Innovatie vergt nederigheid
In de wijze waarop innovatie tot stand komt en het complexe proces waarin betrokkenen opereren is geen plaats voor een overheid die zich beschouwt als centrale actor, stelt prof. Termeer in haar oratie ‘Vitale verschillen; Over publiek leiderschap en maatschappelijke innovatie’. Juist bij de Wageningse kenniscentra zijn veel wetenschappers en onderzoekers op allerlei wijzen betrokken bij innovatieve processen die bestudering door bestuurskundigen interessant maakt.
Uiteenlopende voorbeelden zoals de Oostervaardersplassen, zorgboerderijen of Greenport Venlo laten zien dat maatschappelijke innovaties met elkaar gemeen hebben dat ze niet het gevolg zijn van gepland overheidsbeleid. Zij zijn tot stand gekomen door een samenspel van mensen die oog hadden voor meerdere werkelijkheden, die over conflicterende waarden onderhandelden, die nieuwe koppelingen legden en die de eigen routines wisten te wijzigen.
De rolopvatting van de overheid die vindt dat zíj het maatschappelijke innovatieproces in beweging moet zetten, die weet welk gedrag van burgers en bedrijven daarvoor nodig is en die dat gedrag via slimme instrumenten van buitenaf denkt te kunnen beheersen, is achterhaald, meent Termeer. Complexe maatschappelijke vraagstukken vragen om nieuwe strategieën. Oplossingen die passen binnen bestaande referentiekaders hebben in het verleden wellicht hun nut bewezen maar leiden op dit moment niet langer tot duurzame oplossingen. De dynamiek van veranderprocessen laat zien dat mensen nieuwe allianties, nieuwe oplossingen en nieuwe vormen van ondernemerschap aanboren.
Mensen gaan op zoek naar het andere maar worden tegelijkertijd ook geconfronteerd met een variëteit aan inhouden, met verschillende en vaak ook conflicterende waardesystemen en met andere omgangsregels. Met name voor overheidsactoren blijkt dat lastig omdat ze vaak de neiging hebben verschillen te beheersen of tot compromissen te komen. Juist door deze verschillen te benutten – dat vraagt van betrokken publieke leiders ‘het verschil te maken’ – kan innovatie ontstaan. Termeer: “Je kunt als overheid de variatie organiseren. Maar je weet nooit waar dat toe leidt. Innovatie is niet te voorspellen en niet te controleren”.
Publiek leiderschap bij innovatie, gericht op het benutten van verschillen, vergt enerzijds een rol van de overheid als participant, “van zorgen voor naar zorgen dat”, zoals prof. Termeer een minister aanhaalt. Daarbij verandert de aandacht van de overheid van centraal sturen naar participeren. Anderzijds moet de overheid bewust en gericht interveniëren als er in het veranderings- en innovatieproces stagnaties en fixaties optreden, met als doel verstoringen op te heffen en het proces weer op gang te helpen. Bij dat laatste bestaat wel de valkuil dat bestuurders en politici fixaties niet herkennen of daar juist zelf in verstrikt raken.
De weg naar succesvolle innovatie gaat vaak via relatief kleine veranderingen, ofwel ‘small wins’. Op termijn kunnen diepgaande innovaties ontstaan, maar dat vergt tijd en geduld, stelt Termeer. Publieke leiders die daar oog voor hebben en er naar handelen, “zullen niet snel bekend worden om hun grote heldendaden”. Toch vindt Termeer dat de uitdaging voor publieke leiders is “om betekenis te geven aan de kleine veranderingen en die te verbinden met de grote maatschappelijke opgaven, niet in de sfeer van snel scoren maar meer in de sfeer van gepassioneerde nederigheid.”
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds