Plasterk: “95 % vind en zeg ik nog steeds”

Nieuws | de redactie
20 februari 2007 | Wat is de betekenis van de columns van Ronald Plasterk voor het beleid dat de nieuwe minister van Onderwijs zal gaan voeren? De discussie daarover werd geopend door PvdA- leider Wouter Bos die de onderwijsminister vooral als seculier wapen tegen andersdenkende collega’s aanprees. Hij gaf daarmee aan dat Plasterk ook vanwege zijn rol in het publieke debat is benoemd. Met deze benoeming is de discussie over zijn beleidsmatige ideeën en uitlatingen opgelaaid.

Zo maakte de Leidse rechtsgeleerde Ellian in de NRC korte metten met de staatsrechtelijke argumenten die Plasterk hanteerde tegen het Europees constitutioneel verdrag.

ScienceGuide is de uitingen van Plasterk in Volkskrant-columns rond kennis, hoger onderwijs, R&D en innovatie nagegaan om te analyseren, welke controverses ons en hem nog meer te wachten zouden kunnen staan. Zelf zei hij afgelopen zondag in het tv-programma Buitenhof:  “95% vond en zei ik toen, en vind en zeg ik nu”. Er zijn enkele “meningen die ik toen had en nu nog, maar waar ik me voorzichtiger uit zal moeten drukken omdat je als minister nu eenmaal namens de regering spreekt”.




Geen bezuinigingen op HO en R&D

Bezuinigingen moesten volgens Plasterk niet op de bureaucratie gericht worden, maar op afgestudeerden en andere posten: “Als je de wetenschappelijk opgeleiden, met de betere salarissen, wilt laten betalen voor de genoten opleiding, dan is het effectiever om een hogere schijf in de inkomensbelasting in te voeren. Die was er trouwens. Het zou ook helpen als in andere sectoren (bijvoorbeeld bij de aanleg van de Betuwelijn of de aanschaf van de JSF) eens kritischer naar de uitgaven gekeken werd.”

Sanering door marktwerking

Een verdergaande aanpak van de bekostiging van het HO is eveneens mogelijk, want Plasterk bepleit onder meer een inzet van ‘de onzichtbare hand van de markt’ om tot sanering te komen: “Decennia heeft het beleid er alles aan gedaan om alles gelijk te spreiden. Elke spontane clustering werd tegengewerkt, op ideologische gronden maar vaak ook met het argument dat er regionale spreiding moest zijn, en daarbovenop kwam altijd de onaantastbaarheid van het bijzonder onderwijs (VU, Nijmegen en Tilburg). Laat de invisible hand van de eigen keuze van studenten en docenten hun werk doen, en laat Den Haag nooit bepalen waar het Hollandse Cambridge komt!”

Nijs of Ritzen?

Goed onderwijsbeleid komt niet van Plasterks eigen partij, de PvdA, maar eerder van Annette Nijs: “Mark Rutte doet er goed aan om de lijn van Annette Nijs door te trekken. Nijs zette vraagtekens bij de outputfinanciering in het onderwijs die haar voorgangers hadden ingevoerd”. Hoe anders bewindslieden, op wiens schouders Plasterk staat, uit de eigen partij: “De zorgwekkende situatie in het vmbo is de schuld van Jo Ritzen en zijn opvolgers”.

USA of Noord-Afrika

Europees onderzoek mist kwaliteit. “Inderdaad is Amerika het voorbeeld van succes. Met 5% van de wereldbevolking levert het land in de buurt van 2/5 van de grote wetenschappelijke ontdekkingen”. Dus: “Verzin het systeem niet, kopieer het van elders. Dat is het enige recept voor het versterken van de Europese wetenschap”.

R&D dat op de praktijk gericht is, telt niet als waardevol onderzoek: “Een onderzoeker in Chicago of in Nederland die denkt: ik wil mijn regio versterken, die zal nooit iets belangrijks doen. Een onderzoeker hoort te denken: ik wil de ziekte van Alzheimer begrijpen, of ik wil kanker genezen, of ik wil weten hoe hersens werken”.

Als Nederland onvoldoende inzet op onderzoek, gaan we volgens de aanstaand minister op Noord-Afrika lijken. “Je kunt als parasiet afwachten wat andere landen uit hun dure onderzoek laten komen, maar dan mis je op den duur al het opgeleide personeel, en het innovatieve bedrijfsleven. Zonder cultuur van kennis en excellent onderzoek wordt Nederland een grote kashba”.

De nieuwe eunuchen

Beleidsmakers en Haagse politici zijn negatief over wetenschappers omdat zij studeerden “in de tijd van het universitaire marxisme … terwijl ze bovendien vaak een vak studeerden in de sector waar de gekte het grootst was”. Sociologie en filosofie bijvoorbeeld zijn geen serieuze disciplines, maar “paravakken” die in de linkse hoogtijdagen de universiteiten omvormden tot een soort “Joegoslavisch arbeiderszelfbestuur”, waarin “de koffiejuffrouw mocht meebeslissen wie er professor werd”.

Ook het grootkapitaal moet het bij Plasterk ontgelden. De top van het bedrijfsleven was ooit respectabel, maar bestaat nu uit non- valeurs: “Vroeger was lid van de Raad van Bestuur van Philips als vanzelfsprekend een natuurkundige, denk aan de wereldberoemde professor Casimir. De directeur van Gist Brocades was een microbioloog (Kluyver), die van Unilever een biochemicus, en ga zo maar door. Tegenwoordig worden mensen geleid door mensen die niet echt iets kunnen. Timmer, Pieper, dat soort”. (Geldt dat ook voor zijn nieuwe collega Ella Vogelaar, die de commissarissen van Unilever Nederland de voorbije jaren voorzat?) De leiding van Shell – onder wie zijn nieuwe collega Jacqueline Cramer – in het bijzonder bestaat uit “praatjesmakers, de nieuwe eunuchen”.

Disneyland in het HO

Velen in het HO kregen kritiek van Plasterk. Zo zijn leraren van de lerarenopleidingen weinig meer dan “dreuzels” uit de Harry Potterboeken. En Wageningen UR is “strikt genomen geen universiteit”, want “je kunt ook vakken studeren waar geen Nederlandse boer iets aan heeft, zoals milieukunde (de studie van Volkert van der G.)”. Zaadveredelaars en veefokkers betalen er de onderzoeksinstituten. “Het is of je je achterneefje eens royaal te eten uitnodigt, die zet netjes zijn klompen bij de deur, maar na het eten is het tafelzilver weg”.

Zijn eigen universiteit, Utrecht, scoort dan wel hoog in de rankings, maar de meest vernieuwende poging tot ander, intensiever hoger onderwijs vindt Plasterk maar niets. Want “de studenten van het UC weten minder, werken gemiddeld minder hard en zijn over het algemeen minder geïnteresseerd dan studenten van elders. Ik zou er niet over piekeren mijn eigen kinderen er heen te sturen. Het is een dure crèche voor rijkeluiskinderen”. “Dat is gezellig, maar dan is het geen wetenschappelijke opleiding. Het is een soort LOI, een fulltime Teleac. De wetenschap als Disneyland, het laboratorium als pretpark”.

Toen Plasterk zelf studeerde, zag hij al dat rechtenstudenten vaak niet “de meest spectaculaire hoogvliegers” zijn. Dit voert hem tot de gedachte dat we maar niet moeten selecteren aan de poort. Immers, “wat moeten mensen met een zes anders gaan doen? Iemand moet toch notaris worden? Moeten de hakken- over-de-sloters zich inschrijven voor scheikunde?”

Geneuzel

De nieuwe Leidse rector en collegevoorzitter Paul van der Heijden waarschuwde -toen nog aan de UvA- wetenschappers voor al te boude uitspraken op terreinen buiten hun eigen competentie of vakgebied. Plasterk reageerde gebeten: “Dat is onnodig geneuzel. Heeft men bij de UvA niets anders om zich druk over te maken?”






«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK