Internationale rankingdiscussie in stroomversnelling
Aangezien die wereldtop van onderzoekers en toepassers in Bonn bijeen was – de Carnegie classificeerders, prof Liu van Shanghai Jiao Tong, de CHE uit Duitsland, Frans van Vught (EUA), OECD, CEPES, Cheps en dergelijke – konden spijkers met koppen geslagen worden.
Het onderzoek van Ellen Hazelkorn (OECD-IMHE, Universiteit van Dublin), zette de toon voor de analyse. Zij stelde vast dat rankings een toenemende invloed uitoefenen op de eigen beleidsvoering van instellingen. In de strategieontwikkeling worden bijvoorbeeld steeds vaker concrete targets en benchmarks voor faculteiten geformuleerd door CvB’s. Men trekt in het beleid scherpere conclusies dan voorheen ten aanzien van wezenlijke vragen voor het bewustzijn van de instelling: Waar staan we? Waar willen we heen?
Daarbij speelt dat men zich bewust geworden dat anderen onder de HO-instellingen hun beleid richting geven en bijstellen op basis van rankinguitkomsten. Zo is er ook een grote impact van de discussies op dit terrein binnen de internationale koepels en organisaties: “We criticize them, we don’t like their records, but we do use them!”
In de verschillende beschouwingen klonk die argwaan regelmatig door. De vraag van HRK-voorzitter Margret Wintermantel met name: kunnen we rankings en kwaliteitsvergelijkingen organiseren zonder hiërarchie in de uitkomsten? Is de heterogeniteit binnen het HO niet al groot genoeg? Deze lijn kreeg scherpe kritiek. Jan Sandlak van CEPES kwam met een eye-opener in zijn weerwoord: instellingen die een geruststellende bekostiging kennen “willen vaak liever geen ranking. Dat snap ik heel goed. Maar men vergeet dan dat een andere partij binnen het HO de ranking dan wel eens kon gaan doen”.
Sandlak wees op het opmerkelijke verschijnsel dat in China een uitvoerige ranking opgesteld is van de top 100 van Russische universiteiten. Vanwege de traditionele banden met hen zijn deze voor het Chinese HO nog steeds belangrijk. De effecten van de ranking op de deelname van studenten en onderzoekers uit China zijn aanzienlijk en dit raakt de Russische universiteiten direct in hun financiën.
In de debatten kwam duidelijk naar voren dat multidimensionale rankings, waarin studenten en andere gebruikers eigen normen en preferenties kunnen doen wegen op de uitkomst, van essentieel belang zijn. Het Duitse CHE-systeem is hier zonder meer leidend. De Australische OECD-expert Simon Marginson presenteerde een analyse van bestaande rankings die vooral de THES-aanpak hard aanpakte. Door de vrij vage ‘reputatiemeting’ bleken sommige universiteiten op basis van deze data ruim honderd plaatsen te kunnen stijgen of dalen per jaarlijkse publicatie.
Lof had Marginson voor de Shanghai Jiao Tong ranking, omdat deze voortdurend bijgepunt wordt, met name ook methodologisch, op basis van de wereldwijde feedback en suggesties tot verfijning. CHE biedt volgens Marginson naast de multidimensionele aspecten een belangrijk tweede voordeel. Het is niet ‘marketing-gericht’ en biedt handvatten voor een gericht verbeterbeleid van de instellingen. THES noemde hij hier ‘twijfelachtig’, omdat hij geen ‘positieve relatie kon analyseren tussen de performance van instellingen, hun positie ten opzichte van de competitie en de uitkomsten die door THES worden opgeleverd”. Jan Sandlak zei het in de discussie dan ook fraai: “Rankings are razorblades. Als men weet hoe je ze toepast, kun je een mooie, gladde wang krijgen. Zo niet, dan kun je je lelijk bezeren. En je kunt het ook als een kwaadwillig wapen hanteren!”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd