“Ik accepteer geen passiedrempels”

Nieuws | de redactie
21 november 2006 | Hans Appel, de CTO van softwaregigant Sun, sleepte zijn gehoor op de bètatop Vliegende Hollanders mee met zijn visionaire betoog. De Hanzelector -u vindt zijn kennispodium hier- vertelt ScienceGuide over zijn passie voor het onderwijs en technologische innovatie. “Nederland kan ook wat Silicon Valley kan!”

“Het onderwijs en onderwijs geven gaan me zeer aan het hart. Ik ben tenslotte niet voor niets lector geworden. Sun vindt het volstrekt normaal dat je zoiets doet, dat je in de publieke zaak investeert met je tijd en aandacht. In Amerika is dat voor een bedrijf vanzelfsprekend. Hier ben ik de eerste lector, in Stanford is het heel gewoon dat ik daar docent ben.


We hebben met de start van het lectoraat het Sensor Innovation Center in Groningen opgezet. Sun investeert daarin, ook partijen als Stanford University doen mee. Ook de Hogeschool Drenthe trouwens. Mensen denken dan wel eens, ‘nou, daar zullen Sun en Appel wel veel aan verdienen…’ Onzin! Dit is een investering, je steekt samen geld en tijd in een idee om daar ideeën en talenten in te ontdekken.

Ik doe dit nu dik een jaar sinds mijn inauguratie. Multidisciplinaire informatica is het thema. Geweldig is dat. Kijk, anders dan toen ik 35 jaar geleden electronica ging studeren, heeft nu ieder product, elke dienst een element van mijn vak, de informatica, diep in zich zitten. Ieder nieuw product heeft het. Innovatie is daar mee bezig. Dat gaat over paden die gek zijn. Raar, onaangepast, eigenaardig. Heel eerlijk gezegd: 98% van mijn collega’s zijn nog steeds boekhouders die hun dingen automatiseren. Dat noemen ze dan SAP of zo. En dan denken mensen, dat ze aan het innoveren zijn, vreselijk is dat.

Maar dat multidisciplinair ontwikkelen van nieuwe dingen waar informatica diep inzit, dat kan Nederland ook. Ik werk met teams van studenten die mij inspireren, ideeën geven met wat ze doen, hoe ze dat doen. Innovatie is in de kern het delen van kennis in een open cultuur. Dat kan in Nederland door onze tolerantie heel goed. We kunnen ook wat Silicon Valley kan.

We moeten dan wel een stap willen zetten, vooruit willen met die innovaties. Niet alleen maar praten erover, met toplieden van het eerste garnituur in het Innovatieplatform. Die doen daar dus verder niets, die spreken elkaar. Ik zeg in mijn lectoraat daarover ronduit: “Ik wil werken met briljante, met intelligente studenten”. Mensen schrikken dan misschien, maar ze zijn er dus wel hè? Er is in dit jaar nog geen student weg, achterop blijven hangen. Je moet studenten leren denken in de overtreffende trap: durf de haalbaarheid van ideeën op tafel te gooien en doe dat ook nog eens multidisciplinair! Niet accepteren dat iets ‘niet kan, omdat…’ Met producten en diensten vanuit de informatica moet je niet werken en denken als die automatiserende boekhouders, maar dingen gaan doen die mensen leuk vinden. Hoe wil je hen anders iets verkopen, overdragen, of leren?

Pursue your dreams. Dat zeg ik mijn studenten dan. Kies, bedenk een eigen project, dat jij wilt doen. Bij Google mag je 20% van je werktijd in zulke eigen projectideeën steken, terecht. Daar komen de echt briljante ideeën vandaan. Voor onze opleidingen wil dat volgens mij zeggen: leer de student uniek te zijn en een eigen idee uit te werken.

In mijn vak is een nieuwe manier van denken gaande. Maar de instroom stijgt niet in de ICT, er komen bedroevend weinig meisjes. 6 vorig jaar, 1 dit jaar. Het blijkt bijvoorbeeld dat je meisjes bij ICT- opleidingen denken ‘daar mag je de hele dag alleen maar programmeerklussen doen met de computer. Zit je op je werk alleen maar tussen nerds die cola rinken achter hun PC’. Niet gek dat die meiden daar geen zin in hebben! Het klopt alleen dus niet. Juist in Nederland niet. Hier zijn we primair bezig met implementaties, niet met klussen in de basisresearch. Juist in die nieuwe manier van denken in de implementaties is er aandacht nodig voor de lifestyle-aspecten van informaticadiensten, voor het teamwork met allerlei disciplines. Dan denk ik, dat zou toch juist die heel goede meisjes moeten aantrekken mee te doen?

Want wat is de essentie? Je moet niet meer – zoals voorheen, tot nu toe – de mensen ‘aansluiten op het web’. Je moet ze bereiken en raken, ze be-raken. Dichtbij hun identiteit, hun communities ondersteunen, gemeenschappen, passies waar ze bij horen. Speel daarop in! Er komt een ander type mens dat primair met IT en bèta-techniek bezig zal willen zijn. Zoek die op!

In ons Sensor Innovation Centrum is dat al gaande. Wij zijn bezig met dingen als computers die leren voelen, ruiken, warmte opzoeken tussen mensen. Ken je die geweldige film Minority Report? Nou, met dat soort futuristische dingen zijn mijn studenten al bezig. Sensoren, communicatievormen en de klassieke computing worden helemaal geïntegreerd. Die studenten ontwikkelen nu al zulke fantastische dingen, Nederland kan zoiets écht.

Het probleem van de bèta en technieksector in Nederland is helemaal niet een tekort aan talenten. De instroom kan fors omhoog, natuurlijk, maar talent is nu al aanwezig. Het echter probleem is de ‘slappe thuismarkt’. De vraag naar de impuls voor dat talent is slap. Het is gerationaliseerde ambitieloosheid. Daar weiger ik aan mee te doen. Ook intern. Ik wil geen passiedempers. Accepteer ze niet bij de studenten, niet bij de anderen. Kom nou zeg, we moeten, we willen vooruit. Ik heb daar gewoon de tijd niet voor.

Dan komt vaak de vraag naar de internationalisering van ons hoger onderwijs op tafel als je over innovaties praat. Colleges in het Engels geven, grote groepen studenten binnenhalen uit China, dat soort dingen. Dat is helemaal geen internationalisering! Echt internationaliseren, dat is de branding van je onderwijs. Zorg ervoor dat je iets voorstelt met je onderwijsaanbod, met wat je doet aan onderzoek, aan specialismen. Zorg dat men daarom naar je toekomt, bij jou terecht wil en dat daarom jouw mensen de wereld in gaan. Dat ze die mensen om die reden, die branding overal naartoe halen. De VOC-mentaliteit, toch? Zo is het dus wel, hoor!

In het hbo zou men zulke dingen prioriteit moeten geven. En niet moeten zeuren over kwesties als de titulatuur van de ene of andere opleiding. Dat is vast heel lastig, maar daar gaat het bij zulke ontwikkelingen toch echt niet om. Niet meer, vind ik.

We moeten gewoon stoppen met negatief doen over Nederland. Over de jonge talenten hier, over de technologische prestaties. We hebben een land dat een tolerante cultuur heeft, waar talenten hun ideeën mogen uitproberen. Dat is heel wat waard. Ons onderwijs kan daarmee zélf een economische factor van betekenis worden voor onze welvaart in de toekomst. Dat is in Amerika een besef dat ze al heel lang hebben. Kom nou toch eens kijken bij mijn opleiding waar ik bij Stanford zit!”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK