Wie niet denkt, die niet doet

Nieuws | de redactie
2 februari 2007 |

Volgens wetenschapsjournalist en bekroond auteur Thorkild Hansen[1] leefden wij al in de 2de helft van de vorige eeuw in banale tijden. Sindsdien is het alleen maar slechter geworden. Het heeft er veel van weg dat wij mensen er alles, écht alles, aan doen om zo snel mogelijk vergeten te worden. Wie kent ons nog over twee honderd jaar? Wat hebben wij voortgebracht dat duurzaam is? Wat is er gebeurt met de nalatenschap voor onze kinderen en kleinkinderen? Is er iets te noemen waarvoor zij ons dankbaar zullen zijn, of wat de moeite waard was? Ieder krijgt weliswaar zijn of haar vijf minuten roem, maar wordt dan weer snel in de vergetelheid gedrukt. We consumeren eindeloos, vooral mentaal. De geest is ondeelbaar geworden, écht denken elitair en verwijtbaar. De meeste mensen zijn geestelijk al dood (gemaakt), ruim vóór dat zij aan het echte leven zijn begonnen.

In organisaties wordt gewerkt, hard gewerkt. Er wordt alleen niet meer echt gedacht, zeker niet nagedacht. Doe wat je opgedragen wordt, houd je aan de regels, volg de leiding blindelings, wijk niet af. Kleur heeft het verloren van zwart/wit. Calculerend werken is norm geworden. Medewerkers geven acte de présence, maar zijn mentaal afwezig. Wie gaat er nog ergens voor? Wie durft? Mensen halen eruit wat er in zit, in de zekerheid dat alles tijdelijk en relatief is. Zo gewonnen, zo geronnen. Hebben is hebben, krijgen is de kunst.

De economie trekt een beetje aan en we gaan met zijn allen weer massaal job-hoppen. Ervaring elders opdoen, zo heet dat in het jargon. Lekker ontwikkelen. Dat is modern, want vastroesten brengt imagoschade met zich mee. In de tussentijd maken we elkaar gek door achter schijnwerkelijkheden aan te lopen. Targets zijn gewoon, het meten van de resultaten nog gewoner. ‘What get’s measured, gets done’, of het nu iets met de realiteit te maken heeft of niet. Mensen zijn belangrijk, maar vooral om er mee af te rekenen, op elk gewenst moment.

Werd er vroeger één keer per jaar beoordeeld en vond er af en toe een functioneringsgesprek plaats, nu zijn personeelsbeoordelingen en functioneringsgesprekken een doorlopende ‘fact of life’ geworden. Het gáát maar door. Hoe meer, hoe beter. Dat is lekker duidelijk. Daar hebben mensen recht op, toch?

Alles is in onze ogen maakbaar geworden. Leven en werken zijn te ‘managen’ en mensen zijn er om te veranderen. Aan mensen kan, mag en moet gesleuteld worden. Vooral het bezig zijn met  – en niet voor – mensen geeft menigeen een goed gevoel. Een machtig gevoel dat hoort bij ‘Machers’ en ‘macho’s’. Het einde van de intellectueel is inmiddels overal zichtbaar. In de media, maar ook op de universiteiten. Furedi[2] heeft er een mooi boek over geschreven. Kent u het?

Verontrustend is dat we het verschil tussen kenniswerk en denkwerk niet (willen) zien. Wij vinden dat hetzelfde. We leven immers in een kennissamenleving en een kenniseconomie en dat moet toch voldoende zijn, nietwaar? Onafhankelijk denken is gevaarlijk, want onbeheersbaar – niet te vangen – en dus oncontroleerbaar. Een overdaad aan kennis wordt als bedreigend ervaren. Iemand die zijn of haar eigen (kennis)weg volgt wordt al snel gezien als onvoldoende bedrijfsgeoriënteerd, als “not part of the system…” Vrije denkers zijn enge denkers. Hoezo veelkleurigheid?

En innovatie dan? Wat heeft dat er mee te maken? U als informateur weet het eigenlijk ook niet, hoe goed u ook bent. Nooit écht over nagedacht. Dat is uw taak ook niet. U heeft wel andere – belangrijkere – dingen te doen. Zaken die met ‘machen’ te maken hebben en niet met denken. Bestuurlijk-operationele zaken. Zaken die resultaat opleveren. En wel direct, want daar wordt u op beoordeeld. Ons land wacht op uw wijsheid.

Loyaal als u bent, gaat u er toch voor. Ook op het gebied van innovatie, want dat is politiek correct. U schrijft een maakbare passage over innovatie, een kort maar ideeënrijk memo dat technisch en financieel verantwoord is. Dat moet voldoende zijn.

Dan ook kan iedereen met een gerust hart zeggen dat het met innovatie wel goed komt. Alles is onder controle. Het innovatieplatform, zult u zeggen, heeft een belangrijke bijdrage geleverd en kan nu worden opgeheven, waarvoor uw dank. En toen?

Stelt u zich eens voor dat u gitaar aan het spelen bent en u breekt een snaar (het hoeft geen gevoelige te zijn):

You end up playing a lot of things you would not normally play – some would call those errors. Some of it might be wonderful or interesting or surprising or awful, but the point is you might never have thought of playing the piece just like that, unless you had lost the string right then and there. Maybe that is why it is a well known fact among musicians that some of the best ideas come when we play something ‘wrong’.”[3]

In alle toonaarden presteert Nederland gemiddeld, maar gelukkig niet op het gebied van creatief en menselijk potentieel[4]. Wij zijn wereldkampioen in het “Luchtgitaarspelen[5]”. Maar, zoals Albert Plesman (oprichter van de KLM) vroeger al eens zei: “Het is hard werken om van de lucht te kunnen leven”.

Zijn we in staat steeds slimmere burgers tot een verhoogde staat van opwinding te brengen? Kunnen we ons potentieel ook verzilveren? Wellicht is het tijd voor een  “innovation back-shoring programma” d.w.z. een programma dat alle innovatieve producten en diensten die ons land al hebben – of dreigen te – verlaten, inventariseert en op waarde beoordeelt. Om vervolgens mensen bij elkaar te brengen die door onorthodox te denken en onorthodox samen te werken nieuwe kansen weten te genereren.

Een programma dat massaal de jeugd inschakelt. Zij maken van nature fouten en vormen daarom een eeuwige bron van innovatieve ideeën. We moeten meer wereldkampioenen van het kaliber “luchtgitaar spelen” in ons land hebben en zolang dat niet leidt tot luchtfietserij hebben we daar allemaal baat bij.

 

Drs Frank Lekanne Deprez is lector Kennismanagement en Kennisorganisaties van de Hogeschool Zuyd. Prof. dr René Tissen is lid van zijn Kenniskring, en tevens hoogleraar aan de Business Universiteit Nyenrode.


Dit essay verscheen eerder in PG Kroeger en J. Zondag, Kennis Loont 2007-2011. 24 visies van lectoren op het regeringsbeleid. Utrecht, Dutch University Press, 2007. U kunt het boek hier bestellen.



[1] Hansen, T. 2005, Het gelukkige Arabie, Uitgeverij De Geus, Breda.

[2] F. Furedi, 2006, Waar zijn de intellectuelen? Meulenhof, Amsterdam.

[3] Springborg, C., 2006, From Broken Guitar String to Tool of Innovation, mail@claus-springborg.dk

[4] Florida, R., I Tinagli, 2004, Europe in the Creative Age, DEMOS.

[5] In 2005 won Nederland voor het eerst de wereldtitel luchtgitaar spelen in de persoon van Michael Heffels, alias The Destroyer.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK