‘Verbrugge heeft het grondig fout’

Nieuws | de redactie
14 november 2006 | NVAO-voorziter Karl Dittrich laat het niet op zich zitten. De opmerking van BON-voorman en filosoof Ad Verbrugge over 'slagers in het hoger onderwijs die hun eigen vlees keuren' krijgt een stevige riposte. U leest Dittrichs veeg uit de pan hier.




De publicaties rond het derde verkiezingsdebat van de Volkskrant op zondag 5 november in De Rode Hoed in Amsterdam heb ik met interesse gevolgd. Ook het verhaal van Hans Wansink die aan het debat een column wijdde onder de kop “Storm in onderwijs” heb ik goed gelezen (Volkskrant, 7 november). De naderende verkiezingen vormen een sterke opmaat voor discussies over de staat van het onderwijs. Over welke kant die discussies opgaan, wil ik het hier niet hebben. Iedereen vormt zich daar een eigen mening over. Ik vind echter dat iedere discussie moet worden gevoerd op grond van de juiste feiten. Op dat punt heb ik wel een opmerking te maken.Wansink verwijst namelijk in zijn column naar de opmerkingen van Ad Verbrugge die zich als hoofddocent filosofie aan de Vrije Universiteit en voorzitter van de vereniging Beter Onderwijs Nederland sterk maakt voor onder meer het ‘streng bewaken van het eindniveau van opleidingen’  (“Studeren structureert de geest”, Volkskrant 4 november).

Op zich ben ik het daar helemaal mee eens. Maar tijdens het verkiezings-debat zei Verbrugge: ‘Op het ogenblik is het zo dat HBO-raad de kwaliteit van hogescholen keurt, dus de HBO-raad keurt zijn eigen vlees.’ En in de internetversie van zijn artikel zegt hij dat ‘accreditatie en visitatie van instellingen onafhankelijk van de belanghebbende onderwijsorganisaties dienen plaats te vinden, zodat niet langer de slager zijn eigen vlees keurt en concurrenten om valse redenen worden buitengesloten.’ Wansink pakt dat punt in zijn column op en schrijft dat ‘de eisen door de Inspectie moeten worden bewaakt, in plaats van door de sector zelf. Nu is bijvoorbeeld de HBO-raad ‘een slager die zijn eigen vlees keurt’.’

Beide heren hebben het grondig fout.

Gelukkig is het in het Nederlandse (hoger) onderwijs vooral zo geregeld dat de slager niet zijn eigen vlees keurt. De Nederlandse overheid heeft juist het toetsen van de kwaliteit van het onderwijs uitbesteed aan twee onafhankelijke instituten. Voor het lager en voortgezet onderwijs is dat de Inspectie van het Onderwijs. Bij de Nederlandse en Vlaamse hogescholen en universiteiten beoordeelt de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de (basis)kwaliteit van hun bestaande en nieuwe hogeronderwijs-opleidingen. Hierover heeft de Nederlandse overheid zelfs een speciaal verdrag gesloten met Vlaanderen. Het verbaast mij dat Verbrugge en Wansink dit allemaal niet weten. Klaarblijkelijk hebben zij de discussies over kwaliteit en kwaliteitszorg in het hoger onderwijs de laatste jaren niet gevolgd. Het accreditatiestelsel – inclusief de daarbij horende toetsing door een externe onafhankelijke organisatie – is immers al in 2002 ingevoerd.
De HBO-raad en alle andere belanghebbende Nederlandse en Vlaamse hogeronderwijsorganisaties en -instellingen zijn zich hier in ieder geval wél bewust van. Zij gebruiken geen “valse redenen” en leggen de juiste feiten op tafel.

Karl Dittrich
voorzitter NVAO


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK