Het verbreden van de onderzoekscultuur

Nieuws | de redactie
7 februari 2007 | Met de instelling van lectoraten is een goed begin gemaakt met het verbreden van de academische onderzoekscultuur in de richting van een meer praktijk georiënteerde kenniseconomie. HvA'er Geert Lovink vertelt over de uitdagingen waar hij als lector Interactieve Media in het Digitaal Publiek Domein voor staat.



Ons vakgebied is jong, erg jong. Tien jaar geleden waren er nog vrijwel geen opleidingen op dit gebied. De groei is explosief geweest en het einde is nog niet in zicht. Internet, interactieve media, mobiele toepassingen, ze hebben de wind mee. Althans, zo lijkt het. Het probleem is echter dat zowel onderwijs als onderzoek, van MBO tot MA en PhD, niet op zo’n snelle groei zijn voorbereid. Vakkundige docenten ontbreken, de literatuur is er niet, of veelal alleen in het Engels en degelijke leerboeken ontbreken. We rennen achter de praktijk aan. Als het gaat om nieuwe applicaties weten studenten vaak meer dan de docenten. Met honderden stromen de studenten de klas in, vooral in het HBO. Lectoraten zijn in zo’n situatie ideale omgevingen om snel te kunnen reageren, aangezien ze niet voor 100% deel uitmaken van de dagelijkse onderwijsmachine en daardoor verder vooruit kunnen werken.

Vanuit onze ervaringen van de afgelopen 2,5 jaar zou ik daarom de volgende aanbevelingen willen doen aan de informateur:

– Opheffen van de AIO regeling voor promovendi en het instellen van een grootschalig systeem voor beurzen. Het AIO systeem in Nederland heeft geleid tot een overbodige exclusiviteit. De AIO medewerker wordt thans beschouwd als een universitaire medewerker waarvan er maar een beperkt aantal mogen zijn. Deze maatregel zorgt ervoor dat nog steeds te weinig voorrecht dat maar voor weinigen is weggelegd. Hoe minder promovendi hoe minder concurrentie voor de zittende klasse academici. Je kan het PhD onderzoek echter ook zien als een effectief instrument in het vergroten en verdiepen van de kennisproductie in een land. De PhD is een afsluiting van een veelal lange en intensieve onderszoekstijd. Nu het onderwijsapparaat veel tijd heeft besteed aan het opzetten van de BAs, MAs  en minors is het nu tijd om werken aan het democratiseren van het PhD traject. In ons vakgebied, nieuwe media, doen maar een handjevol mensen een proefschrift met als gevolg dat geschikte kandidaten voor banen uit het buitenland moeten worden gehaald. Onlangs kon op de Universiteit van Amsterdam een vacature voor hoogleraar nieuwe media niet vervuld worden omdat er geen geschikte kandidaten waren.

– Het openstellen van het NWO voor onderzoek in het HBO. In plaats van parallelle onderzoeksstromen te gaan opzetten zou het zinvoller zijn het onderzoek dat aan de hogescholen wordt gedaan binnen de lectoraten direct bij het NWO onder te brengen. Wat van tafel moet is eindelozediscussie over het zogenaamde hoge belang van ‘zuiver wetenschappelijk onderzoek’ en de voortdurende discriminatie van praktijkgericht onderzoek dat innovatieve vragen durft te stellen. De gesloten cultuur bij het NWO dient te worden opengebroken.

– Investeren in de doorstroming van MBO naar HBO en naar universitair onderwijs. Deze doorstroming zou trouwens consequent moeten worden doorgezet. We moeten ons niet doodstaren op de overgang van HBO naar WO. Het gaat net zo goed om het verbeteren van de instroom in de masteropleidingen en PhDs (zie boven). Naar onze ervaring wordt er teveel vastgehouden aan formele criteria.

– Als laatste iets over de lectoraten zelf. Het systeem van semi-autonome onderzoeksinstituten binnen het HBO is iets waarmensen kunnen promoveren. Promoveren wordt nog te veel gezien als een voorrecht dat maar voor weinigen is weggelegd. Hoe minder promovendi, hoe minder concurrentie voor de zittende klasse academici. Je kunt het PhD onderzoek echter ook zien als een effectief instrument in het vergroten en verdiepen van de kennisproductie in een land. De PhD is een afsluiting van een veelal lange en intensieve onderszoekstijd. Nu het onderwijsapparaat veel tijd heeft besteed aan het opzetten van de BAs, MAs en minors is het nu tijd om werken aan het democratiseren van het PhD traject. In ons vakgebied, nieuwe media, doen maar een handjevol mensen een proefschrift met als gevolg dat geschikte kandidaten voor banen uit het buitenland moeten worden gehaald. Onlangs kon op de Universiteit van Amsterdam een vacature voor hoogleraar nieuwe media niet vervuld worden omdat er geen geschikte kandidaten waren.

– Het openstellen van het NWO voor onderzoek in het HBO. In plaats van parallelle onderzoeksstromen te gaan opzetten zou het zinvoller zijn het onderzoek dat aan de hogescholen wordt gedaan binnen de lectoraten direct bij het NWO onder te brengen. Wat van tafel moet is eindeloze discussie over het zogenaamde hoge belang van ‘zuiver wetenschappelijk onderzoek’ en de voortdurende discriminatie van praktijkgericht onderzoek dat innovatieve vragen durft te stellen. De gesloten cultuur bij het NWO dient te worden opengebroken.

– Investeren in de doorstroming van MBO naar HBO en naar universitair onderwijs. Deze doorstroming zou trouwens consequent moeten worden doorgezet. We moeten ons niet doodstaren op de overgang van HBO naar WO. Het gaat net zo goed om het verbeteren van de instroom in de masteropleidingen en PhDs (zie boven). Naar onze ervaring wordt er teveel vastgehouden aan formele criteria.

– Als laatste iets over de lectoraten zelf. Het systeem van semi-autonome onderzoeksinstituten binnen het HBO is iets waar Nederland trots op mag zijn. Zorg voor continuïteit binnen de lectoraten. Kwaliteitsmetingen, de permanente vraag om vernieuwing en een stroom van evaluaties en vergaderingen staan inhoudelijke verdieping binnen lectoraten in de weg. Het systeem van lectoraten moet een kans krijgen zich te bewijzen. De lectoraten bestaan nog maar een paar jaar. Geef ze eerst de ruimte om te kunnen presteren. Voor onderzoek heb je tijd en rust nodig, anders kan er geen kwaliteit worden afgeleverd en blijft het louter bij goede bedoelingen. Continuïteit wordt op dit moment bemoeilijkt door kortlopende contracten, onzekere financiering, evaluatiezucht en een onduidelijke relatie met de instituutsleiding. Vanzelfsprekend vallen met bijna 300 lectoraten wel enkele af. Pas niet telkens beleid aan. Teveel talent verdwijnt weer net zo snel uit het Nederlandse hoger onderwijs als het wordt binnengehaald.

Dr Geert Lovink is lector Interactieve Media in het Digitaal Publiek Domein
Hogeschool van Amsterdam

Dit essay werd op 30 januari gepubliceerd in PG Kroeger en J. Zondag, Kennis Loont 2007-2011. 24 visies van lectoren op het regeringsbeleid. Utrecht: Dutch University Press 2007. U kunt hier meer over het boek lezen en het bestellen.

Hier leest u meer over het werk van lector Geert Lovink.





«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK