EU steunt alternatieven voor dierproef

Nieuws | de redactie
18 december 2006 | Twintig universiteiten, bedrijven en instituten uit elf landen buigen zich de komende vijf jaar onder leiding van de Universiteit Maastricht over het ontwikkelen van een serie testen om de kankerverwekkendheid van stoffen te bepalen. Op dit moment worden die testen veelal met behulp van proefdieren gedaan, zogenaamde in vivo-tests. Het omvangrijke Europese project Carcinogenomics zet in op alternatieven voor dierproeven, oftewel in vitro-tests.  De Europese Unie heeft 10,4 miljoen euro uitgetrokken voor het project.

Prof. dr. Jos Kleinjans (hoogleraar Milieugezondheidkunde aan de UM en directeur van het Netherlands Toxicogenomixs Centre) coördineert het en de provincie Limburg zegde ruim een week geleden 25.000 euro subsidie toe voor de ontwikkeling van het vakgebied Toxicogenomics.

‘In vitro’-tests worden niet in het lichaam van een organisme gedaan, maar in bijvoorbeeld een kweekschaaltje, met behulp van cellen of weefsels. Zowel bij wetenschap als bedrijfsleven is grote vraag naar dergelijke in-vitrotests voor het vaststellen van de toxiciteit van chemische stoffen zoals geneesmiddelen, industriële chemicaliën en cosmetica. Primair om de gezondheid van de mens te bevorderen, en niet alleen om het gebruik van proefdieren verder terug te dringen, maar ook uit economische motieven. Bijvoorbeeld, volgens het EU- beleidsprogramma REACH moeten de komende jaren 30.000 bestaande industriële stoffen alsnog getest worden op hun giftigheid en kankerverwekkendheid. Als dit allemaal via proefdieren gedaan moet worden, kost dat veel meer (geld en tijd) dan wanneer het in vitro zou kunnen.

Ten behoeve van cosmetica mogen Nederland al jaren geen dierproeven meer gedaan worden, maar de EU heeft besloten om binnen een aantal jaren al het proefdiergebruik bij de ontwikkeling van nieuwe producten in de EU helemaal te verbieden. Alternatieven voor dit proefdiergebruik zijn tot op heden echter onvoldoende voorhanden. ‘De tijd dringt dus’, legt Jos Kleinjans uit. ‘Wij gaan een serie testen ontwikkelen die kankerverwekkende eigenschappen van stoffen voor met name lever, longen en nieren kan bepalen. Op die manier dragen we bij aan het verwezenlijken van de doelstellingen van de EU op dit gebied.’

De techniek die voor deze testen gebruikt gaat worden heet Genomics. Genomics is de nieuwe term voor grootschalig onderzoek naar erfelijkheid en de fucntionaliteit van genen. Door gebruik te maken van genomics technologieen kan de mate van kankerverwekkendheid van stoffen op het niveau van genen onderzocht en aangetoond worden.

Deelnemers zijn onder andere Unilever, het Max Planck Institute for Molecular Genetics uit Duitsland en het Zweedse bedrijf Cellartis. Ook de universiteiten van Brussel, Innsbruck, Leiden en Dublin participeren. De deelname van diverse bedrijven vergemakkelijkt dat de ontwikkelde technieken ook daadwerkelijk op de markt gebracht kunnen worden.

Carcinogenomics is ondergebracht bij onderzoeksinstituut Nutrim (Nutrition and Toxicology Research Institute Maastricht).


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK