Motivatie onderschat door economen

Nieuws | de redactie
17 januari 2007 | Veel mensen werken niet puur voor het geld, maar ook omdat zij plezier hebben in hun werk of het gevoel hebben een bijdrage te leveren aan een belangrijk doel. Deze intrinsiek gemotiveerde werknemers nemen genoegen met een lager salaris en werken harder dan ongemotiveerde werknemers, en zijn dus waardevol voor bedrijven en instellingen. Traditioneel is er echter binnen de economische theorie geen aandacht voor intrinsieke motivatie. Ten onrechte, vindt EUR-ondezoeker Josse Delfgaauw.

In zijn Rotterdamse proefschrift Wonderful and Woeful Work (Geweldig en ellendig werk) gaat hij in op de werving, selectie en beloning van personeel als werknemers verschillen in intrinsieke motivatie. Verschillen in intrinsieke motivatie kunnen bijvoorbeeld verklaren waarom bij publieke instellingen het salaris minder sterk gerelateerd is aan prestaties dan bij private bedrijven, aldus Delfgaauw.

Een publieke instelling waarvoor voldoende werknemers intrinsiek gemotiveerd zijn, kan het salaris laag houden. Als de instelling bij gebrek aan gemotiveerd personeel echter ook minder gemotiveerd personeel moet aantrekken, dan kan dat door het aanbieden van zwakke financiële prikkels. Zwakke prikkels (laag inspanningsniveau en laag salaris) hebben een aanzuigende werking op minder productieve werknemers. Delfgaauw stelt dat het aantrekken van deze werknemers juist efficiënt is vanuit kostenoogpunt.

Delfgaauw mengt zich ook in de discussie rond marktwerking in de gezondheidszorg. Een argument van tegenstanders van marktwerking is dat een private sector voor gezondheidszorg de beste artsen aantrekt, waardoor de kwaliteit van zorg in publieke instellingen daalt. Delfgaauw stelt echter dat de artsen die het meest geven om het welzijn van patiënten juist in de publieke sector zullen blijven, omdat zij meer kunnen betekenen voor de patiënten daar dan voor patiënten die zelf in staat zijn hoge zorgkwaliteit te kopen in de private sector. Hierdoor profiteren zowel vermogende als minder draagkrachtige patiënten van het bestaan van een private sector voor gezondheidszorg. De rijkere patiënten zijn beter af vanwege de mogelijkheid om zorg van hoge kwaliteit te kopen in de private sector. De armere patiënten zijn beter af omdat de uittocht van rijke patiënten ertoe leidt dat de overgebleven patiënten in de publieke sector een hogere kans hebben op behandeling door een altruïstische arts.






«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK