‘Amerikaans alumnibeleid werkt niet in Nederland’

Nieuws | de redactie
2 april 2007 | Nuffic-voorzitter Sander van den Eijnden ziet een transformatie van internationale alumninetwerken. “Er moet echt iets voor de alumnus inzitten, want alleen vanwege emotionele binding komen ze niet. Het Amerikaanse model is wat dat betreft gedateerd.



Men kijkt nog wel eens naar Amerika, omdat universiteiten daar veel geld binnenhalen via alumni. In Nederland werkt dat niet. Het Amerikaanse model is dat je als student een levenslange emotionele binding hebt met je universiteit en dus ook geld geeft aan je universiteit. In Nederland is dat niet zo gebruikelijk, ook niet onder buitenlandse studenten. Pakweg 30 jaar geleden zag je dat wel bij Indonesische studenten: die leerden Nederlands en woonden in gastgezinnen. Die kon aanspreken op vlaggen, haring en wittebroden. Maar de huidige generatie Indonesische studenten in Nederland is heel anders. Die kijken veel meer naar de vraag: wat heb ik eraan?

De alumni moeten er echt zelf iets aan hebben. Dat kan overigens vooral daaruit bestaan dat ze elkaar via die netwerken vinden. Maar het is wel heel belangrijk: een alumninetwerk moet wat te bieden hebben. Ik ben het daarom eens met Cay Etzold van DAAD wanneer hij zegt dat het alumninetwerk opgezet moet worden rond een gemeenschappelijke inhoudelijke interesse. Wij zetten momenteel alumninetwerken op rond onze NESO- kantoren, omdat dat natuurlijke kristallisatiepunten zijn.

Tegelijk moet je in de gaten houden dat niet iedere alumnus hetzelfde is. Ikzelf heb mijn universiteit niet nodig om kennis te verwerven of mijn volgende baan te krijgen. Een goed opgeleide controller bij een multinational heeft andere behoeften dan een buitenlandse student die in Wageningen tropische landbouw heeft gestudeerd en dat gebruikt om zijn eigen land op te bouwen.

Het is gek dat we heel veel energie steken in het werven en opleiden van (buitenlandse) studenten, en ze daarna volledig loslaten. Je zou zoveel met ze kunnen. Een voorloper wat dat betreft is het ITC, in 1950 door Schermerhorn gestart om buitenlandse studenten op te leiden in cartografie. Tegenwoordig richt het zich vooral op geo-informatie. Het ITC begon vanuit idealisme in ontwikkelingssamenwerking. In het begin werkten ze vooral aan capacity building. Maar na verloop van tijd zie je dan dat oud-studenten in hun eigen land instituten oprichten die gelijkwaardig zijn aan het ITC. Zo ontstaat dan een wereldwijde professionele omgeving, waardoor ook het ITC verandert. Zonder zijn alumni had het ITC niet kunnen worden wat het nu is.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK