Siberisch veen remt broeikaseffect

Nieuws | de redactie
4 januari 2007 | Een miljoen vierkante kilometer natte veengebieden in West-Siberië vormen een enorme opslag van CO2 en remmen daarmee het broeikaseffect af. Dit concludeert fysisch geograaf Wiebe Borren uit zijn Utrechts promotieonderzoek. Het is hem gelukt om voor het eerst een driedimensionaal, dynamisch model te bouwen waarmee de ontwikkeling van een veenlandschap en de koolstofbalans over de afgelopen 9000 jaar en de nabije toekomst gesimuleerd kon worden.

Als de venen worden drooggelegd, zullen enorme hoeveelheden kooldioxide vrijkomen. In de West-Siberische veengebieden is het zo nat dat plantenresten niet volledig vergaan, maar bewaard blijven als veen. Met als gevolg dat elk jaar een deel van de koolstofdioxide (CO2), die tijdens de groei van planten en mossen uit de lucht is opgenomen, wordt vastgelegd in nieuwe veenlaagjes.

Dit proces kan vele duizenden jaren doorgaan. Langzaam vindt echter ook afbraak van veen plaats door bacteriën. Daarbij komt het broeikasgas methaan (CH4) vrij. Aangezien CH4 een veel sterker broeikasgas is dan CO2 is het van belang om de koolstofbalans tussen CO2 opname en CH4 uitstoot in de tijd te bepalen. Uit de modelberekeningen van Wiebe Borren is duidelijk gebleken dat in zulke natte, nog niet door de mens drooggelegde veengebieden de vastlegging van CO2 uit de atmosfeer veel groter is dan de uitstoot van methaan. Ook wanneer rekening gehouden wordt met het 31 maal sterkere broeikaseffect van methaan ten opzichte van koolstofdioxide blijken die veengebieden daarom de opwarming van het klimaat tegen te gaan. Tot dusver nam men aan dat veengebieden vooral door de CH4-emissie het broeikaseffect zou versterken. Voor West-Siberische veengebieden blijkt nu het tegengestelde.

Met het modelonderzoek is aangetoond dat het proces van veenaangroei en koolstofopslag nog zeker 11.000 jaar door kan gaan. Om hiervan de betekenis voor het klimaat te bepalen heeft Wiebe Borren een nieuwe berekeningsmethode ontwikkeld. Tot dusver worden beperkingen van de broeikasgasemissies (Kyoto-protocols) berekend op basis van instantane emissies en niet van geleidelijk veranderende emissies zoals het geval bij bossen en natuurlijke venen.

Met deze nieuwe methode kon Wiebe Borren duidelijk aantonen dat niet-gedraineerde venen op den duur uitermate belangrijke netto opslaggebieden zijn voor broeikasgassen uit de atmosfeer, ook bij opwarming van het klimaat. Als men echter de Siberische venen zou draineren, zoals met vrijwel alle Europese venen de afgelopen eeuwen is gebeurd, kan zeer veel kooldioxide vrijkomen door veenafbraak (oxidatie), hetgeen de klimaatverwarming zeker zal verergeren. Mede daarom is het van wereldwijd belang dat alle nog ongestoorde veengebieden beschermd worden tegen drooglegging en een vooraanstaande plek krijgen in de berekeningen van kooldioxide emissies per land.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK