Medici vaak weinig ‘eerste hulp’

Nieuws | de redactie
1 maart 2007 | Iedereen verwacht dat een aankomend arts onmiddellijk te hulp schiet in geval van medische nood. Maar de meeste geneeskundestudenten beschikken over onvoldoende EHBO- vaardigheden om daad­werkelijk iets te kunnen betekenen. Een online enquête onder 1081 geneeskundestudenten van zeven medische faculteiten toont aan dat de gemiddelde student 65 % van de EHBO- vaardigheden op het niveau van het Raamplan beheerst en slechts 33 % van de probleemlijst en ziektebeelden. (Aankomend) artsen beschikken over onvoldoende kennis en kunde om acute eerstehulpverlening en basale reanimatie toe te passen. Dit blijkt uit onderzoek dat Medisch Contact publiceert en dat u hieronder in zijn geheel kunt lezen. 


Dat medische professionals slechts ten dele over adequate basale reanimatiekennis en -vaardigheden beschikken, is reeds uitgebreid beschreven. Dat daarnaast elementaire eerstehulpverlening onvoldoende wordt gedoceerd, is amper bekend. Eerstehulpverlening is de noodzakelijke zorg die acuut moet worden gegeven aan een gewonde of plotseling ziek geworden persoon zonder speciale hulpmiddelen, op een wijze die aansluit bij de professionele medische hulpverlening. Het publiek verwacht dat aankomend artsen dit beheersen, zodat zij in acute situaties op de juiste wijze kunnen handelen.

Mond op mond
Een recent onderzoek onder postdoctorale medisch studenten aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud toont aan dat de meerderheid van de studenten over onvoldoende kennis en vaardigheden beschikt als het gaat om elementaire eerste- hulpverlening en basale reanimatie. Basale reanimatie bestaat uit het beoordelen van de ademweg, ademhaling en circulatie, het onderhouden van een vrije ademweg en eventueel het ondersteunen van de ademhaling en circulatie door middel van mond-op-mondbeademing en hartmassage. Eerstehulpverlening omvat kennis en vaardigheden op het gebied van verwondingen, bloedingen, verbandleer, spalken, fracturen, verstuikingen, brandwonden, vergiftigingen, elektrische letsels en acute ziekteverschijnselen zoals insulten en hypoglykemie. Ook de eerste stap in elke hulpverlening, de beoordeling ‘Is de situatie ter plaatse vrij van gevaar?’ maakt deel uit van eerstehulpverlening. De aankomend arts behoort over al deze kennis en vaardigheden te beschikken om in acute situaties adequaat te kunnen handelen.

Verschillende studies laten echter zien dat huisartsen, zaalartsen, paramedici, verpleegkundigen en medische studenten slechts ten dele over adequate basale reanimatiekennis en -vaardigheden beschikken. De oorzaken voor deze beperkte vaardigheden zijn onder meer het gebrek aan juiste instructies, handigheid en zelfvertrouwen en het simpelweg vergeten van aangeleerde vaardigheden.

Het onderwijs aan de medische faculteiten in Nederland moet voldoen aan de eindtermen die zijn beschreven in het Raamplan voor de artsopleiding. Het Raamplan 1994 zegt over acute hulpverlening dat ‘de arts in staat is te handelen op minstens eerstehulpniveau, zoals thans omschreven in het Oranje Kruis Boekje.’ Het Oranje Kruis is in Nederland de belangrijkste organisatie die eerstehulpverlening onderwijst. In het ‘Raamplan 2001, de bijgestelde eindtermen van de artsopleiding’ is dit veranderd in: ‘De arts is in staat basale eerste hulp te verlenen zoals omschreven in de Advanced Trauma Life Support (ATLS)’. Het gebruik van de termen ‘basaal’ en ‘advanced’ in één zin is verwarrend, omdat dit twee wezenlijk verschillende niveaus zijn. Het verlenen van elementaire eerste hulp volgens de richtlijnen van het Oranje Kruis is een absoluut minimumvereiste voor alle (aankomend) artsen. Sinds 2004 zijn de eindtermen van de artsopleiding wettelijk vastgelegd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Uit een recentelijk uitgevoerde enquête onder de verantwoordelijken voor het onderwijs in elementaire eerstehulpverlening en basale reanimatie van alle medische faculteiten in Nederland blijkt dat zeven universiteiten in het curriculum aandacht besteden aan EHBO-onderwijs. Vanaf het studiejaar 2006-2007 geeft nu ook de laatste van de acht medische faculteiten EHBO-onderwijs. De verantwoordelijken voor het onderwijs gaven aan tevreden te zijn over het onderwijs en noemden geen grote belemmeringen voor de uitvoering ervan. Gemiddeld werd echter voor slechts 69 procent van de vaardigheden het niveau van het Raamplan gehaald, en voor 38 procent van de problemen en ziektebeelden werden de studenten kundig genoeg geacht.

Laag niveau
Een online enquête onder 1081 geneeskundestudenten van zeven medische faculteiten (6,6% van alle 16.402 medische studenten in 2005) toont aan dat de gemiddelde student 65 procent van de EHBO-vaardigheden op het niveau van het Raamplan beheerst en slechts 33 procent van de probleemlijst en ziektebeelden. Iets meer dan de helft van de geïnterviewde medisch studenten is tevreden over het onderwijs in elementaire eerste hulp en basale reanimatie. Het minst tevreden zijn ze over de hoeveelheid EHBO- onderwijs.

Slechts een derde van de studenten geeft aan genoeg kennis en vaardigheden te bezitten om elementaire eerste hulp te verlenen en indien nodig basale reanimatie te verrichten. De bevinding dat het niveau van studenten op het gebied van elementaire eerstehulpverlening te laag is, komt overeen met eerder onderzoek. Aankomend artsen hebben onvoldoende kennis van alle onderwerpen van de elementaire eerstehulpverlening en basale reanimatie, zoals omschreven in het Raamplan en het Oranje Kruis Boekje. Met name de niveaus voor de problemen en ziektebeelden worden niet behaald. Mogelijk komen in de verschillende medische curricula deze onderwerpen onvoldoende aan bod. Ondanks het onderwijs in het curriculum over basale reanimatie en de ATLS-principes, blijkt dat een groot deel van de studenten geneeskunde de elementaire eerstehulpverlening en basale reanimatie niet adequaat beheerst. Studenten geneeskunde die een EHBO-cursus hebben gevolgd, meestal in de eerste jaren van de opleiding, presteren significant beter. Liddell c.s. beschrijven dat onderwijssessies in procedurele vaardigheden in een vroeg stadium van het medische curriculum langdurig effect hebben op de competentie in deze vaardigheden en het zelfvertrouwen om deze uit te voeren verhogen. Verder blijkt dat praktische vaardigheden aangeleerd tijdens de coschappen alleen niet genoeg zijn. Het is aan te bevelen om een elementaire eerstehulpverlening, naast basale reanimatie, te implementeren in het begin van het medisch curriculum, met jaarlijkse herhalingen.

Lotusslachtoffers
Slechts één universiteit verstrekt een erkend diploma van het Oranje Kruis voor elementaire eerstehulpverlening; enkele andere universiteiten verstrekken een door de Nederlandse Reanimatie Raad erkend diploma voor basale reanimatie. Gelijke examennormen, bijvoorbeeld in de vorm van het gestandaardiseerde Oranje Kruis-examen, maakt een betere vergelijking mogelijk tussen de verschillende universiteiten. Hoewel zeer educatief en leerzaam worden lotusslachtoffers of simulatiepatiënten slechts door 50 procent van de universiteiten gebruikt in de lessen. Vaardigheden zoals de kinlift, de mondinspectie en de stabiele zijligging zijn niet als zodanig genoemd in het huidige Raamplan 2001, maar vormen een essentieel onderdeel van de basale reanimatierichtlijnen zoals opgenomen in het Oranje Kruis Boekje en in de (vernieuwde) reanimatierichtlijnen van de Nederlandse Reanimatieraad. Ook het gebruik van de automatische externe defibrillator (AED) – de laatste tijd gemeengoed – behoort zeker te worden gedoceerd in de artsopleiding.

Wij adviseren in het eerste jaar van het curriculum te starten met een gecertificeerde cursus spoedeisende hulp met onderwijs in elementaire eerstehulpverlening, waaronder basale reanimatie. Vervolgens minimaal één keer per jaar verplichte herhalingslessen, aangezien kennis over eerstehulpverlening snel vermindert.3 4 10 Het inzetten van studentassistenten, die ter voorbereiding een uitgebreide training eerste hulp en basale reanimatie krijgen, is nuttig en relatief gemakkelijk te realiseren.

Wegduiken
Alle onderdelen van eerstehulpverlening, zoals omschreven door het Raamplan, het Oranje Kruis Boekje, en de richt­lijnen basale reanimatie van volwassenen (en kinderen) van de Nederlandse Reanimatieraad, moeten aan de orde komen tijdens de eerstehulplessen. De lessen moet voornamelijk gaan over de praktijk; de theorie kunnen de studenten zelfstandig bestuderen. Een theorie-examen moet duidelijk maken of dit ook daadwerkelijk is gebeurd: een toelatingstoets, voordat de studenten mogen deelnemen aan de cursus, en een afsluitende eindtoets ter beoordeling van eventuele progressie. Studenten hebben behoefte aan praktische ervaring. Daarom adviseren wij studenten al vroeg in de opleiding met de (extramurale) keten van zorg te laten kennismaken, door bijvoorbeeld een dag mee te lopen op een eerstehulppost, of met zogenaamde first responders.

Slechts een derde van de aankomend artsen voelt zich op dit moment bekwaam om elementaire hulp te verlenen. Nu duiken nog veel artsen weg bij de vraag: is er een dokter in de zaal? Het is aan ons om dit te veranderen, zodat in de toekomst goed opgeleide medici zijn voorbereid op een dergelijke situatie.

drs. E.C.T.H. Tan, chirurg-traumatoloog
mw. K.D. Hekkert, BSc, student biomedische wetenschappen
prof. dr. A.B. van Vugt, chirurg- traumatoloog, hoofd sectie Traumatologie
dr. J. Biert, chirurg- traumatoloog afdeling Heelkunde, sectie Traumatologie, UMC St Radboud, Nijmegen



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK