Van der Hoeven contra HBO-raad

Nieuws | de redactie
13 februari 2007 |

Minister Van der Hoeven haalt vlak voor haar vertrek naar EZ nog even uit naar het klemmend pleidooi van HBO-raad voorzitter Terpstra om ingrijpend op te treden rond het niveau van de taalbeheersing van Pabo-studenten en die van hbo’ers meer in het algemeen. Zijn verwijt dat ‘de politiek’ dit heeft laten liggen, weerspreekt zij kortaf in antwoorden op vragen van de Kamerleden Hamer c.s. en een uitvoeriger brief: “Ik heb dat probleem onderkend. Daarom zond ik u in juni mijn eerder genoemde brief met maatregelen.” De minister geeft tevens aan dat zij de noodkreet weinig onderbouwd acht en schrijft: “Mij is geen onderzoek bekend naar het reken- en taalniveau van (instromende) studenten in andere opleidingen, maar ik sluit niet uit dat ook bij deze groepen studenten sprake kan zijn van tekortkomingen. De HBO-raad heeft onlangs aangekondigd een dergelijk onderzoek te zullen starten. Ik zal de HBO-raad vragen mij te informeren over de uitkomst van dat onderzoek.”

OCW geeft in dit licht duidelijk de voorkeur aan een langer lopende aanpak die niet alleen de Pabo-student viseert. De minister schrijft hierover: “Het reken- en taalniveau van instromende studenten op de opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) is te laag. Dat heeft terecht geleid tot maatschappelijke en politieke aandacht. Velen stellen dat het lage niveau van de instromende pabo-studenten een symptoom is van een breder probleem: veel leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo)(vooral havo) en mbo beheersen taal en rekenen onvoldoende waardoor ze in de problemen komen als ze naar een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt doorstromen. Ik heb dat probleem onderkend. Daarom zond ik u in juni mijn eerder genoemde brief met maatregelen.

Bijzondere aandacht verdient de aanpak van de doorlopende leerlijnen rekenen en taal die jongeren doorlopen vanaf het primair onderwijs (po) tot het moment waarop ze aan een opleiding voor het hoger onderwijs (ho) beginnen of de arbeidsmarkt instromen. Als het instroomniveau voor het ho adequaat is, dan is dat ook voor de pabo het geval. De vooropleiding in het vo en het mbo bereidt leerlingen/deelnemers voor op alle opleidingen in het ho en niet uitsluitend de pabo.”

Aan de Kamerleden Hamer c.s. antwoordt zij onder meer: “Ik deel de zorg van de HBO-raad over het reken- en taalvaardigheidsniveau van (instromende) studenten in het hbo. Mij is geen onderzoek bekend naar het reken- en taalniveau van (instromende) studenten in andere opleidingen, maar ik sluit niet uit dat ook bij deze groepen studenten sprake kan zijn van tekortkomingen. De HBO- raad heeft onlangs aangekondigd een dergelijk onderzoek te zullen starten. Ik zal de HBO-raad vragen mij te informeren over de uitkomst van dat onderzoek.

Zoals ik in mijn brief van 12 februari 2007 aan de Tweede Kamer heb aangegeven, wordt de ontwikkeling van de doorlopende leerlijn rekenen en taal van po tot ho ter hand genomen. Dat impliceert een bredere aanpak van rekenen en taal dan alleen voor de instromende pabo-studenten. Ik wil eerst het effect van de getroffen maatregelen bezien, alvorens nieuwe maatregelen te overwegen. “


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK