Werkgevers: 12,5 miljard voor kennis

Nieuws | de redactie
31 januari 2007 | In het meerjarenplan van de werkgeversorganisaties voor de gerichte inzet van de gasinkomsten wordt ook op kennis en innovatie een duidelijk accent gelegd. Tot 2020 zou zon 12,5 mld € geïnvesteerd moeten worden. De desbetreffende passage en een link naar het complete plan vindt u hier.




Een ander investeringsgebied waar Nederland te weinig doet om zijn groeiambitie waar te kunnen maken betreft ons kennisbestel (onderwijs, onderzoek en innovatie). Over hoeveel extra publiek geld hier precies nodig is en waaraan dat het beste kan worden uitgegeven, valt ongetwijfeld te twisten. Buiten kijf staat dat er aanzienlijk meer zal moeten gebeuren dan nu. Voor de benodigde intensiveringen én institutionele hervormingen heeft het Innovatieplatform samen met vele anderen waaronder VNO-NCW en MKB Nederland (zie de ondertekening van de Kennisinvesteringsagenda op 1 november 2006 door een groot aantal maatschappelijke partijen) voor de middellange termijn (2016) een goede agenda neergelegd. De boodschap daarin is dat in samenhang met de nodige institutionele hervormingen een extra publieke investering in ons kennisbestel geboden is die in tien jaar moet oplopen tot ongeveer 1,2% BBP.

Die intensivering vult het IP in zijn publicatie over de KIA (in “Nederland hét land van talenten”) in met allerlei specifieke voorstellen die hier in deze notitie door ons niet verder meer worden besproken. Met name het onderzoeksdeel van de KIA leent zich door zijn aard (onderzoeksprogramma’s met een duidelijk investeringskarakter) voor financiering uit aardgasbaten. Extra middelen voor  innovatieprogramma’s om de brug naar het bedrijfsleven te slaan mogen hierbij niet ontbreken. Voorts moet worden bedacht dat innovatie zonder de inzet van ICT niet meer denkbaar is. ICT als innovatie-as moet daarom worden erkend. Met name in de publieke sector is de dienstverlening met de inzet van ICT nog aanzienlijk te verbeteren. Bij de uitwerking van het Deltaplan moeten daarom middelen worden gereserveerd om de ICT-investeringen in de publieke sectoren te kunnen “aanjagen”.

Voor de programma’s uit de Kennisinvesteringsagenda met een duidelijk investeringskarakter (met name onderzoek en innovatie), aangevuld met de genoemde ICT- impuls, is naar schatting een bedrag van cumulatief 12½ miljard gemoeid tot 2020. De overige uitgaven (onderwijs en innovatiestimulansen) van de KIA betreffen verhoging van structurele Onderwijs- en EZ-uitgaven en zullen op een andere manier moeten worden gefinancierd. De KIA is slechts een investeringsagenda voor het extra en geen integrale agenda zoals de overheid wel kent voor de infrastructuur (in het MIT). De lopende
kennisinvesteringsagenda is nu versnipperd over afzonderlijke begrotingen (OCW, EZ en LNV). Voor het overzicht, de samenwerking tussen departementen en een scherpere politieke bewaking van de diverse prioriteiten zou ook voor kennis een dergelijke integrale kennisinvesteringsagenda moeten komen.

Conclusie: de Nederlandse overheid staat voor een stevige blijvende verhoging van haar publieke kennisuitgaven. De echte investeringscomponent daarvan (voor onderzoek en innovatie) leent zich voor financiering uit het Deltaplan aardgasbaten. Voor het stimuleren van innovatie in de publieke dienstverlening door middel van ICT zullen ook middelen ter beschikking moeten komen. Op grond van de Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform rekenen wij met een totale investeringsopgave voor kennis en innovatie tot 2020 van grosso modo 12 ½ miljard.

Het volledige plan Van VNO/NCW en MKB- Nederland vindt u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK