Digitale overheid onderbenut

Nieuws | de redactie
24 november 2006 | De overheid moet meer informatie geven over de diensten die zij via het internet aanbiedt. Deze diensten worden namelijk minder gebruikt dan mogelijk is. Een derde van de bevolking wordt niet bereikt. Dat blijkt uit een onderzoek dat de UT heeft verricht. Het rapport 'Gebruik van Nederlandse Elektronische Overheidsdiensten in 2006, Een enquête naar motieven en gedrag van burgers' laat zien dat 56% van de burgers ooit een digitale dienst van de overheid gebruikte en van de internetgebruikers 71%.

Landelijke diensten zoals de elektronische belastingaangifte worden meer gebruikt (54% van de bevolking en 82% van de belastingplichtigen) dan gemeentelijke diensten. Veel gemeentelijke en sommige landelijke digitale diensten, zoals de zorgtoeslag, blijken onbekend te zijn bij de bevolking. Meer dan 70% van de internetgebruikers is niet op de hoogte van de elektronische variant van diensten, zoals afspraak maken voor een paspoort, een uittreksel vragen van het GBA en grofvuil aangeven. De helft weet niet dat men een e-mail kan sturen naar elke gemeente.

Het onderzoek toont ook aan dat de meeste burgers veel meer digitale overheidsdiensten zouden willen gebruiken als die beschikbaar. De uitspraak dat internetdiensten een verbetering zijn van de dienstverlening van de overheid krijgt van de respondenten het rapportcijfer 7.2. Zij ontkennen in meerderheid dat deze diensten onaantrekkelijk, ontoegankelijk of moeilijk te gebruiken zijn. Dit geldt echter minder voor bejaarden, laagopgeleiden en mensen met weinig computerervaring.

Momenteel is een derde van de bevolking onbereikbaar voor diensten via het internet. Het onderzoek maakt duidelijk dat 20% van de bevolking ‘digibeet’ genoemd kan worden: iemand die geen computer en internet heeft en deze nog nooit gebruikt heeft. Daar bovenop heeft 15% van de bevolking wel internet thuis, maar men doet hier zelf niets mee.
In 2006 is de telefoon met 28% het meest gebruikte kanaal. Het tweede is de balie (24%) en het derde post/schriftelijk (21%). Pas op de vierde plaats volgen websites (18%) en e-mail (7%). De eerste voorkeur van de respondenten daarentegen is het internet. Men stapt echter pas over naar dit kanaal als het een duidelijke meerwaarde biedt. Op dit moment stimuleert het internet eerder het telefoon- en baliegebruik dan het omgekeerde.

De onderzoekers adviseren de overheid meer informatie te geven over de digitale diensten, permanent gebruikersonderzoek te doen, de oude kanalen voorlopig open te houden en waar mogelijk door te verwijzen naar internetdiensten.

Samenvatting en Rapport zijn te downloaden van http://www.ictenoverheid.utwente.nl


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK