onder andere mentor Wendy Smak. “Met wat aanpassingen kunnen ze prima studeren en werken.”



De Hogeschool en Universiteit van Amsterdam werken dit jaar voor het eerst samen bij de begeleiding van studenten met autisme. Het project wordt deels betaald uit een subsidie van zevenhonderdduizend euro die de HvA kreeg van het ministerie van Onderwijs voor de ondersteuning van studenten met een functiebeperking.

Studentendecanen hebben de indruk dat het vaker voorkomt dat studenten met een autistische handicap een opleiding in het hoger onderwijs volgen. Om ze daarbij te helpen, worden de studenten wekelijks begeleid door een van de drie mentoren. Hoe is het om te studeren met een autistische stoornis? Mentor Wendy Smak vertelt. “Wij zitten nu te praten met anderen om ons heen in het DE Café, en toch kunnen we ons concentreren op dit gesprek. Voor studenten met een autistische stoornis zou dit heel onrustig zijn. Autisme is een prikkelverwerkingsstoornis, alle prikkels komen even heftig binnen. In sociale contacten zijn deze studenten in het algemeen niet zo heel goed.”

Studeren en autisme

“Voor de meesten is het groepswerk lastig. Het is te chaotisch voor ze, met afspraken maken en brainstormen. Eén student vertelde me dat hij het moeilijk vindt om te participeren in een werkgroep. Hij zei: ‘Ik heb meer tijd nodig om mijn idee te formuleren. Voordat ik dat heb gedaan is de groep alweer verder.’ En hij zit in een groep met negen andere studenten. Dat is ook wel veel. Hoe kleiner de groep, des te beter het gaat. In groepjes van twee of drie gaat het met deze studenten wel goed.”

Rain Man

“De meeste mensen denken bij autisme meteen aan de film Rain Man. Maar dat beeld klopt lang niet voor iedereen met een autistische stoornis. De studenten waar we het nu over hebben, dat zijn niet de Rain Man-autisten. Zij zijn hoogfunctionerende autisten die het schoppen tot de universiteit of hogeschool. Het is een heftige stoornis, je wordt ermee geboren en het gaat nooit meer over. Het is veel meer en groter dan alleen moeite hebben met sociale contacten en niet kunnen plannen. Of je het ook aan iemand kunt zien? Dat verschilt van persoon tot persoon. De een maakt bijvoorbeeld weinig oogcontact, maar bij de ander merk je helemaal niets.”

Problemen

“Deze studenten kunnen soms niet goed omgaan met onverwachte situaties. Eén student deed laatst bijvoorbeeld tentamen. Hij werkt altijd heel gestructureerd, van voor naar achter. Tijdens een tentamen snapte hij vraag vier niet. In plaats dat hij doorging naar de volgende vragen, bleef hij de rest van de tijd hangen bij die vraag vier. Het tentamen heeft hij niet gehaald. In zo’n geval zou een docent kunnen helpen door even op de schouder te kloppen. De meeste studenten hebben er op de middelbare school al problemen mee gehad. Ze komen bij dit project omdat ze het zelf willen, maar vaker via de decaan of hun ouders. Sommige studenten zijn speciaal aan de HvA begonnen omdat we deze begeleiding kunnen geven.”

Begeleiding

“Ik begeleid vijf studenten, vooral eerstejaars. Iedere week heb ik met elke student apart een half uur contact. In die gesprekken kijken we vooral naar de planning. Wat ga je maandag doen, wat dinsdag? Het is praktische begeleiding. Ik stuur ze en help met orde scheppen. Het gaat er ook om dat het laagdrempelig is. Iedere week, op dezelfde dag, zelfde tijd en zelfde plek. Het is heel gestructureerd. Autisten houden van regelmaat. Deze studenten zijn vooral heel goed als ze hun opdrachten duidelijk op papier krijgen. Dan doen ze het perfect. Het is de taak van de mentoren om te kijken of er net iets meer mogelijk is, om het programma zo af te stemmen op deze studenten waardoor hun kwaliteiten veel meer naar voren komen.”

Aanpassen

“Ik vraag ze ook of ze aan hun medestudenten en docenten vertellen waar ze last van hebben. Ik denk dat het belangrijk is dat die het weten. Docenten zijn uit zichzelf niet zo flexibel, dat is begrijpelijk. Je gaat ervan uit dat studenten zich aanpassen. Maar iemand met een autistische stoornis kan zich moeilijk aanpassen aan zijn omgeving. Dus is het aan de omgeving om zich aan te passen aan de autist. Het vergt net iets meer van een docent om een student met autisme te begeleiden met zijn scriptie. Over het algemeen wordt er heel goed gereageerd. Vorige week had een van mijn studenten een gesprek over een scriptie. Dan ga ik mee om te vertellen wat er aan de hand is. Het kan al zoveel helpen dat een docent dat weet en dan duidelijke concrete afspraken maakt. Maar van medestudenten is het lastiger om die aanpassing te vragen.”

Diploma

“Met wat aanpassingen kan iemand prima studeren en later met aanpassingen ook prima werken. Waarom zouden we niet ons uiterste best doen om daarvoor te zorgen? Om de studenten maar gewoon te laten staan, daar schiet niemand iets mee op.”

Wouter de Haan, Havana


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK