Islamofobie ruim verspreid onder jongeren

Nieuws | de redactie
17 januari 2007 | Ruim de helft van de jongeren in klas 3 van het vmbo, havo en vwo staat negatief tegenover moslims: 54%. Geen positief direct contact is de belangrijkste verklaring. Dit blijkt uit een onderzoek aan de Universiteit Leiden. Vier op de tien ondervraagde jongeren hebben een positieve tot zeer positieve houding ten aanzien van moslims en de islam (een zeer positieve houding heeft 6% en een positieve houding heeft 34%; totaal 40%).

Iets meer dan de helft van de respondenten heeft een negatieve tot zeer negatieve houding (een negatieve houding heeft 37% en een zeer negatieve houding heeft 17%, totaal 54%). De houding is gemeten met behulp van deelvragen naar de algemene houding ten aanzien van Turken en Marokkanen, het vertrouwen in Turken en Marokkanen, de houding ten aanzien van eventuele nieuwe Turkse en Marokkaanse buren, en de algemene houding ten opzichte van de islam.

De belangrijkste verklaring van de negatieve houding ten aanzien van moslims en de islam is gebrek aan positief direct contact. Ook blijken negatieve stereotypen van moslims en negatieve clichés van de islam, negatieve berichten van ouders en de beste vriend of vriendin over moslims en de islam, en de overtuiging dat moslims een bedreiging vormen voor de veiligheid, een effect te hebben.

Het onderzoeksteam bestaat uit prof.dr. Henk Dekker, dr. Tereza Capelos en Jolanda van der Noll. Kernvragen in het onderzoek zijn: Hoeveel of weinig niet-moslim jongeren in Nederland hebben een negatieve houding ten aanzien van moslims en de islam, en hoe kunnen we verklaren dat de één een positieve attitude heeft en de ander een negatieve? Islamofobie is in het onderzoek een negatieve houding (of attitude) onder niet-moslims ten aanzien van moslims en de islam. Ter voorbereiding op de enquête zijn open gesprekken met groepen jongeren gevoerd om te weten te komen waaraan zij denken en in welke woorden zij praten als het om moslims en de islam gaat. Ook wilden de onderzoekers achterhalen hoe jongeren hun eigen houdingen verklaren.

De resultaten van de enquête hebben betrekking op 581 schoolgaande jongeren uit 33 derde klassen van elf scholen over heel Nederland verspreid. Alle drie schooltypen zijn vertegenwoordigd (vmbo, havo en vwo). Meisjes en havo-leerlingen zijn licht oververtegenwoordigd.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK