‘De onschuld is minder’

Nieuws | de redactie
27 maart 2007 | De studentenbonden zoeken weer nieuwe besturen. ScienceGuide sprak met oud-voorzitters van ISO en LSVb over wat zij leerden en tot de dag van vandaag uit hun jaar als studentbestuurder meenemen. Maarten van Poelgeest is nu wethouder in Amsterdam, Evelien van Roemburg duo- raadslid en partijgenote bij GroenLinks in de hoofdstad.



Wat heb je toen geleerd, dat je nog steeds bepaalt in je huidige functioneren?

Van Poelgeest: “Snappen wat een ander motiveert en hun taal leren spreken daarbij. Wat ik toen intuïtief probeerde, heb ik in mijn werk bij de LSVb echt geleerd. Je moet niet alleen maar steeds een zender zijn als je een belang wilt behartigen, dat ben ik me toen bewust geworden. Ik ben dit blijven beseffen, bij allerlei publieke functies sindsdien. Als wethouder ben je gesprekspartner van vastgoedbazen tot bewonersorganisaties en de lessen van toen zijn onverminderd relevant”.

Van Roemburg: “Ik heb geleerd dat politiek soms ook een spel kan zijn. Dat het gewoon zo is dat veel dingen vooraf besproken en geregeld zijn voordat het publiek in discussie kan komen. Dat snap ik nu veel beter, heb er profijt van dat ik dat leerde zien. Als ISO- voorzitter was ik er ook ineens deelgenoot van. Het is blijkbaar een wetmatigheid van de politiek dat je ook onderhands dingen moet organiseren”.

Van Poelgeest: “Ik dacht niet zo na over wie ik was, over wat ik deed of kon. Er bestonden ook geen trainingen of zoiets voor een nieuw studentenbestuur. Mijn jaar als LSVb-voorzitter bleek zelf de training te zijn”.

Van Roemburg: “Dat gaat nu veel professioneler in de voorbereiding. De onschuld is minder. Daardoor werd ik ook gevormd. Ik bleek bijvoorbeeld niet goed te kunnen delegeren. Dan loop je wel tegen je grenzen op! Er kwam een gesprek met mijn collega’s in het bestuur en met pijn en moeite – geef ik toe – heb ik het moeten leren: vertrouwen geven, leren samenwerken. Ik ontdekte dat ik toch liever iets op mezelf aanpak. De ‘eigen toko’ die je als politicus hebt, past daar aardig bij”.

Waarom zijn jullie na dat studentenbondenjaar de politiek ingegaan? 

Van Roemburg: “Het omschakelen na dat jaar naar mijn studentenleven vond ik het meest lastige. Het duo-raadslid zijn naast het studeren was juist heel eenvoudig geworden, ik was aan die manier van doen gewend geraakt. Voordat ik in het ISO-bestuur kwam, was ik niet zo bewust actief geweest politieke dingen”.

Van Poelgeest: “Het was voor mij een continuüm, politiek actief zijn en studentenbeweging. Ook omdat ik het gewoon leuk vond. En soms is het vrij plat zoals dingen gaan. Het kabinet viel, ze vroegen ineens of ik op de Kamerlijst wilde. Maar met 25 wilde ik niet zo direct de Tweede Kamer in. Gelukkig maar, zeg ik nu. Het kan slecht voor je karakter zijn als het allemaal op je toekomt en het allemaal als jouw succesjes op je af gaat komen …..”

Kijk je nu terug op je ‘studentenbondjaar’, heb je er dan uitgehaald wat erin zat aan nieuwe ervaringen en lessen voor later?

Van Roemburg: “Ik had toen nog sneller willen leren! Had zelf ook meer focus willen en moeten hebben op dat leren, bijvoorbeeld op hoe wetgeving politici ook echt de ruimte voor het nemen van beslissingen geeft. Dat ik tevoren een jaar actief in de medezeggenschap op mijn universiteit had gewerkt was wel een erg goede ervaring om voorbereid te zijn op het jaar als voorzitter”.

Van Poelgeest: “Voor mijn éigen ontwikkeling kan ik niet zeggen dat ik het gevoel het overgehouden te weinig eruit gehaald te hebben. Die vele publieke aandacht in die periode, dat was op die leeftijd nogal vormend, een echte ‘formatieve fase’. Dat blijft je hele leven wel bij je … Ik kan nog veel belevenissen en détail navertellen.

Wel zeg ik nu: als ik een jaar of twee ouder was geweest, had ik wellicht wat volwassener kunnen lobbyen voor de LSVb. In zulke situaties had ik dan wat steviger gestaan. Niet voor mezelf, maar wel voor de impact van mijn club. Nu merk ik dat ik sommige dingen gewoon nog niet scherp kon zien. Zo vonden we de relatie met het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een bijzaak. Ik kende jou [de politiek adviseur van de minister van toen] pas ná die periode, ontmoette je veel pas veel later. Zoiets was me anders nooit gebeurd, als ik meer oog voor zoiets had gehad”.

Van Roemburg: “Dat was in mijn jaar al zó anders geworden. OCW was een essentiële partner, de onderlinge afstemming heel belangrijk. Ook die tussen ISO en LSVb onderling op dat vlak”.

Van Poelgeest: “Zoiets gebeurde in mijn tijd zijdelings, eens in de drie maanden was er contact of zo. We zagen het als een randverschijnsel”.

Ongetwijfeld heb ook geleerd te ontdekken waar je niet zo goed in bent. Wat weet je sindsdien wat je níet kunt?

Van Poelgeest: “Dat is een echte rotvraag. Want is het natuurlijk waar, dat ontdek je ook. Ik weet je ik moet oppassen om te snel de conclusies in een gesprek te zien aankomen en dan maar meteen te zeggen: “Zullen we dit dan nou maar doen, zo, zo en zo? Polderen, bouwen aan draagvlak, geduld oefenen, het blijkt allemaal niet mijn sterkste natuur te zijn. In die tijd heb ik het geleerd: ‘Ja zeg, dit kan toch niet zoals ik dit doen wil, ik moet daar wel een beetje op letten’.

Te snel over mensen heel willen lopen in overlegsituaties lijkt vaak effectief, maar is dat dan niet. Dat is karakterologisch bij mij toch wel ingedaald. Als fractievoorzitter in de Raad hier in Amsterdam kon ik dat toch wel ontwikkelen, laat ik dat maar zo formuleren”.

Van Roemburg: “Wat ik niet kan, nog steeds niet? Ik weet het heel goed. Het lukt niet altijd door veel effort en goede verhalen je zin te krijgen. Je bestuur, de Kamerleden of anderen willen het niet … nou daar kan ik heel slecht tegen. Ik kan gewoon slecht tegen mijn verlies, de kater die ik daarvan overhoud, dat zit gewoon in me. Ik ben dan chagrijnig. In een fractie kun je ook niet altijd je zin doordrukken, ik weet dat best. Dat chagrijn, het is niet handig. Je leert dan wel hoe je beter meer mensen vooraf warm kunt maken voor je idee. Maar lukt dat niet, dan kan ik toch nog steeds … zó slecht tegen mijn verlies. Het is gewoon zo, ik weet het van mezelf”.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK