Terpstra staat inderdaad open voor kritiek

Nieuws | de redactie
22 januari 2007 | In zijn rede bij de opening van het hogeschooljaar 2006-2007 spoorde de heer Terpstra nog aan tot grotere efficiency, grotere doorstroming MBO naar HBO en pleit hij voor de rolverandering van de vakdocent naar algemeen coach. De uitgebreide kritiek, onder andere van de vereniging Beter Onderwijs Nederland, heeft misschien bijgedragen tot een heroverweging. In zijn nieuwjaarstoespraak gaat het om kwantiteit, aansluiting en de kwaliteit.


Hoewel hij verhoging van het aantal studenten binnen het hoger onderwijs nog steeds ondersteunt, vindt hij dat de verhoging naar de 50% Lissabon-doelstelling van de minister onhaalbaar is. Zeker als de kwaliteit gehandhaafd moet blijven. Zonder extra ingrepen ziet hij de problemen groeien bij de aansluiting van MBO en VO op het HBO.

Het studiehuis met het nieuwe leren was toch ontwikkeld om de aansluiting te verbeteren? Blijkbaar geen succes. De aansluiting en inhoudelijke kwaliteit lijken, ook door toedoen van de heer Terpstra, weer terug in de discussie. De inhoudelijke kwaliteit van Pabo studenten blijkt na toetsing op rekenen en taal ver beneden de maat. Zeer terecht wil de heer Terpstra weten hoe het staat met de kwaliteit van rekenen en taal bij andere hbo-studenten. En misschien is het ook goed om te toetsen hoe het staat met de inhoudelijke kwaliteit op andere vakgebieden. Jammer genoeg grijpt de heer Terpstra vervolgens naar het instrument van nog meer toetsing en extra cursussen nadat de student het VO heeft afgerond. Zou het niet beter en efficiënter zijn om dit binnen het VO te regelen?

De extra toetsing kan achterwege blijven. Het centrale eindexamen is zo’n toetsing en kan prima gebruikt worden om de inhoudelijke kwaliteit te toetsen. Dan moeten deze inhoudelijke vakeisen natuurlijk wel worden opgenomen in de eindtermen van het VO. En dan moeten de leerlingen natuurlijk wel worden opgeleid door vakdocenten die de leerlingen op het niveau van de inhoudelijke eindtermen moeten brengen. En daar zit misschien een beetje de pijn.

Nu de docent binnen het hbo de gewenste coach van de heer Terpstra is geworden en geen ambacht meer uitoefent en vrijwel geen vakinhoudelijke kennis meer overbrengt, is het ook moeilijk om de nieuwe tweedegraads docenten voor het VO gedegen en met voldoende vakinhoud op te leiden. Nieuwe docenten voor het VO hebben geleerd in hun contextrijke omgeving om hun eigen kennis te creëren en te evalueren. Zij zijn geheel opgeleid in het Nieuwe Leren zonder gedegen vakinhoud. Kunnen toekomstige docenten voor het VO nog opgeleid worden door de hbo-coaches via het competentieleren?

Vanuit een gewenst inhoudelijk niveau gezien, is de suggestie om de lerarenopleiding weer terug te brengen naar de universiteiten misschien nog niet zo gek. Het zou wenselijk zijn om te bekijken in hoeverre de competentiegerichte opleiding van tweedegraads docenten heeft geleid tot de wegzakkende kennis van taal en rekenen bij leerlingen in het VO en het basisonderwijs. Uiteraard moeten de eindtermen en de andere vakken meegenomen worden in de beschouwing.

De heer Terpstra lijkt ook geluisterd te hebben naar de kritiek op het vakinhoudelijke niveau van de docenten binnen het hbo. De ambitie van de HBO-raad is meer docenten met een masteropleiding voor de studenten. Een streven dat haaks staat op de gangbare praktijk van bezuinigingen. Om dit streven meer kracht bij te zetten zou het goed zijn als elke opleiding in de keuzegids voor studenten aan zou geven hoeveel procent van zijn docenten een masteropleiding heeft gevolgd, hoeveel een bachelor en hoeveel een lagere opleiding maar wel met veel ervaring. Pas dan kan er na enige tijd gekeken worden of de ambitie van de HBO-raad ook omgezet is in daden. Daarnaast zou het wenselijk zijn om aan de studenten duidelijkheid te geven over hoeveel contacturen gegeven door docenten zij kunnen verwachten per jaar. Ook hiermee kan een ambitie getoetst worden.

Het is lovenswaardig dat de HBO-raad met zijn tijd wil meegaan en een begin heeft gemaakt met de ambitie om de vakinhoudelijke kwaliteit weer terug te brengen in het onderwijs. Misschien is het nu ook mogelijk om transparantie van de instellingen te vragen ten aanzien van het opleidingsniveau van de eigen docenten en het aantal college uren opdat er getoetst kan worden of de nieuwe ambities ook daadwerkelijk gehaald worden. Dan kan het hbo zijn gewenste kwaliteitsverbetering gaan omzetten in een echte kwaliteitsverbetering.

Anne Marie Oudemans
Docent HvA, BON.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK